Direct naar artikelinhoud
syrië

Eindelijk kan de OPCW in Syrië onderzoek doen naar gifgas

Eerst leggen Syrië en Rusland de VN-medewerkers geen strobreed in de weg, maar na de westerse raketten wordt alles anders
Beeld Anp

Acht dagen later dan gehoopt heeft de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) zaterdag eindelijk de Syrische stad Douma bezocht, om onderzoek te doen naar een veronderstelde gifgasaantal waarbij tientallen doden vielen.

Het onderzoek van de OPCW, meer dan een week uitgesteld, leek aanvankelijk van een leien dakje te gaan. Binnen 48 uur na de mogelijke aanval met chemische wapens in Douma op zaterdag 7 april wordt op het OPCW-hoofdkantoor in Den Haag een team van negen vrijwilligers samengesteld. De visa zijn zo geregeld, de weg naar Damascus ligt open.

Er komt geen enkele tegenwerking vanuit de Syrische overheid of bondgenoot Rusland, hoewel die beide door het Westen worden gezien als daders van de aanval met chemische wapens. Sterker: zowel de Russische ambassadeur als de Syrische onderminister van Buitenlandse Zaken, Faisal Mekdad, spreekt zijn steun uit aan de missie. De hoogste baas van de VN, Antonio Guterres, belt ook nog even naar de OPCW, om succes te wensen.

Op de daaropvolgende zaterdag 14 april arriveert het OPCW-team per auto in Syrië. Het moment is ongelukkig: Damascus trilt nog na van de raketaanvallen die de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk diezelfde ochtend hebben uitgevoerd op chemische installaties van het regime van de Syrische president Bashar al-Assad, als vergelding voor het drama in Douma. De OPCW komt onderzoek doen terwijl de straf al is opgelegd, vinden ze in Syrië. En vanaf dat moment gaat alles mis.

Eerst leggen Syrië en Rusland de VN-medewerkers geen strobreed in de weg, maar na de westerse raketten wordt alles anders
Beeld Anp

Geen toestemming

Vanwege ‘veiligheidsproblemen’ krijgt de OPCW-delegatie van Russische en Syrische officials geen toestemming om Douma te bezoeken, meldt Ahmed Üzümcü, de hoogste baas van de OPCW, op maandag 16 april aan de Verenigde Naties. Maar geen nood: de Syrische autoriteiten hebben een alternatief in petto. 22 getuigen staan klaar om vanuit Douma naar Damascus te worden gebracht, zodat de OPCW ze kan interviewen.

Het is net de dag waarop de Britse journalist Robert Fisk na een door de Syrische overheid geregisseerd bezoek aan Douma uit de mond van een arts optekent dat de slachtoffers niet zijn gestikt in gifgas, maar in stof. Op de Syrische staatstelevisie vertellen geïnterviewden dat de aanval met chemische wapens een verzinsel is. Üzümcü constateert fijntjes: onderzoek van de OPCW in Douma is gewenst, ‘zo snel mogelijk.’

Op woensdag 18 april lijkt het zover te zijn: een VN-verkenningsteam mag poolshoogte nemen in Douma, om te kijken of de OPCW veilig aan de slag kan. Douma is op dat moment al dagen heroverd op de rebellen en onder controle van de Syrische autoriteiten en de Russische militaire politie. Journalisten lopen er ongehinderd rond. Maar op de te bezoeken plaatsen voor het onderzoek naar chemische wapens loopt het dramatisch uit de hand.

Einde oefening

Op de eerste locatie wordt het VN-team weggejaagd door een vijandige menigte. Op de tweede locatie worden de VN-medewerkers beschoten. Einde oefening: zij trekken zich terug in Damascus. De Britse premier Theresa May stelt dat het Syrische regime en Rusland ‘bewijs verhullen’ in Douma. Douma is juist onveilig vanwege de vergeldingsaanval met westerse raketten, stelt Rusland.

Vrijdag 20 april voert White Helmets de druk op. Deze hulporganisatie – actief in rebellengebied, betaald door onder meer westerse overheden – speelde een cruciale rol bij de publicatie van beelden van de chemische aanval. De "exacte begraafplaats van de slachtoffers" is gemeld aan de OPCW, meldt Raed Saleh, hoofd van de White Helmets, via Twitter.

Afgelopen zaterdag, twee weken na de veronderstelde aanval met chemische wapens en acht dagen later dan gepland, bereikt het OPCW-team alsnog Douma. Daar worden negen uur lang ‘monsters’ genomen. Waarvan, is niet bekend. In het verleden deed de OPCW in Syrië onder meer onderzoek aan de hand van menselijke resten.

De monsters gaan naar een laboratorium in Nederland. De OPCW onderzoekt alleen of er sprake was van een aanval met chemische wapens en zo ja, met welk middel precies. De schuldvraag komt niet aan de orde. Het negenkoppige team is nog in Damascus. Of ook een tweede bezoek aan Douma haalbaar is, moet nog blijken.