Direct naar artikelinhoud
RecensieTheater

Kleine sprankjes hoop moeten algauw weer wijken voor de gruwel in Een klein leven van Ivo van Hove (vijf sterren)

Een stomp in je maag, nee, in je gezicht, dat is de voorstelling Een klein leven in de regie van Ivo van Hove. En nog één. En nog één. Het geweld wordt afgewisseld met korte, tedere momenten van troost. Kleine sprankjes hoop, die algauw weer moeten wijken voor de gruwel, tot er geen ontkomen meer aan is: het besef van volstrekte uitzichtloosheid.

Maarten Heijmans en Ramsey Nasr in Een klein leven.Beeld Jan Versweyveld.

De bestseller Een klein leven van Hanya Yanagihara (2015) gaat over vier vrienden in New York: de advocaat Jude, de schilder JB, architect Malcolm en acteur Willem. We volgen de vier gedurende een periode van bijna veertig jaar, waarin het, ondanks maatschappelijke successen, vriendschap en liefde, onverbiddelijk bergafwaarts gaat met de getroebleerde Jude.

De vrienden, en de lezer, krijgen in moeilijk te verteren brokken zijn verschrikkelijke verleden opgedist: een lange, repetitieve geschiedenis van mishandeling en seksueel misbruik, van kinds af aan ten prooi aan sadistische pedofielen in een klooster, waarvan een zich bovendien ontpopt tot perfide pooier. De pooier leert het kind zichzelf te snijden, en die zelfdestructie geeft hem een schaars gevoel van controle. Voor de volwassen Jude blijft automutilatie een verslaving. En ondanks de liefde die hij op latere leeftijd ontvangt, is zijn trauma allesbepalend. Genezing is uitgesloten; de schaamte is te groot, de zelfhaat te hardnekkig.

Op de roman valt ambachtelijk wel het een en ander af te dingen – het is te veel, te groot, te ongeloofwaardig - en de toneelbewerking is in veel opzichten een verbetering, al doet Van Hove geen concessies aan de tragiek. Een boek van bijna achthonderd pagina’s werd een voorstelling van vier uur, met als gevolg dat talloze personages en gebeurtenissen sneuvelden, ten goede. De makers kiezen bovendien één plaats van handeling: Judes appartement, of, om preciezer te zijn, zijn hoofd.

De vertelling wordt breed ingezet, met de vier vrienden en hun levens in New York; drinken, blowen, feesten, de groeiende vriendschap en de aarzelende artistieke aspiraties. Maar gaandeweg zoomt Van Hove in op Jude en de demonen in zijn hoofd, de hyena’s, zoals hij ze noemt. Tragisch genoeg brengen momenten van oprecht geluk – een toegewijde vaderfiguur, een roerende verliefdheid - Jude juist dichter bij de afgrond, omdat het dan aankomt op intimiteit en vertrouwen, een kwetsbaarheid en overgave waartoe hij niet in staat is. Dan doemen de hyena’s weer op, en ontvouwt het drama zich in volle luister.

 Ramsey Nasr zingt Mahler

Muziek speelt een belangrijke rol in Een klein leven, zowel in het boek als op toneel. De acteurs draaien hedendaagse popmuziek op een draaitafel in het hippe New Yorkse appartement dat het decor van hun leven vormt. Voor het podium zitten musici van strijkkwartet Bl!ndman: viool, altviool en cello, die citaten van Schubert naadloos laten opgaan in moderne melodieën en vervreemdende, vervormde klanken. Tot slot zingt Ramsey Nasr zelf liederen van Mahler, technisch geoefend, maar met een grote, roerende breekbaarheid die goed bij zijn personage past.   

Van Hove knipt en plakt behendig uit het boek, waarbij scène en vertelling, heden en verleden, beleving en beschouwing soepel in elkaar overvloeien. In die meticuleuze montage van tijden doorkruist een terugblik naadloos het nu. Dat is niet alleen technisch knap maar ook inhoudelijk goed getroffen: in Judes gekwelde geest zijn heden en verleden één. Bij hem evolueert de tijd niet zoals normaal, er is geen toen en nu; hij leeft voor altijd in zijn gruwelijke verleden.

Maarten Heijmans, Ramsey Nasr en Marieke Heebink in Een klein leven.Beeld Jan Versweyveld.

Abstractie en poëzie

Het geeft de voorstelling een mate van abstractie en poëzie die het boek ontbeert. Een hoognodige ingreep, omdat de suggestie van psychologisch realisme in de roman soms ergernis wekt. Van Hove benadrukt het overdrachtelijke aspect, en maakt de zware materie zo beter verteerbaar.

Dat geldt ook voor de keuze om Hans Kesting alle mannen te laten spelen die Jude ooit kwaad hebben gedaan. Daardoor is de repetitieve malheur geen opeenstapeling, maar een perpetuum mobile van het kwaad. Tegenover deze duistere présence staat Marieke Heebink als de maatschappelijk werker Ana, de enige die zich in zijn jeugd liefdevol over Jude ontfermt. Ze sterft, maar blijft op toneel aanwezig als troostende engel; de belichaming van de hoop. De stem van Ana neemt het op tegen de hyena’s in zijn hoofd. Maar zij zal altijd zwakker klinken.

Staalkaart van lijden

Ramsey Nasr als Jude geeft hartverscheurend vorm aan dit zielsverdriet. Verbluffend lenig verandert hij van broze oudere invalide in een gekweld en doodsbang kind, en andersom. Nasr toont ons een staalkaart van lijden, van stil en onderdrukt tot woest en wanhopig, schreeuwend en krijsend. Een formidabele krachttoer. Hij wordt liefdevol omringd door andere mooie spelers: Majd Mardo als de geestige en grillige JB, Steven van Watermeulen als de toegewijde Harold, die Jude aanneemt als zoon. En Maarten Heijmans, ontroerend als de beste vriend die een geliefde wordt, maar ondanks al zijn goede zorgen en geduld de pijn niet weg kan nemen.

Jude st. Francis wordt allengs een allegorische figuur; mysterieus op het mystieke af. Zijn lijden krijgt bijbelse proporties. In die zin is Een klein leven een parabel, een passiespel misschien. En waar dat aspect in de roman naar de achtergrond verdwijnt door een teveel aan hedendaags New Yorks fotorealisme, toont de toneelbewerking onverbloemd de rituele, bezwerende aard van het verhaal. Er is troost noch verlossing, en het is heilzaam om dat zo nu en dan in gesublimeerde vorm te doorstaan.

Dit is theater als duiveluitdrijving. Noodzakelijk en meedogenloos.

Een klein leven van Hanya Yanagihara door Internationaal Theater Amsterdam. Gezien 23/9, ITA.

Daar t/m 29/9, aansluitend tournee.