Zware luchtaanvallen van Syrisch leger op rebellenenclave buiten Damascus, zeker 190 doden

Alleen al maandag zouden volgens activisten meer dan honderd zijn gevallen, gevolgd door nog eens 49 op dinsdag.

Als het dodental van maandag klopt, zou het de bloedigste dag zijn in het gebied in drie jaar. De VN, die spreken van een 'extreme escalatie van vijandelijkheden', hebben opgeroepen tot een onmiddellijke wapenstilstand.

Het geweld in Oost-Ghouta maakt deel uit van een uitbreiding van de strijd op meerdere fronten in Syrië in een poging van president Bashar al-Assad om de zeven jaar oude burgeroorlog te beëindigen. Oost-Ghouta is een van de zogenaamde 'de-escalatiezones' waar Assad en rebellenbewegingen hebben ingestemd om het geweld terug te dringen.

Maar een jihadistische strijdgroep die tot voor kort was gelieerd aan Al Qaida, het vroegere Al-Nusra Front, maakt geen deel uit van dit akkoord. Er zouden nog een paar honderd strijders van deze groep in Oost-Ghouta zijn. Het leger zegt dat alleen deze groep nu wordt bestookt. De oppositie zegt echter dat Damascus misbruik maakt van de aanwezigheid van deze strijdgroep voor een groot offensief tegen Oost-Ghouta.

De enclave, waar zo'n 400 duizend mensen wonen, is de enige regio van de hoofdstad die nog in handen is van rebellen. De wijken, dorpjes en boerderijen in Oost-Ghouta zijn volledig omgeven door regeringsgebied. De zware luchtbombardementen en artillerie- en raketaanvallen van de afgelopen dagen zouden een grondaanval mogelijk moeten maken om de enclave in te nemen.

'Catastrofaal'

Volgens het Observatorium werd afgelopen nacht een aanval afgeslagen van het leger bij Al-Marj. De oppositie zegt dat het leger versterkingen aanvoert in voorbereiding op het langverwachte grondoffensief.

De Witte Helmen, een hulpgroep die burgerslachtoffers helpt, zegt dat maandag 98 doden vielen bij de aanvallen van het leger. Onder de doden zouden twintig vrouwen en vijftien kinderen zijn. 'De humanitaire situatie in Oost-Ghouta loopt helemaal uit de hand', aldus Panos Moumtzis, regionaal coördinator van de VN. Volgens de VN neemt de ondervoeding toe omdat voedselhulp het belegerde gebied niet kan binnenkomen.

Volgens het UOSSM, een organisatie die is opgericht door Syrische artsen wereldwijd, zijn bij de bombardementen en artillerieaanvallen vijf ziekenhuizen getroffen. De organisatie, die twaalf ziekenhuizen en 120 klinieken in Syrië beheert, zegt dat alle ziekenhuizen in het gebied niet meer operationeel zijn. 'De situatie is catastrofaal', aldus dokter Asem, die nog in de enclave actief is. 'De bewoners kunnen nergens naar toe. Zij proberen te overleven. Maar ze zijn flink verzwakt door de honger.' 'Vandaag was een ware nachtmerrie voor de bewoners van Oost-Ghouta', aldus Uossm-voorzitter Ghanem Tayara over de bombardementen van maandag.

Grondoffensief

De VN-kinderorganisatie Unicef protesteerde tegen de bombardementen met een bijna blanco verklaring. 'Hebben diegenen die dit leed veroorzaken nog woorden om deze barbaarse daden te rechtvaardigen?', was de kop boven de verklaring. De rest van de pagina liet de organisatie leeg. 'Wij hebben geen woorden meer om het lijden van kinderen en om onze verontwaardiging te beschrijven', aldus Unicef. 

Dat een groot grondoffensief in de regio mogelijk op handen is, liet de Russische minister van Buitenlandse Zaken Lavrov maandag doorschemeren. Hij zei dat Moskou 'onze ervaring opgedaan bij de bevrijding van Aleppo kan inzetten in Oost-Ghouta'. Met de hulp van Rusland en Iran, wist Assad eind 2016 de stad Aleppo weer onder controle te krijgen. Lavrov gaf de strijders van het vroegere Al Nusra Front de schuld voor de escalatie van het geweld in het gebied.