Direct naar artikelinhoud

Nieuwe aanwijzingen dat Britse geheime dienst achter hacking Belgacom zat

Het hoofdkwartier van Belgacom, tegenwoordig Proximus, in 2013.Beeld EPA

Het federaal parket is bijna klaar met zijn onderzoek naar de hacking van telecomoperator Proximus, die eind 2013 bekendraakte. Het parket heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) een vertrouwelijk verslag bezorgd, met nooit eerder bekend geraakte aanwijzingen dat de Britse geheime dienst GCHQ schuilging achter de operatie. Dat schrijft De Tijd vandaag.

De spionageoperatie kostte het toenmalige Belgacom 50 miljoen euro aan investeringen in beveiliging, boven op de reputatieschade.

Het doelwit waren de GRX-routers van Belgacom en BICS. Die geven toegang tot de communicatie tussen smartphones die verloopt via roaming, waarbij operatoren klanten van andere operatoren op hun netwerk toelaten. De communicatie werd massaal onderschept via 'Man in the Middle-operaties', waarbij de geheime dienst de communicatie als een 'man in het midden' naar zich liet afleiden. Daarvoor zijn de computers van sleutelpersonen bij Belgacom, die instonden voor het onderhoud en de beveiliging, gehackt. Ze liepen onder meer via valse LinkedIn-boodschappen in de val.

Lees ook ons stuk uit het archief: Waarom de Britten wegkomen met de gigantische Belgacom-hack 

Geens wil voorlopig alleen kwijt dat hij het verslag van het federaal parket zal voorleggen aan de Nationale Veiligheidsraad. Ook het federaal parket wil niet reageren.

"Strafrechtelijk onvoldoende bewijzen voor vervolging"

Volgens de informatie waarover De Tijd beschikt, laat het parket aan Geens weten dat het gerechtelijk onderzoek naar de hacking bijna klaar is en dat het parket het dossier zonder gevolg moet klasseren, omdat er strafrechtelijk onvoldoende bewijzen zijn om concrete verdachten te kunnen vervolgen. 

Maar het verslag somt wel alle bewijzen op die wijzen in de richting van de Britse geheime dienst GCHQ. De vraag is of de regering die kan negeren. En of er nog politieke of diplomatieke acties aan gekoppeld worden, aldus De Tijd.