Direct naar artikelinhoud
Striptips

De strips van de week: lachen met de Belgische politiek

De strips van de week: lachen met de Belgische politiek
Beeld RV

De meest politieke strip ooit verscheen in 1972 en fileerde genadeloos, maar met veel humor, de Belgische samenleving. Verder nog een terugkeer naar Aldebaran en een klassieke Belgische stripheld als hoogbejaarde.

Terug naar Aldebaran 1 ★★★☆☆

In 1994 pakte de Braziliaanse, in Frankrijk residerende stripauteur Leo uit met Aldebaran, een scifireeks die dankzij ’s mans originele aanpak van buitenaarde fauna en flora in geen tijd een bestseller werd. De cycli die hij daarna produceerde —telkens spin-off-albums waarin buurtplaneten als Betelgeuze of Antares centraal stonden— schoten bij elke album in qua creativiteit. Maar Aldebaran blijft tot op vandaag een voorbeeldreeks van een originele sf.

Meer dan twintig jaar later is er deze Terug naar Aldebaran, waarin hoofdpersonage Kim, intussen een beroemdheid, noodgedwongen terugkeert om een zogeheten quantum gate te onderzoeken.

Léo schiet tekort op actiescènes: te knullig geregisseerd. De kracht van zijn scenario's zit hem in de interacties tussen zijn personages. Als dramaturg staat hij zijn mannetje. Dat bewijst hij in dit vervolg, te meer omdat je als lezer in dit eerste deel amper te zien krijgt wat deze reeks zo groot maakte: de fauna en flora van buitenaardse planeten. Leo oordeelde terecht dat zulk een herhaling een averechts effect zou hebben. Hij kan het weten. Hij bezondigde zich er de laatste jaren maar al te vaal aan. Met het achterwege laten van zijn bekendste truc, voert hij wel de spanning op.

Nu schreef hij daarentegen een herkenbaar verhaal waarin politiek en religie de bevolking in een vingerknip kan ophitsen met leugens en angst. Terug naar Aldebaran doet, omwille van de poort naar een nieuwe dimensie, deels denken aan de tv-serie Stargate. Maar het gaat veel verder dan dat, achter deze onaantrekkelijke cover lijkt een steviger verhaal te schuilen.

Terug naar Aldebaran 1 ★★★☆☆
Beeld RV

Uit bij Dargaud

De Smurfen Integraal 3 ★★★☆☆

Aanschouw: de meest politieke strip ooit over de Belgische samenleving. Van de vier albums in deze integrale, is er maar ééntje de moeite. De rest zijn eerder flauwe kortverhalen, gecreëerd voor een jeugdig publiek. Maar met Smurfe Koppen en Koppige Smurfen deed Peyo iets vreemds. De jeugd las het in 1972 als een doorsnee-Smurfenverhaal, oplettende volwassenen wisten meteen dat de taalperikelen tussen zuidsmurfen en noordsmurfen stonden voor de Walen en Vlamingen. Elkeen sprak zijn eigen taaltje. En die taalkwestie leidde tot wrevel, geweld zelfs. Want was het nu smurfentrekker of kurkensmurfer? Smurfkapje of Roodsmurfje? Smurfkoekjes of botersmurfjes? Tweetalig Brussel werd verder nog gesymboliseerd door een zwarte verflijn die iemands huis doormidden kliefde.

Grote Smurf nam een drastische beslissing in zijn zoektocht naar een oplossing: In Gargamel vond hij een gezamenlijke vijand die, heel misschien, zijn blauwe burgertjes terug kon verenigen. Misschien wel één van Peyo’s beste verhalen.

Standaard Uitgeverij voerde het afgelopen jaar niet zijn beste uitgavenpolitiek  —en dan blijven we smurftig beleefd. Maar de Smurfen-integrale is wel goed aangepakt (al is het een puur vertaalde Dupuis-uitgave). Met een stevig dossier (60 pagina’s!) vol oude illustraties, foto’s en archiefmateriaal, en een sobere, maar mooie en moderne cover. Al vraag je je wel af waarom die schreeuwlelijke hoofdletters op de achterflap nodig zijn en wie die lullige en weinig creatieve flaptekst uit zijn computer durfde te wringen. De rest is allemaal smurfekul.

De Smurfen Integraal 3 ★★★☆☆
Beeld RV

Uit bij Standaard Uitgeverij

De Smurfen 37: De dappere draak ★★☆☆☆

Fafnir is terug. Kent u hem nog? De amaibele, waterspuwende draak uit het Johan en Pirrewiet-album Het onzalige land (1962). Ver voor mijn tijd, maar het draakje kreeg decennia later wel een semi-iconisch gehalte. 65 jaar later is ie terug. Zelfs Grote Smurf huilt wanneer hij de oude draak aantreft wiens vleugels zo kapot zijn dat vliegen er niet meer inzit. “Hij wordt wat sentimenteel met ouder te worden”, fluistert een smurf. Belangrijk is evenwel het kokertje aan Fafnirs staart, met daarin een noodkreet om een zekere ..… Even later bevinden de Smurfen zich in de mensenwereld.

Je zou denken dat met een personage als dit het verhaal teruggrijpt naar betere tijden. Maar de tijden zijn veranderd, en zo ook deze blauwe wezentjes. Anders dan in vroegere tijden, waarin Peyo voorzichtig thema’s opwierp als een aan boosaardige tirannen onderhevige democratie (De Smurfführer), de taalkwestie (zie hierboven) of zelfs nog riooljournalistiek (De reportersmurf, 2003), is dit er eentje voor de kinderen. Mede getekend door een Vlaming, bovendien: Jeroen De Coninck.

Het scenario is te tam om te boeien: over Fafnir die zijn baasje moet bevrijden uit een toren en terug moet leren vliegen. Slaap-ver-wekkend, is het. Maar goed, opnieuw: dit is er eentje voor de kindjes. In die context is dit wellicht een, mja, oké album. Volwassenen die een meerwaarde zoeken, moeten iets vroeger terug in de tijd, toen de Smurfen nog een zekere maatschappelijke relevantie uitdrukten.

De Smurfen 37: De dappere draak ★★☆☆☆
Beeld RV

Uit bij Standaard Uitgeverij

De verloren verhalen van Nemuria: Citadel 1 ★★☆☆☆

Apri Kusbiantora is de naam van de Indonesische tekenaar die eerder dit jaar een beetje kop van jut werd door zich voor zijn sf-reeks Saul te bedienen van dezelfde stijl als die van zijn grote voorbeeld Don Lawrence, alsook schaamteloos de fysiek van diens populaire sf-reeks Storm te imiteren en hem in nagenoeg eenzelfde universum te situeren. Een donkere vlek op zijn palmares die hem nog wel een tijdje terecht zal achtervolgen.

’s Mans imitatiestijl was ook goed voor de eerste delen van Nemuria, een reeks die werd aangekondigd als ‘de verloren verhalen van Nemuria, over het ontstaan en de ondergang van een lang vergeten wereldrijk’. En euhm, ook dat deed een belletje rinkelen. Want Trigië, een oudere reeks van Don Lawrence, had als ondertitel ‘Opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië’. En ook dat speelde in een gelijkaardig universum. Ik hou er verder mijn mond over.

Deze Nemuria spin-off zit nu bij een andere uitgever en een andere tekenaar: Karly Engracia. De setting is ook anders. De oorsprong van Nemuria: Citadel  vind weliswaar plaats op de eerste pagina’s van het eerste Nemuria-deel, waarbij in een Nepalees gebergte een toegang wordt ontdekt naar een verloren gewaande wereld vol nieuwe technologie en ruimtetuigen, maar speelt zich verder op onze planeet in de deze tijd af.

De verloren verhalen van Nemuria:  Citadel 1 ★★☆☆☆
Beeld RV

Met de gelikte computertekeningen doet Engracia een dappere poging om het realisme van tekenaars als Raffaele (Olympus Mons) te benaderen, maar hij komt (nog) niet aan diens hielen. De gefotoshopte cover wekt al helemaal geen vertrouwen. Scenarist, en uitgever, Sytse S. Algera moet dan maar de klus klaren. En hij start groots. Met China, de VS en Rusland die alles op alles zetten om de geheimen in de grot te bemachtigen. Sensatie, actie, de wereldpolitiek, … Heel Hollywoodiaans. Algera heeft een sterk verhaal te pakken, maar vergeet zijn held(en) een leven te geven, en ontzegt daarmee zijn lezers de broodnodige menselijk emoties. Als hij dat evenwicht kan herstellen…

Uit bij Comic Watch

Alex Senator ★★☆☆☆

Sinds enkele jaren heeft de klassieke Romeinse reeks Alex een spinoff. Alex is er niet langer de blonde, energieke knaap die Rome meer dan eens voor onheil behoedt, maar een grijze wijze senator die is blootgesteld aan het machtsspel van de politiek. Hij heeft, net als zijn vriend Enak, inmiddels een zoon. Beiden —Titus en Khephren— nemen ook steeds vaker de hoofdrol op zich. ‘Helaas’, moeten we daar aan toevoegen. Want hun persoonlijkheid is niet meteen om een reeks aan op te hangen. Enaks zoon Khephren is daarenboven vooral een vervelend kneusje.

Dit zevende deel start spannend, maar wat volgt is zo voorspelbaar, dat de goesting naar een volgend deel je snel vergaat.

De lach en eeuwigheid is getekend met veel zorg voor detail wat betreft architectuur en kledij. Ook met de sfeer zit het juist, hoewel Thierry Démarez erg conservatief blijft qua beeldregie, cameraopstellingen en plaatindelingen. Het verhaal, waarin wordt afgedaald richting fantasy en horror, is echter nergens echt spannend of origineel. Erger: net als de huidige moederreeks geraakt ook Alex Senator maar niet uit de startblokken. Scenariste Valérie Mangin had een origineel uitgangspunt te pakken door Alex als oudje op te voeren, maar er schort iets aan de uitwerking. Geen enkele van de zeven Alex Senator-albums scoort hoger dan een doorsneereeks.

Alex Senator ★★☆☆☆
Beeld RV

Uit bij Casterman