Direct naar artikelinhoud

Missies in Mali en Afghanistan met één jaar verlengd, Kamermeerderheid is akkoord

Een Kamermeerderheid heeft dinsdag groen licht gegeven aan het verlengen van de militaire missies in Mali en Afghanistan voor de periode van één jaar. Eind 2018 wordt opnieuw besloten of de missies met in totaal bijna 400 Nederlandse militairen nog langer doorgaan.

Nederlandse militairen in de strijd tegen IS.Beeld anp

De instemming van het parlement was een formaliteit, want het kabinet heeft in september al bij bondgenoten aangekondigd dat Nederland de bijdrage voor de militaire missies in Mali en Afghanistan zou verlengen. Dat gold ook voor de bijdragen in Irak, Litouwen en de Hoorn van Afrika. Een besluit nog langer uitstellen was volgens het destijds demissionaire kabinet Rutte II niet meer verantwoord, vanwege de vereiste 'militaire planning'. Zo moeten militairen die worden uitgezonden gemiddeld vier maanden voor vertrek beginnen met trainen. De nieuwe ploeg Nederlandse militairen vertrekt in januari al.

Garanties

Toch is een Kamermeerderheid die instemt met de missies relevant. Het kabinet wenst namelijk een zo breed mogelijk politiek en maatschappelijk draagvlak voor militaire missies waar mogelijk Nederlanders kunnen sneuvelen. Zowel in Mali als in Afghanistan zijn gewapende islamitische extremisten aanwezig die westerse militairen als tegenstander beschouwen en daar kunnen dus soms Nederlanders omkomen.

De volksvertegenwoordigers hebben in ruil voor hun steun aan beide missies garanties geëist over de veiligheid van de uitgezonden militairen. De Kamerleden hebben vooral grote zorgen over de 'munitieveiligheid en medische faciliteiten' in Mali. Dit najaar bleek namelijk uit een vernietigend rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dat twee Nederlandse militairen in juli 2016 zijn omgekomen bij een oefening met ondeugdelijke mortiergranaten in Mali. De toenmalige Defensieminister Jeanine Hennis en Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp traden af, omdat dit ongeluk voorkomen had kunnen worden.

Minister Jeanine Hennis van Defensie na afloop van het debat over het fatale ongeluk met Nederlandse militairen in Mali.Beeld anp

Eigen kinderen sturen?

'Ik heb naar de missie gekeken met de vraag in mijn achterhoofd: Zou ik mijn eigen kinderen op missie sturen?', zei de nieuw aangetreden Defensieminister Ank Bijleveld dinsdag over het verlengen van de Mali-missie. Volgens haar zijn de aanbevelingen van het OVV-rapport over de problemen in Mali voldoende opgevolgd.  Zo garandeert het kabinet een tijdige medische evacuatie per helikopter, indien militairen gewond raken. 

'Ik zend de militairen uit met een gerust hart, voor zover dat kan', zei Bijleveld. 'Maar we moeten ons ook realiseren dat het mannen en vrouwen zijn die daar met gevaar voor eigen leven rondlopen. Het is geen veilig gebied. Maar wat we eraan konden doen, hebben we gedaan. Daarom heb ik voldoende vertrouwen om de mannen en vrouwen uit te zenden.'

Het kabinetsbesluit over Mali en Afghanistan werd gesteund door coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, maar ook door oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en 50Plus.

Niet zinvol

PVV, SP, Partij voor de Dieren en Denk zijn tegen het verlengen van de missies. De SP vindt bijvoorbeeld dat Mali niet verlengd moet worden, omdat er veel te weinig tijd is verstreken om te beoordelen of de problemen die de OVV in Mali heeft geconstateerd, inmiddels zijn opgelost. Onder meer PVV en Denk wijzen op de belabberde staat waarin Afghanistan verkeert, om te onderstrepen dat de missie daar niet zinvol is of zelfs averechts werkt.

Het is onduidelijk of Forum voor Democratie tegen de Mali- en Afghanistanmissie is. De partij maakte eerder een groot punt van het veronderstelde ondeugdelijke uniform van militairen, maar was niet aanwezig bij het besluit over de voortgang van de missies.

Donderdag debatteert de Tweede Kamer over het verlengen van de missie tegen terreurgroep IS in Irak en Syrië.

Thierry Baudet in legerkleding tijdens het debat over het fatale ongeluk met Nederlandse militairen in Mali.Beeld anp