Oudste bewoner Jean-Claude Block in zijn atelier, samen met Dennis Tyfus die in 2010 in de Wolstraat 31 neerstreek. © Wim Hendrix

Hoe gewezen godshuis precies 50 jaar geleden de creatiefste plek van Antwerpen werd

In de seventies werd het gewezen godshuis Somers in de Wolstraat 31 de creatiefste plek van Antwerpen. Ferre Grignard repeteerde er, Nicole Van Goethem maakte er haar tekenfilms. Oudste bewoner Jean-Claude Block (76) stichtte er vijftig jaar geleden vzw Ercola. Die gaf er onder meer onderdak aan Ferre Grignard en Nicole Van Goethem.

Frank Heirman

Er hangen nog steeds twintig deurbellen naast de grote poort van Wolstraat 31. Achter de klassieke gevel ligt een wirwar van huizen, opgetrokken rond twee stemmige binnentuinen. In 1895 legateerde koopman Somers het domein als ‘godshuis’ om er arme Sinjoren te herbergen. Vijftig jaar geleden gaf het OCMW de sleutels aan een kunstenaarscollectief, dat zich verenigde onder de naam Ercola, of ‘Experimental Research Center of Liberal Arts’.

Stichtend lid Jean-Claude Block woont en werkt er nog steeds. In 1968 was hij architectuurstudent aan de Academie. Met mede­student Jean-Claude Buytaert, auteur Dominic Donnet en fotograaf Piet Verbist begon hij posters te ontwerpen en strips te tekenen. Na een kort verblijf op een studentenkot in de Lange Brilstraat en een woning in de Grote Hondstraat op Zurenborg, streek Ercola in de Wolstraat 31 neer.

© Wim Hendrix

De Zwarte Panter

“In die periode schoof het OCMW wel meer leegstaande ruimtes door naar kunstenaars. Zo mocht galerie De Zwarte Panter beschikken over het Sint­Julianusgasthuis”, herinnert Block zich. “Het godshuis was met de vele gemeenschappelijke ruimtes te duur om er sociale woningen van te maken. Voor ons kwam dat juist goed uit.”

En dus gingen ze op zoek naar creatievelingen die een kamer of atelier wilden huren. Dat bleek geen probleem, want rond hun striptijdschrift Spruit ontstond spontaan een groep tekenaars, schrijvers en kunstenaars. Het blad gaf er in 1972 na zes nummers al de brui aan, maar Ercola bleek goed gelanceerd. “Spruit was commercieel een flop. Wij deden de lay-out voor een advertentieblad dat in ruil onze undergroundstrips drukte, maar de distributie was nul. Eigenlijk verkochten we alleen op café aan vrienden”, bekent Block.

Happenings

Geld was nooit de drijfveer bij Ercola, alles draaide rond creativiteit en plezier. In de jaren zeventig vonden er in de binnentuin legendarische happenings plaats waaraan alle Ercolieten een bijdrage leverden. “Een zot idee, zoals het feest van de watermannen, was voldoende om iets te organiseren. Iedereen stimuleerde iedereen. Na 1968 kon alles”, zegt Block. En in eigen huis was genoeg talent: zangers Ferre Grignard en Wannes Van de Velde, tekenfilmer Nicole Van Goethem, kunstenaar Luc Deleu en tal van fotografen en mode- en juwelenontwerpers.

© Wim Hendrix

Decoratelier

“Soms was het bang afwachten of de huishuur wel betaald kon worden. Iedereen die er woonde of werkte, moest een afgesproken percentage bijdragen. Er waren twintig units van diverse grootte. Niet iedereen was even stipt, maar we bewaakten wel het huisreglement”, zegt Block.

Vele artiesten kwamen en gingen: Frans Van Roosmaelen, Patricia Beysens, Ria Pacqué. Met Dennis Tyfus deed in 2010 de nieuwe garde haar intrede.

De rode draad in vijftig jaar Ercola was een succesrijk decor­atelier, dat Jean-Claude Block in 1976 opstartte nadat huisbewoner Luc Monheim rekwisieten nodig had voor zijn film Et dieu le veut. Daarna klopte ook Robbe De Hert aan, net zo goed als het Echt Antwaarps Theater, de musicals van Studio 100 en de tv-soap Familie. “Het atelier bestaat nog steeds, maar het is tijd om het aan jongeren over te laten”, vindt Block. “Het wordt fysiek te zwaar. Misschien ga ik terug tekenen, waarmee het allemaal begon.”