Direct naar artikelinhoud
Lezersbrieven

Nieuwe lezersbrieven over religie en Richard Dawkins: 'Dan beweer ik dat het heelal in een roze fluitketel zit'

Richard Dawkins stelt dat geloven voor laffe en luie mensen is. 'God is een misverstand'. Dat leidt tot stevige discussies tussen lezers de afgelopen dagen. Welke bijdragen hebben de religieuze tegenhangers van Dawkins helemaal geleverd aan onze kennis van het heelal, vragen lezers zich af. En 'hoezo is er een god'? Een overzicht van de scherpste lezersbrieven.

Foto's van het heelal, gemaakt door de Hubble-telescoop.Beeld NASA

Verontwaardigd

Zoals verwacht wekt het interview met Dawkins de verontwaardigde schrijflust op van menig gelovige of geloof-sympathisant. Zo portretteert Harmen Groothuis zich ('Ik ben christelijk gehandicapt', zie hieronder) ironisch als student met een gelovige beperking.

Door religieuze denkbeelden en bijbehorend gedrag ter discussie te stellen, tast Dawkins, respectloos, zijn academische integriteit aan. Vrijwaring van belediging wordt in religieuze kringen abusievelijk wel vaker als valide argument gehanteerd.

Jean Bronzwaer gaat hieronder nog een stapje verder en haalt het merkwaardige principe aan dat wat (nog) niet wetenschappelijk is bewezen wel het werk móet zijn van een bovennatuurlijke kracht of entiteit. Alsof de wetenschap, net als een religie, een eendimensionaal, sociaal construct is waarbinnen alles moet kunnen worden verklaard. Alsof een wetenschapper als Straus zich niet mag bedienen van de metafoor 'cadeau' zonder daarmee meteen het bestaan van Sinterklaas te erkennen.

Alsof niet iedere, zichzelf respecterende wetenschapper zijn of haar bevindingen presenteert als 'theorie' en daarbij niet uitgaat van waarheden maar van meest plausibele aannames. Alsof, tenslotte - binnen het hedendaagse wetenschappelijke discours - de minder goed onderbouwde theorieën niet binnen enkele decennia (in plaats van eeuwen) worden verworpen.

Het is niet het verlangen naar spiritualiteit of het intellectuele vermogen om fantastische verhalen te verzinnen, dat gelovigen het predikaat 'lui' en 'laf' oplevert. Het is, zoals uit de drogredenen van beide briefschrijvers valt op te maken, het gebrek aan eenzelfde soort kritische zelfreflectie.
S. van den Hurk, Utrecht

Roze fluitketel

De basisvraag waar gelovigen en 'ietsisten' als Jean Bronzwaer steeds aan voorbijgaan, is wat het voor zin heeft om met onze menselijke geest een entiteit te verzinnen waarvoor geen enkele aanwijzing bestaat. Zij blijven krampachtig redenen verzinnen waarom er wel een god moet bestaan. Van primitieve volkeren is dat te begrijpen. Die hebben geen verklaring voor onweer of een zonsverduistering. Met evenveel recht kan ik beweren dat het hele 'besturingssysteem' van het heelal zich bevindt in een roze fluitketel die zich in een baan om de zon bevindt.
Peter Visser, Uffelte

Te beperkt

Richard Dawkins houdt zich niet bezig met godsdienst, maar met wetenschap. Jean Bronzwaer vindt dat te beperkt. Dawkins moet ook maar eens de vraag beantwoorden aan wie we (dat mooie universum) te danken hebben. Deze vraag tekent precies de dwaling van godgelovigen. Als je vraagt 'wie' we moeten danken, ga je er stilzwijgend van uit, dat er een 'wie' is. In de wetenschap vinden we echter dat je eerst maar eens moet aantonen of er een 'wie' is, voor je hem of haar of het gaat bedanken. Al tweeduizend jaar hebben gelovigen geen greintje bewijs voor een god kunnen leveren. Dus laat Jean nog maar even wachten met zijn vraag. 
Thomas de Boer, Groningen

Bescheidenheid graag

Volgens Jean Bronzwaer zou Dawkins wat meer bescheidenheid passen in zijn queeste tegen religie. Ik zou hem wilen vragen welke bijdragen de religieuze tegenhangers van Dawkins hebben gebracht aan onze kennis van het heelal? Religie bracht ons zeer uitgekristalliseerde en weinig voor verandering openstaande beschrijvingen van hoe onze omgeving een paar duizend jaar geleden tot stand kwam.
Nu ons zwaartekrachtrimpelingen bereiken die enige miljarden jaren geleden opgewekt werden - die bovendien al door Einstein werden voorspeld - vraag ik me af wie er meer bescheidenheid zou sieren, de zogenaamd 'van binnenuit en 'beperkt' waarnemende' wetenschappers of de gelovige en hij die de wetenschapper verwijt niet eens te weten of er nog meer universums zijn...  
Arjan Kuit, Haarlem

Zonder enige nuance

In zijn boeiende interview met Richard Dawkins schrijft Martijn van Calmthout dat Dawkins door veel mensen arrogant wordt gevonden. Hij zegt zelf dat hij wellicht intimiderend kan overkomen, maar dat er wel altijd sprake is van argumenten en inzichten.

Dawkins is tegen alles wat religieus is, waarbij hij zich gesteund voelt door de wetenschap, zonder enige nuance. Het enige wat dus telt is de wetenschap, waarbij Dawkins voorbij gaat aan het feit dat de wetenschap 'slechts' het universum, waarin wij ons bevinden, van binnenuit kan onderzoeken. Een mogelijkheid te weten wat buiten het universum is, hebben we niet, laat staan wat de functie van het heelal is c.q. of er wellicht meerdere universa bestaan.

Zijn vriend en geestverwant Lawrence Krauss noemt het universum een cadeau 'en hoe beter je dat cadeau bekijkt, hoe beter je begrijpt wat een prachtcadeau het is'. Mijn vraag aan Dawkins c.s. zou zijn aan wie hebben we dit cadeau te danken? Echt bescheiden ben je mijns inziens als wetenschapper wanneer je de bijdrage van de wetenschap in deze relativeert, in plaats van het geloof - in welke vorm dan ook - lui en laf te vinden.
Jean Bronzwaer, Hagestein

Christelijk gehandicapt

Het is goed dat Richard Dawkins in de Sir Edmund de problematiek van religie onder woorden heeft gebracht, want veel mensen zijn zich daar niet van bewust. Als student met een christelijke beperking moet ik me namelijk, evenals mijn gelovige medestudenten, handhaven in een wetenschappelijke wereld waarin nieuwsgierigheid en redelijkheid erg belangrijk zijn.

Gelukkig is er elke dinsdagavond de mogelijkheid om even te ontspannen. Dan kom ik samen met mijn bijbelstudiekring om te eten, te drinken en te discussiëren over het bestaan van God en de waarde van een christelijke moraal. Nou ja, er is natuurlijk geen échte discussie omdat daar een rationele, open blik voor nodig is. Wij houden ons vooral bezig met de optimale verwoording van autoritaire en onwrikbare dogma's. Bovendien zijn we dan dankbaar voor het feit dat het weer gelukt is om een week lang te doen alsof we kunnen nadenken op universitair niveau en bidden we om kracht de schijn op te blijven houden in de week die komt.

Wanneer ik vervolgens naar huis ga en langs het Academiegebouw fiets denk ik soms bij mezelf: hoe zou het zijn zelf na te kunnen denken, zoals een echte wetenschapper? Dan ben ik jaloers op Dawkins die al deze christelijke lasten niet hoeft te dragen en kruip ik teneergeslagen onder de wol. Maar niet voordat ik mijn ouders en dominee heb gebeld om te zeggen dat ik al hun ideologische standpunten zonder twijfel onderschrijf. Vervolgens offer ik nog een geit, ik ben immers religieus.
Harmen Grootenhuis, student, Groningen

Bloemkool

Wij mensen zijn niets belangrijker dan een bloemkool, zo stelt evolutiebioloog Dawkins in het interview in Sir Edmund. Zou hij ermee instemmen om mensen na een hersenbloeding af te voeren in een groene bioafvalbak? Ik denk het niet.

Godzijdank gaan we met mensen anders om dan met bloemkolen en hebben we de heer Dawkins nog in ons midden! Naast de bloemkoolvergelijking valt er meer af te dingen op wat Dawkins zegt. Maar tot mijn verbazing gebeurt dat niet in het artikel. De interviewer slikt alles wat Dawkins zegt voor zoete koek, want zo laat hij ons weten (cit.): 'Dawkins klinkt zo zorgvuldig, erudiet, scherpzinnig en op en top Engels'.

Hoe iemand klinkt, moet geen criterium zijn en de scherpzinnigheid is slechts ten dele waar. Dawkins vermaant ons als alternatief voor godsdienstig geloven (de titel van het interview in hele vette letters): Denk toch zelf! Ik sluit daar graag bij aan. Je moet niet zomaar alles geloven, ook niet wat Dawkins zegt. Ga zelf op onderzoek uit en op zoek naar het theistische tegengeluid (literatuur, lezingen en debatten op YouTube). Wat kom je dan tegen?

Eerlijkheidshalve moet eerst even gezegd dat in de Volkskrant dat theïstische tegengeluid weinig aan bod komt. De atheïstische makkers van Dawkins, zoals Krauss en Dennett, hebben zich  het afgelopen halfjaar wel mogen uitspreken. Maar representanten van het theïstische tegengeluid lijken helaas te ontbreken.

Die representanten zijn wetenschappers, o.a. fysici, wiskundigen, ingenieurs, kosmologen en biologen. Ze zijn niet lui en laf omdat ze geloven, zoals Dawkins stelt. Ze vinden op wetenschappelijke en rationele gronden ondersteuning voor het bestaan van een hogere sturende macht: onmogelijk toevallige 'fine tuning' van natuurconstanten, die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van het universum en onze aarde; onmogelijk toevallige processen die ten grondslag liggen aan het ontstaan van leven en de evolutie ervan, inclusief de mens. Schepping en evolutie: van beiden kan sprake zijn. God dobbelt misschien.

Echter, hij heeft met de dobbelstenen geknoeid, zo geven kansberekeningen aan. Als Darwin had geweten wat de afgelopen decennia is ontdekt aan onder meer dna, zou hij het concept van Intelligent Design zonder aarzeling hebben omarmd.

En wees gerust Dawkins: de verwondering voor het bestaan, leven, etcetera, zal er niet minder om worden, integendeel! En het is fantastisch om met de bestudering ervan door te gaan. Geen gelovige wetenschapper die ermee op zal houden. Dawkins onderschrijft Krauss die stelt: het universum is een prachtcadeau. Dat is een opmerkelijke zegswijze. Cadeaus zijn bedoeld, worden geprepareerd, ingepakt en gegeven. Veel collega's van Dawkins en Krauss komen erachter dat het cadeau een afzender moet hebben. Ik wens van harte dat beide heren ooit hun stokpaardjes achter zich laten en zich open stellen voor de resultaten van bovengenoemde collega wetenschappers.

En voor de heer Dawkins in het bijzonder: een spoedig en volledig herstel gewenst!  
Martin Traudes, Voorhout

En dan de wolf

In de eerste versie van de brieven over Dawkins stond deze brief over de wolf. Daarin de vraag of dat nou echt zo'n prachtbeest is. Die vraag bleef onbeantwoord.

De wolf is voor het eerst gesignaleerd op de Veluwe. Natuurmonumenten juicht het uit. Wolven in Nederland heeft al jaren een draaiboek klaar voor als de wolf in Nederland opduikt. 'Bij komst van de wolf is de belangrijkste taak van de overheid om Nederlandse boeren en burgers, die het samenleven met de wolf al generaties lang verleerd zijn, te begeleiden in het proces van herkolonisatie.'

In het kader daarvan adviseerde de provincie Gelderland naar aanleiding van de Veluwse wolf 'afstand te houden, honden aan de lijn te houden en de wolf met rust te laten'. De boodschap is helder. We moeten blij en niet bang zijn als de wolf bij ons komt.

Is dat zo? Is de wolf werkelijk voor mensen zo ongevaarlijk als de overheid, Natuurmonumenten en Wolven in Nederland ons willen doen geloven? En moeten we de schade aan vee (die wordt vergoed als deze aantoonbaar het gevolg is van een wolf) maar voor lief nemen?   Waar het mij omgaat, is dat het een taboe wordt om deze vragen te stellen.

Illustratief is de discussie op de Facebookpagina van Natuurmonumenten. De meeste reacties zijn enthousiast en vol warm welkom naar de wolf. Enkelen spreken hun vrees uit. Deze mensen krijgen direct te   horen dat de wolf banger voor hen is dan zij voor de wolf en hen wordt verweten dat ze aan het Roodkapjesyndroom lijden. Een mooie term, die ook wel als geuzennaam gebruikt zou kunnen worden door mensen die argumenten hebben om de wolf te weren.

In Duitsland en Frankrijk leven al jaren enkele wolvenroedels en wordt er vanuit overheidswege van alles aangedaan om de burgers voor te lichten, schade te vergoeden en het enthousiasme voor de wolf levend te houden. Maar hier zijn inmiddels ook georganiseerde tegengeluiden, zoals van de groepen Wolf-nein danke en Non au loup.

Ik lees over verscheurde schapen, gedode berghonden die de kudde moesten beschermen en over een boer die door wolven werd omsingeld toen hij ze bij zijn schapen wegjoeg en die pas door tussenkomst van zijn schreeuwende en met een stok zwaaiende zus kon worden bevrijd. Hebben deze mensen niet de juiste gedragsadviezen van  de overheid gekregen of hebben ze ze niet opgevolgd? 

Net zoals in discussies over agressieve honden vaak wordt gezegd dat van nature agressieve honden niet bestaan en dat agressie van een hond altijd is toe te schrijven aan een verkeerde baas, zo hoor je in de wolvendiscussie steeds de argumenten opduiken dat wolven van nature schuw zijn en alleen agressief worden als ze door mensen zijn gevoerd of uit gevangenschap zijn ontsnapt. Dat ook hondsdolheid een wolf alle schuwheid doet verliezen (en dat het in elk geval goed zou zijn daar alert op te zijn) wordt nooit genoemd.

Laten we de juiste vragen stellen. Wie wil de wolf (enkele wolvenliefhebbers die ons met hulp van overheidssteun proberen te overtuigen dat de wolf hier hoort, stedelingen voor wie de natuur heilig is en de landbouw steeds meer gezien wordt als synoniem met het kwaad?) , wie betaalt de prijs (veehouders, voor wie het verlies van een schaap meer betekent dan enkel een financiële schadepost) en voor wie zijn de risico's? Laten we in elk geval niet zo naïef zijn als Roodkapje en doen alsof de natuur geen gevaren kent.  
Yolande de Kok, Den Haag

Een roedel wolven.Beeld afp