Belastingdruk nergens zo hoog als in België, arbeidseconoom Stijn Baert: "Ondanks verkiezingsbeloften gestegen tegenover 2019"

België is en blijft kampioen in het belasten van arbeid. Dat blijkt uit het nieuwste rapport van de OESO. Van elke 100 euro die een bedrijf aan loonkosten betaalt, gaat er 52,7 euro naar de staatskas. "Dat is – alle verkiezingsbeloftes ten spijt – meer dan in 2019, toen er 52,3 euro naar de schatkist ging", duidt econoom Stijn Baert.

38 landen behoren tot de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, maar geen enkel land waar de belastingdruk zo hoog is als in dat van ons. Sterker nog: België is het enige land waar er meer dan 50 procent van een brutoloon wordt afgeroomd, zo blijkt uit hun nieuwste onderzoek.

Alleenstaanden moeten het meest het onderspit delven: iemand met een gemiddeld loon moet 52,7 procent afstaan. Dat is gemiddeld 17 euro meer dan in de andere OESO-landen. "Het gaat om 3 belastingen", vertelt Baert in de VRT NWS-podcast Het Kwartier. "De sociale zekerheidsbijdrage van de werkgever telt 21,3 procent. Zelf draag je 11 procent sociale zekerheid bij. En dan gaat er nog 20,4 procent aan personenbelasting naar de schatkist."

Veel beter is het voor eenverdienersgezinnen en tweeverdienersgezinnen met 2 kinderen echter niet. "Ook daar behoren we tot de slechtsten van de klas."

Betere dienstverlening voor minder geld

Nieuw is dat niet, want België prijkt sinds jaar en dag bovenaan de lijst van belastingdruk. Reden genoeg voor zowat elke politieke partij in ons land – de nakende verkiezingen indachtig – om te roepen dat "werken weer moet lonen". "Exact dezelfde belofte die we ook in 2019 hoorden", nuanceert Baert. "Toen ging er voor een alleenstaande nog 52,3 euro naar de staatskas." Oftewel: alle verkiezingsbeloften ten spijt, betalen we 5 jaar later méér in plaats van minder.

We doen het daarmee slechter dan onze buurlanden. "Het verschil met Duitsland en Nederland is groter geworden. Daar zien we wél een positieve evolutie en wordt er vandaag minder afgeroomd dan voorheen." 

Ook in de Scandinavische landen zijn belastingbetalers beter af. "In landen als Denemarken en Zweden liggen de belastingen eveneens vrij hoog, maar wel lager dan bij ons, én ze slagen erin om een betere dienstverlening te bieden op vlak van gezondheidszorg, hogere pensioenen, quasi gratis kinderopvang enzovoort. Ze belasten minder en geven meer terug. Natuurlijk betalen er meer mensen belastingen, en staan er meer sterke schouders onder de sociale zekerheid. Dat kan een verklaring zijn."

Gevolgen

Werken meer laten lonen, dat is dus het doel. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. "Als je A zegt, moet je ook B zeggen: waar ga je die centen vandaan halen? Los van het feit dat veel partijen daar vaag over zijn, moeten ze daar ook nog eens akkoorden over sluiten."

Daar is de regering-De Croo de voorbije legislatuur niet in geslaagd. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) had nochtans een plan. "Eentje dat uit 2 pijlers bestond", schetst Baert. "Een verschuiving naar vermogensbelasting enerzijds en meer btw-inkomsten op consumptie anderzijds.

De linksgeoriënteerde partijen zagen een stijgende prijs van de winkelkar echter niet zitten, en de rechtsgeoriënteerde partijen waren niet te vinden voor het belasten van de vermogens. Het probleem zit ‘m niet in de ambitie om lonen minder te belasten, maar in de consequentie die men daarvoor wil dragen."

Baert heeft dan ook een belangrijke tip voor de kiezers: "Hoor je politici zeggen dat ze werken meer willen laten lonen, vraag dan door: waar willen ze het geld daarvoor halen, en wat zijn daar de gevolgen van?"

Beluister: het volledige gesprek met Stijn Baert in Het Kwartier (vanaf 2.20 minuten)

Meest gelezen