Direct naar artikelinhoud
Column

Van Overtveldt vermomt zich als conservatief, maar doet absoluut niets om het kwade in te dijken

Mark Elchardus.Beeld Bob Van Mol

Mark Elchardus is emeritus professor sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel en opiniemaker bij De Morgen. Zijn bijdrage verschijnt op zaterdag.

Partijen die tot voor kort een liberaal economisch beleid prominent in het uitstalraam plaatsten, keren terug naar hun conservatieve roots, zoals de Oostenrijkse Volkspartij. Partijen die zich voornamelijk liberaal opstelden, kiezen met een nieuwe voorzitter voor een conservatieve koers, zoals Les Républicains met Laurent Wauquiez. Uitdrukkelijk liberale partijen vervellen tot conservatieve, zoals de Nederlandse VVD van Mark Rutte. In het programma nog cadeautjes voor de welstellenden, in de meest recente campagne vooral conservatieve klemtonen. 

Veel duidelijker nog is dat alles in Vlaanderen. Het liberale economisch beleid wordt hier zelfs niet meer in de eerste plaats gedragen door een liberale partij – steeds meer in de rol van aandoenlijke sidekick gedrongen – maar door een partij waarvan het maatschappelijk discours conservatief is, bijna consequent conservatief, de N-VA.

Christelijke optimisme

Consequent conservatisme is een uitermate schaars verschijnsel in ons politiek bestel. Veeleer iets voor excentrieke filosofen dan voor politici. Als die laatsten er zich al aan wagen, doen ze dat nog eerder als columnist dan als politicus, zoals Bart De Wever (N-VA). Christendemocratische partijen worden vaak conservatief genoemd wegens hun terughoudendheid in de zogeheten 'ethische' kwesties (abortus, euthanasie, homohuwelijk…). Dat getuigt van een gebrekkige definitie van conservatisme.

Het liberale economisch beleid wordt hier vooral gedragen door een partij waarvan het maatschappelijk discours conservatief is, de N-VA

Sinds kerkvader Augustinus (354-430), die nare herinneringen overhield aan een losbandige jeugd, associëren christenen seks en het lichaam met het kwade. Zij geloven echter, net als Augustinus, dat in die en andere aangelegenheden niet het kwade, maar wel het goede uiteindelijk zal zegevieren. Dat doen consequente conservatieven nu net niet. Zij stellen het zonder die illusie. De mensen, die zijn wat ze zijn, laten consequente conservatieven het geloof in beterschap en vooruitgang varen. Daarom willen ze niet aan een bestaande orde raken in naam van abstracte principes.

De terugkeer van consequent conservatisme werd ongewild bevorderd door een paar vooraanstaande hedendaagse christenen. Omdat er geen christendemocratische partijen zijn in hun landen, noemde de ene, de Amerikaanse president George Bush, zich een “empathisch conservatief”, de andere, de Britse premier Tony Blair, een “nieuwe travaillist”. Bush had het over seks en drank als hij aan het kwade dacht. Blair niet, voor zover ik weet. Beiden deelden wel een definitie van het kwade: Saddam Hoessein.

Toen zij hun landgenoten klaarstoomden voor de Irak-oorlog, omschreven zij die man herhaaldelijk als de “belichaming van het kwaad”. Het koppel Bush & Blair overwoog echter geen moment dat het kwade het zou kunnen halen van hun goede bedoelingen.

Saddam Hoessein, de ex-president van Irak, tijdens zijn proces in Bagdad, op 21 december 2006. Hij werd ter dood veroordeeld.Beeld REUTERS

Brutale pacificatie

Vandaag kunnen we terugblikken. Saddam Hoessein was een dictator, maar na zijn terechtstelling werd het duidelijk dat hij 35 jaar lang een diep verdeeld land op een weliswaar brutale manier had gepacificeerd. Zonder hem, zo bleek en blijkt, méér vervolging, méér geweld, méér gefolter, méér bloed en dood, tot in Brussel en Parijs toe. En dat verhaal geldt eigenlijk ook voor Libië en Syrië.

Over de motieven van westerse landen om dictators omver te werpen, bestaan verschillende visies. Volgens Bush en Blair en het liberale establishment gebeurt het ter verspreiding van het goede en bestrijding van het kwade. Links meent dat het gebeurt in het belang van het grootkapitaal en om te zorgen voor benzine aan de pomp. Voor hen is het een strijd van het kwade tegen het kwade. 

De westerse interventies hebben seculiere dictaturen vervangen door religieuze autocratieën, wankele staten door gevallen staten, repressie door genocide

Volgens consequente conservatieven doen we het omdat christendemocraten en liberalen naïef genoeg zijn om te geloven dat de wereld kan worden verbeterd. En kijk, de westerse interventies hebben seculiere dictaturen vervangen door religieuze autocratieën, wankele staten door gevallen staten, repressie door genocide, corrupte ambtenaren door krijgsheren, autoritarisme door anarchie. Het aantal mensen dat bestolen, mishandeld, verkracht, gefolterd en vermoord wordt, nam spectaculair toe.

Ontnuchterend conservatisme

Daarom staat nu, alvast in de geesten, een ontnuchterend conservatisme, gedreven door het beperken van het kwade, tegenover het progressieve streven naar het betere. Die voorzichtige behoudsgezindheid mag er best zijn in het spectrum van politieke opvattingen. Maar is ze oprecht? 

Neem nu die neoliberale fanaticus, onze minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA). Hij vermomt zich als conservatief, maar doet absoluut niets om het kwade (fiscale fraude, belastingontduiking en belastingontwijking bijvoorbeeld) in te dijken. Hij doet daarentegen alles om de middelen van de staat zodanig te verschralen dat het streven naar het betere straks totaal onmogelijk wordt. De tactiek van de verschroeide aarde als fiscaal beleid. Zelfs de bikkelharde voormalige Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, sprak daar schande over. 

Conservatisme? In dit geval dus niet als respect voor het bestaande, maar als verbeten streven naar zelfverlamming.