Direct naar artikelinhoud
Expo

Burn-outs zijn van alle tijden, toont expo ‘Prikkels’ in Museum Dr. Guislain

Paul Sharits, Epileptic Seizure Comparison, still, 1976, 16 mm film.Beeld Light Cone & the right-holder

Overprikkeling, het doet vooral denken aan drukke metro’s en flikkerende schermpjes. Maar nog voor hoogsensitiviteit een trendwoord werd, kampten mensen al met overbelaste zintuigen. Museum Dr. Guislain dook in de archieven en kunstcollecties, en prikkelt ons zelf met prangende vragen over dé ziekte van deze tijd.

“We leven in een wereld van elektriciteit, treinsporen en gas, en snelheid van acties en gedachten. In één maand krijgen onze hersenen meer indrukken binnen, dan die van onze voorouders in één jaar.”

Geef toe: het klinkt als de perfecte intro van een nieuw mindfulnessboek, of de vijf quasi-identieke boeken die eraan voorafgingen. Maar schijn bedriegt – het is het een citaat uit 1860, uit de mond van de Britse neuroloog James Crichton-Browne. Auto’s waren er nog niet, van een wereldwijd nieuwsjournaal had nog niemand gehoord en smartphones waren al helemaal sciencefiction. En toch waren termen als ‘prikkels’ en ‘information overload’ in psychiatrische kringen al even populair als in de Fnac vandaag, ontdekten ze bij het Museum Dr. Guislain. 

“Hoogsensitiviteit en burn-outs zijn nu actueel, maar ook in de negentiende eeuw wonnen vergelijkbare ziektebeelden als ‘hysterie’ terrein”, vertelt psycholoog Bart Marius. Samen met kunsthistorica Yoon Hee Lamot cureerde hij de tentoonstelling Prikkels. “Al bij het begin van de industriële revolutie werd dat aan prikkels gelinkt. We vragen ons dus of die hele slow movement wel zo’n hedendaags fenomeen is.”

‘Hoogsensitiviteit en burn-outs zijn nu actueel, maar ook in de negentiende eeuw wonnen vergelijkbare ziektebeelden als ‘hysterie’ terrein’
Psycholoog Bart Marius

Sereen

Die vraag vertrekt al bij de roots van het museum, dat het dak deelt met het instituut van Dr. Guislain. Diens visie was bijna krak dezelfde als die van een moderne retreat (al dan niet met yoga): een locatie buiten de stad, handenarbeid in de velden, frisse buitenlucht en een zo sereen mogelijke architectuur. Guislain installeerde zelfs een klein museum met landschapsschilderijen, want ook kunst had volgens hem een kalmerend effect. 

Lijnrecht daartegenover plaatst de tentoonstelling de VR- installatie van hedendaags kunstenaar Paul de Courdier, die je paradoxaal genoeg net via digitale prikkels laat ontzenuwen in een Mongoolse hoogvlakte. Het blijft voorlopig kunst, maar doet toch sterk denken aan games als Walden, die ook van virtuele natuur een business maakten.

Michaël Borremans, ‘Various ways of avoiding visual contact with the outside world using yellow isolating tape’, detail, 1998.Beeld rv Museum Guislain

Stilteplekken

De ontsnapping aan prikkels is dus van alle tijden, maar ook de aard ervan is verrassend gelijk. Vroeger zorgden paardenkoetsen, fabriekswalmen en stroomkabels voor zwakke zenuwen, vandaag hebben we het over de ratrace, overconsumptie en het internet. Op subtiele manier bouwt de expo dergelijke bruggetjes. Zo loopt er een video met ‘stadsymfonieën’, ontzaglijke grootsteden in de roaring twenties. De stad werd tegelijk verheerlijkt en ontvlucht, net zoals in enkele kunstprojecten over hedendaags Tokio elders in de zaal. Stadsplannen van een 19de-eeuws Gent tonen dan weer aan dat er toen al werd nagedacht over de aanleg van parken. Voor het eerst dienden bomen niet om af te zagen, wel om tot rust te brengen. Actuele stilteplekken toont de expo dan weer in de vorm van de Kapel van het Niets van Thierry de Cordier, of de heremietenhutjes van fotograaf Sebastian Schutijzer.

Sebastian Schutyser, ‘Mare de Déu de las Neus—Àrre’, 2010.Beeld rv Museum Guislain
Opvallend is vooral onze dubieuze relatie met prikkels. We smeken om een time-out, maar blijven aan onze schermen gekluisterd

Opvallend is vooral de dubieuze relatie die we al eeuwenlang met prikkels onderhouden. We smeken om een time-out, maar blijven aan onze schermen gekluisterd. We klagen over drukte, maar vinden stilte soms nog oorverdovender. In dat kader wijdt de expo aandacht aan horror vacui, een stijl waarbij kunstenaars op bijna obsessieve manier elk wit plekje op hun blad blijven inkleuren. Daar niet veraf staat het werk van de iconische Yayoi Kusama: met felle kleuren, prints en polkadots bestrijdt ze haar leegte binnenin. Net als heel wat andere kunstenaars in de expo zit ze zelf al jarenlang in de psychiatrie, al is dat voor de curators van secundair belang – ‘outsiderkunst’ is hier een taboewoord, en net in dat eclecticisme zit de sterkte van het geheel.

De echte donkere kant van overprikkeling wordt voor het einde bewaard, met een Chinees trainingskamp voor gameverslaafde kinderen als verbluffend dieptepunt. “In Zuid-Korea en China is het niet ongebruikelijk dat gamers pampers dragen om te kunnen blijven doorspelen”, weet Lamot. “Er zijn zelfs mensen gestorven voor hun scherm.” Een beetje verder ontdekken we ook foto’s van twee meisjes uit Kosovo, die in coma belandden zodra ze hoorden dat ze werden uitgewezen. Het geeft een bevreemdend contrast: waar de gamers verslaafd zijn aan prikkels, gaf hun lichaam net op onder de druk. En allebei zijn ze de pineut. 

Chapeau dus als u dit artikel net tot het einde wist uit te lezen, want het betekent dat de prikkels u (voorlopig) nog niet in de greep hebben.

Yayoi Kusama, ‘Dots’, 1999.Beeld rv Museum Guislain

Prikkels, tot 26/5 in Museum Dr. Guislain, Gent. Abonnees krijgen een gratis ticket voor de expo via demorgen.be/voordelen.

William Klein, ‘Mickey takes over Times Square’, New York, 1996Beeld rv Museum Guislain