Direct naar artikelinhoud
AnalyseSpanje

Dacht de Spaanse premier Pedro Sánchez aan aftreden of speelde hij een politiek spel? ‘Absolute schaamteloosheid’

De Spaanse premier Pedro Sánchez met zijn vrouw Begoña Gómez (rechts).Beeld Europa Press via Getty Images

Hebben we straks nog een regering? Die vraag stelde Spanje zich vijf dagen lang, nadat premier Pedro Sánchez zei dat hij overwoog om op te stappen na volgens hem schandalige aanvallen op zijn vrouw. Maandag kwam de sociaal-democraat met het verlossende woord: hij blijft.

“Ik heb besloten om door te gaan, zo mogelijk met nog meer kracht, als hoofd van de regering van Spanje”, deelde Sánchez (52) mee in een live vanuit regeringspaleis Moncloa uitgezonden toespraak.

De premier, sinds 2018 aan de macht namens de sociaal-democratische PSOE, zei het hoofd te willen bieden aan de giftige stijl van politiek bedrijven waaraan zijn rechtse tegenstanders zich volgens hem schuldig maken. “Of we zeggen: basta, of deze afbraak van de publieke zaak zal onze toekomst bepalen en ons als land veroordelen.”

Daarmee komt er een einde aan vijf dagen vol vertwijfeling in de Spaanse politiek. Het startschot ervan werd vorige week woensdag gegeven door de sociaal-democratische premier zelf, toen deze in een open brief op X schreef dat hij overwoog om af te treden. “De legitieme vraag die ik mezelf stel is: is dit het allemaal nog waard? Oprecht: ik weet het niet.”

Beschuldiging van corruptie

Met “dit” doelde Sánchez niet op kritiek op zijn progressieve beleid of zijn volgens zijn critici oneindige opportunisme. Zulk vuur heeft hij leren te verdragen sinds hij rechts in 2018 van de troon stootte en premier werd in het ruige, zeer gepolariseerde politieke landschap van Spanje. Dit was anders: dit keer was niet hijzelf het doelwit, maar Begoña Gómez (49), de vrouw met wie hij in 2006 trouwde en hun twee dochters Ainhoa en Carlota kreeg.

Gómez wordt vanuit rechtse hoek beschuldigd van het misbruiken van haar informele machtspositie als partner van de belangrijkste politicus van het land. Ze zou een rol hebben gespeeld bij het ‘regelen’ van 475 miljoen euro aan overheidssteun voor luchtvaartmaatschappij Air Europa tijdens de coronacrisis.

In ruil voor die gunst zou Globalia, het moederbedrijf van Air Europa, geld hebben beloofd voor het tot 2022 door Gómez geleide IE Africa Center. Dit kenniscentrum zet zich in voor “het promoten van een Afrika-centrische blik” in de boardrooms van grote bedrijven wereldwijd. Met een bijdrage van 40.000 euro van Globalia zou Gómez stageplekken voor veelbelovende Afrikanen hebben willen financieren.

Omstreden onderzoek rechter

Veel bewijs voor mogelijke corruptie, zoals sinds half maart geopperd is door verschillende rechtse online media, ligt er vooralsnog niet. Er zijn geen concrete aanwijzingen voor bemoeienis van Gómez met de staatssteun. Air Europa was slechts een van vele luchtvaartmaatschappijen die overal ter wereld tijdens de pandemie aan het staatsinfuus werden gelegd. Bovendien werd het akkoord voor het stageproject al op 17 januari 2020 gesloten, vóór het uitbreken van de coronacrisis in Europa, en kwam het project uiteindelijk nooit van de grond.

Het gebrek aan concreet bewijs belette de rechtse oppositie in het Spaanse Congres niet frontaal de aanval te openen op de premier en zijn vrouw. De zaak belandde woensdag in een stroomversnelling toen Manos Limpias (Schone Handen), een zelfverklaarde corruptiewaakhond van zeer rechtse snit, een rechter in Madrid bereid vond om een vooronderzoek naar Gómez in te stellen. Lang niet iedereen in de juridische wereld begreep dat: het Openbaar Ministerie eiste donderdag zelfs dat de rechter zijn onderzoek zou staken.

‘Absolute schaamteloosheid’

Wat Sánchez zag, schreef hij in zijn brief, was een “coalitie van rechtse en ultrarechtse belangen” die het gemunt had op de vrouw “op wie ik smoorverliefd ben”. Toch lazen zijn tegenstanders een meer cynische verklaring in de manoeuvre van de premier, een politieke kat met negen levens die het land vaker versteld heeft doen staan.

Na verkiezingen vorig jaar is zijn regering sinds november afhankelijk van de gedoogsteun van de partij van de veroordeelde Catalaanse separatist Carles Puigdemont. Die samenwerking verloopt zeer moeizaam − Puigdemont eist amnestie voor zichzelf en andere separatisten − en is Sánchez op zware kritiek komen te staan, ook vanuit zijn eigen partij. Was zijn dreigement om af te treden niet gewoon een poging om in de slachtofferrol te kruipen en zijn klagende bondgenoten weer in het gelid te krijgen?

Nu Sánchez alsnog aanblijft, zien zijn critici zich gesterkt in hun overtuiging dat de premier politieke poppenkast speelde. “Het is van een absolute schaamteloosheid”, zei maandag Isabel Ayuso, de invloedrijke regiopresident van Madrid namens de rechtse Partido Popular (Volkspartij). “Hij heeft vijf dagen de tijd genomen om na te denken over hoe hij rechters, politieke partijen en de onafhankelijke pers moet aanvallen.”