© HBVL

Zelfs natuurbewegingen begrijpen niets van kritiek Groen op vakantiepark Terhills

De kritiek van oppositiepartij Groen op de bouw van het vakantiepark Terhills Resort in Dilsen-Stokkem en de daarmee gepaard gaande kap van 30 hectare bos, kan op bijzonder weinig begrip rekenen. Zowel ontwikkelaar LRM als de milieubeweging spreken van politieke stemmingmakerij.

Timmie VAN DIEPEN

Het was Vlaams Parlementslid Elisabeth Meuleman (Groen) die zaterdag frontaal de aanval opende op het geplande vakantiepark op de vroegere terreinen van de mijn van Eisden. Op die plek wil de Limburgse investeringsmaatschappij LRM vanaf de zomer starten met de bouw van een luxe resort met 250 vakantiewoningen dat later door Center Parcs zal worden uitgebaat, maar daarvoor moet wel 30 hectare bos worden gekapt. “Hemeltergend ironisch”, zegt Meuleman. “De bouw van dit vakantiepark dat de happy few dichter bij de natuur wil brengen, zal een ecologische ravage aanrichten.”

Volgens Meuleman stond het bos dat verdwijnt tot voor kort op de lijst van de meest kwetsbare bedreigde bossen in Vlaanderen, maar verdween het in maart 2017 van die lijst. Meuleman beschuldigt minister Joke Schauvliege (CD&V) dat haar beleid “zo lek is als een zeef”. “Dit toont aan hoe ernstig deze regering het neemt met natuurbehoud. Van zodra er genoeg geld op tafel ligt, heeft de natuur geen rechten meer.”

Politiek manoeuvre

Dat minister Schauvliege die kritiek “pure stemmingmakerij” noemt is niet zo vreemd. Wat wel uitzonderlijk is, is dat de kritiek van Groen door niemand wordt gedeeld, ook niet door de milieubeweging. “We vinden deze opmerkingen heel raar en zien er vooral een politiek manoeuvre in”, zegt Joris Gansemans, woordvoerder van Natuurpunt. “Het gaat om een akkoord van eind jaren 80, begin jaren 90. De suggestie om het vakantiepark op de oude mijnterreinen te bouwen, komt net van de toenmalige vertegenwoordigers van de milieubeweging.”

Lambert Schoenmaekers, bestuurslid van Natuurpunt en projectleider bij Regionaal Landschap Kempen en Maasland, was destijds de architect van dat compromis. “Center Parcs wilde eind jaren 80 een vakantiepark midden in de Mechelse Heide bouwen. We hebben toen hemel en aarde bewogen om ze daar weg te houden. De alternatieve locatie op de oude mijnterreinen van Eisden was zelfs geen compromis. Het ging om 219 hectare industriezone, donker paars gebied op het gewestplan, waarvan 100 hectare natuur werd en 119 hectare recreatiezone. Dat was en is pure winst voor de natuur. Want was het industriezone gebleven, dan was van dit bos al lang geen sprake meer. Wat niet wil zeggen dat dit bos geen waarde heeft. Dat heeft het wel, het heeft de afgelopen 30 jaar zijn gang kunnen gaan. We zijn er niet blij mee dat deze natuur verdwijnt, maar dit is een dossier waarvan je de geschiedenis moet kennen voor men een oordeel vormt.”

“Deze kritiek lijkt eerder ingegeven door het hele discours rond de betonstop”, zegt Schoenmaekers. “Uiteraard moet ons ruimtebeslag tot nadenken aanzetten. Maar in een dossier als dit moet je de afspraken nakomen. Anders komt alles op de helling te staan.”

Heraangeplant

Jeroen Bloemen, woordvoerder van de LRM, herinnert er ook aan dat er veel meer bos wordt heraangeplant dan er verdwijnt. “We zijn verplicht om van de 28,9 hectare die gekapt wordt 24,4 hectare te compenseren. De rest is jonger dan 22 jaar. Maar als tegemoetkoming compenseren we 63,4 hectare, wat de volledige oppervlakte is van het park. Dit is dus net een verhaal waarin ecologie en economie hand in hand gaan. Het is jammer dat net in dit dossier wordt gepolariseerd.”