Ook in april reden treinen minder stipt

In april van dit jaar reed 89,2 procent van de treinen stipt, tegenover 92,6 procent in april 2017. Dat betekent dat ze met minder dan 6 minuten vertraging in hun eindstation aankwamen. Ook in januari (88,6 procent), februari (87,3 procent) en maart (88,5 procent) reden de treinen minder stipt dan in 2017. Er werden vorige maand ook meer treinen afgeschaft dan een jaar eerder: 1.450 of 1,4 procent van alle treinen, tegenover 859 of 0,9 procent in april vorig jaar.

De verantwoordelijkheid voor die vertragingen ligt voor 30,8 procent bij Infrabel, voor 32,8 procent bij de NMBS en voor 33,7 procent bij "derden". Daarmee worden onder meer ongevallen en vooral spoorlopers bedoeld.

De stiptheid op het spoor is al lang een bezorgdheid voor de directie. Ook bevoegd minister François Bellot trok hierover al aan de alarmbel. Ook in januari (88,6 procent), februari (87,3 procent) en maart (88,5 procent) reden de treinen minder stipt dan in dezelfde periode vorig jaar. Maar april toont voorlopig wel het beste cijfer van dit jaar. "Dat geeft moed dat het de goede richting uitgaat", aldus Petit. "We voelen voorzichtig aan dat het door tal van maatregelen beter gaat. Ook mei ziet er op het eerste zicht niet slecht uit, al is het nog prematuur want de maand is nog niet om."

De woordvoerder beklemtoont dat de spoorwegen continu bezig zijn met maatregelen om de stiptheid te verbeteren. Er is een actieplan dat tientallen maatregelen omvat en dat continu verfijnd wordt om de problematiek het hoofd te bieden. "Maar het moet nog beter, dat beseffen we."