Direct naar artikelinhoud
Opinie

Schooldirecteur geen zwaar beroep? Daar til ik zwaar aan

Johan VandenbergenBeeld rv

Johan Vandenbergen is directeur van de Gemeentelijke Basisschool De Regenboog in Kortenberg.

De strijd om de zware beroepen is nog lang niet gestreden, las ik afgelopen weekend in de krant. Maar dat zowat het voltallig onderwijzend personeel zou worden erkend als zwaar beroep en schooldirecteurs niet, daar til ik héél zwaar aan. 

Ik wil met dit betoog opkomen voor al mijn collega-directeurs, die elke dag het beste van zichzelf geven en balanceren op de grens van wat menselijk haalbaar is.

Enkele cijfers om een en ander te kaderen: ik ben 56 jaar en al 14 jaar directeur van een grote basisschool met op dit moment 663 leerlingen, 51 leerkrachten en 29 klassen. Dat dit een berg verantwoordelijkheid met zich meebrengt, hoeft geen betoog. Veel mensen die dagelijks op je rekenen en die van jou willen weten hoe je een en ander wilt laten verlopen. Voor de meeste collega-directeurs is dat ook de kern van de job: zorgen dat de school goed draait en dat de kinderen kwaliteitsvol onderwijs krijgen.

Het is een passie. Die komt met een grote verantwoordelijkheid. Als directeur heb je heel wat verantwoording af te leggen

Het is een passie. Die komt met een grote verantwoordelijkheid. Als directeur heb je heel wat verantwoording af te leggen tegenover collega’s, maar ook tegenover ouders, kinderen, inspectie enzovoort. Dat betekent ook dat je intens samenwerkt met het schoolbestuur, met de scholengemeenschap, met het ondersteuningsnetwerk naar aanleiding van het M-decreet.

Dagelijkse kost

Eénenvijftig leerkrachten die je nodig hebben met hun eigen bekommernissen, klasbezoeken, functioneringsgesprekken, functioneringsverslagen, evaluatiegesprekken, evaluatieverslagen,…Eénenvijftig leerkrachten die elke dag een pluim verdienen en die ik wil feliciteren voor hun inzet.

Elf werkgroepen die het beste van zichzelf geven en die na de schooluren, tijdens de middagen, in hun schamele vrije momenten vergaderen en op die manier de school mee sturen, bottom-up. Zulke gedreven collega’s wil je gemotiveerd houden om de goede werking van de school te garanderen. 

Op zich is dit een geweldig vruchtbaar systeem maar het vraagt veel energie, zowel van de leerkrachten als van hún directeur.

En dan zijn er nog die 29 klassen die de nodige aandacht vragen. Leerlingen die bijgestuurd moeten worden, pesten aangepakt,... Veel te veel voor de zorgcoördinatoren alleen, dus ook daar schiet de directeur te hulp. 

Ik herhaal, ik doe dat graag, met enthousiasme en inzet.

Niet loslaten

Voor de individuele leerkracht wordt het steeds moeilijker om de klas te managen, denk daarbij maar aan het M-decreet, aan de snel veranderende maatschappij en de daaruit volgende instroom van anderstalige kinderen en kinderen uit kansarmoede. Dat vraagt een specifieke aanpak van het schoolteam en daar zijn we goed in. Maar het vreet energie, mede omdat er steeds meer moet gedifferentieerd worden in de lessen.

Avonden, weekends en vakanties: altijd ben je bezig, altijd bekommerd

Als een leerkracht ziek valt, wie gaat hen vervangen? Er zijn al vanaf het eerste trimester nauwelijks nog interimarissen te vinden. Als directeur moet je zorgen dat op een of andere manier de normale werking van de school gehandhaafd blijft. Kinderen verdelen, de leerkrachten die een uurtje vrij hebben laten inspringen,…En ondertussen blijven zoeken naar een geschikte interimaris.

Ik kan nog veel A4’tjes volschrijven met taken die er al dan niet voorzien bijkomen: personeelsformatie voor het volgende schooljaar, budgetbeheer, avondvergaderingen, schoolfeesten, eigen nascholingen,…

Op zich erg waardevol maar dat brengt mee dat deze opdracht je niet meer loslaat.

Energie

Avonden, weekends en vakanties: altijd ben je bezig, altijd bekommerd. Energie om te genieten van alledaagse dingen is soms ver zoek. Een hobby? Dat zal voor later zijn , wanneer ik met pensioen ben.

Op school van ’s morgens vroeg tot ’s avonds, meestal tot de allerlaatste, samen met een gedreven maar vermoeide administratief medewerker. We worden beiden bijna continu opgeëist door verschillende mensen, middagen inbegrepen: “Ik heb eens een vraagje…”, de deurbel, de telefoon, de mails,…

Een hobby? Dat zal voor later zijn , wanneer ik met pensioen ben

Mijn organisatorische taak eist mij bijna volledig op waardoor ik voor het pedagogisch-didactische luik van mijn job amper tijd heb. Dat moet dan maar in de weekends en de vakanties. Elke schooldirecteur wil toch dat zijn personeelsvergadering meer is dan een louter opsommen van organisatorische faits divers.

Volhouden, oké, maar hoelang nog? De school is er voor een directeur de klok rond. Ik besef goed dat er nog veel andere jobcategorieën als ‘zwaar beroep’ kunnen worden bestempeld, maar blijf met verbazing achter, als énige in ónze beroepscategorie.

Geen zwaar beroep? Vraag dat maar eens aan de schooldirecteurs van wie er velen voortijdig stoppen, terug naar de klas gaan of voor lange tijd out zijn.