Antwerpen, Brugge en Gent willen bus en tram zelf organiseren

De Lijn blijft in Brugge grote bussen richting stadscentrum sturen, tot onvrede van het stadsbestuur. © Jimmy Kets

Niet alleen in het buitengebied zijn lokale bestuurders gefrustreerd over De Lijn, ook met de steden is de relatie verzuurd. Brugge, Gent en Antwerpen vinden dat ‘De Lijn geen voeling heeft met de realiteit in de steden’ en willen het lokale openbare vervoer opnieuw zelf in handen nemen.

‘Gent groeit snel’, zegt de Gentse schepen van Mobiliteit, Filip Watteeuw (Groen). ‘Er komen nieuwe wijken, bedrijventerreinen, campussen. De haven boomt. En waar blijft De Lijn? Op twee tramverlengingen na is het aanbod in twintig jaar niet veranderd. Al vijftien jaar liggen plannen op tafel voor nieuwe tramlijnen. We wachten nog steeds.’

De stad begon dan maar zelf vervoer te organiseren, onder meer naar de haven en in de voetgangerszone, en straks ook naar en binnen de economische sites in het zuiden.

Kleine busjes in Brugge

Ook de Brugse burgemeester, Renaat Landuyt (SP.A), heeft het gehad met de ‘starheid van De Lijn’. ‘Wij willen vlotte verbindingen tot de stadsrand en kleine busjes in de binnenstad. De Lijn wil grote bussen door de stad blijven jagen. Maar in een stad als Brugge is dat niet leefbaar.’

Brugge verbood De Lijn nog langer door de twee grote winkelstraten te rijden. Op zaterdag rijden er wel kleine busjes, uitgebaat door een private pachter. Meer van dat soort lussen volgen. Voor de reiziger is het gratis, de stad betaalt.

Regionaal Antwerps vervoersbedrijf

In Antwerpen pleit schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) voor een regionaal vervoersbedrijf dat alle mobiliteit in de ruime regio organiseert. ‘Zowel tram als bus, maar ook lokale treinverbindingen, deelsystemen of de waterbus.’

De bestuurders menen in staat te zijn het roer over te nemen. Maar hebben ze er ook de centen voor? ‘Ik wens Filip Watteeuw toe dat hij wel de budgetten vindt om die projecten uit te voeren’, antwoordt Roger Kesteloot, de topman van De Lijn. ‘Wij kennen de behoeften ook. Maar we kunnen er niet op inspelen, omdat er niet genoeg geld voor is. De steden zouden met hetzelfde budget niet meer kunnen doen dan wij.’

Schepen Watteeuw is niet onder de indruk. ‘Ik ben er zeker van dat bedrijven bereid zijn om mee te betalen. Als er maar een oplossing komt.’