© Raymond Lemmens

België start niet met 4, maar met 2 kopmannen: “Tim en Dylan starten op gelijke voet”

Vanaf zondag is het Oostenrijkse Innsbruck acht dagen lang het decor van het WK wielrennen op de weg. Aftrappen doet het wielerfestival met het allerlaatste WK ploegentijdrit voor merkenteams. Exact een week later volgt dé apotheose met de wegwedstrijd van de heren elite. Kevin De Weert (36) selecteerde daarvoor drie Limburgers: Tim Wellens en Dylan Teuns, dé twee speerpunten van de blauwhemden, en Ben Hermans. Johan Vansummeren (37) kan zich helemaal vinden in de keuze van de bondscoach. Op één naam na…

Opgetekend in HASSELT door Rob RODIERS

Huidig bondscoach Kevin De Weert nam deel aan vijf wereldkampioenschappen, zijn Lommelse generatiegenoot mocht het mythische appelblauwzeegroene shirt eenmaal vaker om de schouders draperen. Slechts tweemaal behoorden ze samen tot de selectie.

“Logisch, de bondscoach stond vaak voor de keuze: of Vansummeren of De Weert selecteren voor de rol van luxeknecht”, weet die laatste.

“In die twee keer dat we samen van start gingen – Valkenburg (2011) en Kopenhagen (2011) – was het wel eenmaal goed prijs. Carlo had ons beter vaker samen opgeroepen”, knipoogt Summie. “De hele dag reden we op kop. Achter de vroege vluchters, achter allerlei kopgroepjes. Maar niemand geraakte uit onze omknelling. Ik herinner me mijn power file van die dag nog, die was redelijk impressionant: 5 uur en 40 minuten sleurden we aan kop met een gemiddeld wattage van 366.”

“Ik heb als prof geen koers gewonnen, maar die dag in Valkenburg staat wel in mijn geheugen gegrift als één van de hoogtepunten van mijn carrière”, mijmert De Weert, die destijds als 20-jarige wereldtopper bij de jeugd de overstap maakte naar het grote Rabobank. “Mijn twaalfde plaats in de eindstand van de Tour 2011 is me eveneens dierbaar, net als enkele overwinningen van een ploegmaat waarin ik mijn aandeel had. (Recht plots de rug) Maar zeg eens Summie, wat vind jij eigenlijk van de selectie?”

Vansummeren: “Goed, zonder meer. Als ik het voor het zeggen had gehad, zou het achttal er niet erg verschillend hebben uitgezien. Ik had alleen Jelle Vanendert meegenomen.”

De Weert: “(Knikt) Jelle was mijn eerste reserve. Jammer genoeg moest hij omwille van een val de Tour of Britain vroegtijdig verlaten. Ik weet echter niet wie uit mijn achttal ik had moeten thuislaten opdat Jelle toch had kunnen meegaan?”

Vansummeren: “Meurisse?”

De Weert: “We zullen de maandag na het WK nog een klappen. Xandro gaat niet door de mand vallen, believe me. Kijk naar het EK, Van Aert verlaat Glasgow met zijn hoogste power file ooit… Wel, Meurisse was daar wel de man van de koers. Plus, het is een ploegspeler. Hij doet wat je vraagt. Hij kan een berg op. Dat bewees hij in de Dauphiné. Tot en met het EK was Xandro niet voor het WK voorzien. Maar in Glasgow heeft hij mij helemaal overtuigd. Ik snap niet dat die jongen niet voor een WorldTour team rijdt. Bij Lotto Soudal rijden jongens rond met minder kwaliteiten. Xandro is 26, Jelle 33. Dan kies ik liever voor een jongere pion.”

Vansummeren: “Over het thuislaten van Thomas De Gendt is anders ook veel inkt gevloeid én zendtijd aan gespendeerd.”

De Weert: “(Fijntjes) Ik ben blij dat ik heb kunnen bijdragen aan het winnen van Thomas’ bergtrui. Ik las overal dat hij bevrijd heeft kunnen koersen sinds hij wist dat hij niet tot de selectie hoorde. Zodus…”

Vansummeren: “(Lacht) Hij heeft zich allerminst moeten sparen, dat staat buiten kijf. Nu, net om die duidelijkheid, die open communicatie word je geroemd. Zowel door geselecteerden als niet-geselecteerden.”

De Weert: “(Knikt) De jongens weten al vrij lang of ze mee mogen gaan of niet. Omdat ik vind dat het contraproductief werkt als je moet vechten voor je selectie. Dat zadelt een renner alleen maar met stress op, het vergt krachten die je onnodig verspilt.”

Lugano-scenario

Vansummeren: “Hoe kom je als bondscoach eigenlijk tot een selectie van acht?”

De Weert: “Eerst ga je het parcours verkennen. Vervolgens stel je jezelf de vraag: welke renners neem ik mee als iedereen 100% fit is. Dan kom je tot een kleine kern van namen. Met die jongens ga je praten en de mogelijke scenario’s aftoetsen. Daarbij ga ik altijd uit van eigen sterkte: hoe kunnen wij - (benadrukt) wij – de koers winnen? Vaak liggen de meningen niet ver uit elkaar of zelfs niet. Tenslotte ga ik één op één met de knechten praten. Ook die gesprekken zijn geen eenrichtingsverkeer. Pas op zaterdag ontvouw ik het plan, dat eigenlijk een samenvatting is van al die individuele gesprekken, en geef ik nog wat praktische zaken mee. Kortom, ik investeer heel wat tijd om iedereen mee te krijgen in één verhaal.”

Vansummeren: “Wat heeft de verkenning van het parcours jou geleerd?”

De Weert: “Dat, indien die steile klim in Gramartboden er niet had ingezeten, Sagan en Van Avermaet zeker niet kansloos waren geweest. De klim naar Igls is een ‘loper’, die in trapjes stijgt.”

Vansummeren: “Ik hou ook met die steile slotklim wel degelijk rekening met de heer Sagan.”

De Weert: “Als hij binnen de tien seconden van de koplopers de top bereikt, kan hij opnieuw vooraan komen postvatten. Dat weet ik wel zeker. Bovendien wacht hem dan nog een technische afdaling. Wie weet valt er op die Gramartboden ook wel niet weg te poefen en moet iedereen kruipen? Als de ene één kilometer per uur sneller naar boven kruipt dan een ander… Waar ga je naartoe kruipen? Sagans trainer Patxi Vila is ter plaatse een kijkje gaan nemen en heeft op de slotklim de nodige formules losgelaten. Uit zijn berekening concludeerde hij dat Sagan wel degelijk over die klim geraakt. (Lacht) Da’s theorie natuurlijk. Maar mij ga je niet horen zeggen dat Sagan geen kans maakt op een vierde opeenvolgende wereldtitel.”

Vansummeren: “(Knikt) Het belooft alleszins een atypisch WK te worden. Zowel een ronderenner die op één dag kan uitblinken als een eendagsspecialist die alle ronderenners aankan, maken ditmaal kans.”

De Weert: “Enkel renners die zowel in het klassieke als het rondewerk reeds wisten uit te blinken, behoren tot mijn kransje topfavorieten. (Somt op) Nibali, Valverde, Alaphilippe, Daniel Martin… Alaphlippe vliegt momenteel. Ik heb hem in de Ronde van Slowakije bezig gezien. De speelsheid waarmee hij rondrijdt… (Blaast de wangen bol) Als het geen Belg is, zeg ik: Alaphilippe.”

Vansummeren: “Nu, we hebben het wel vaak over die steile slotklim…”

De Weert: “(Onderbreekt)… maar voor hetzelfde geld valt de beslissing in een tussenstuk, I know. Zoals in Lugano (toen Museeuw een vroege aanval succesvol afrondde, nvdr).”

Vansummeren: “Ja maar, dat scenario dateert niet voor niets al van 1996.”

De Weert: “Er zijn genoeg landen die niet gebaat zijn met wachten, Johan. Wat gaan de Italianen bijvoorbeeld doen? Gaat Moscon in functie van Nibali rijden? Ik denk het niet.”

Carlo Bomans

Vansummeren: “Kevin, is jouw vel dikker geworden sinds je bondscoach bent? Want iedereen heeft een mening. En je krijgt toch wat te slikken. Niet in het minst via de sociale media.”

De Weert: “(Schudt het hoofd) Dat stoort me allerminst. Ik heb mij vanaf dag één erop ingesteld dat ik nu blootgesteld sta aan commentaar, aan kritiek van buitenaf. Sport is nu eenmaal gecreëerd opdat mensen er eindeloos over kunnen discussiëren. Nu, ik lees soms wel harde dingen. Maar ik kan dat plaatsen. Carlo (Bomans, nvdr) las die commentaren bewust niet. Ik wel, omdat ik vind dat je moet weten wat er ‘speelt’ rondom je. Tot nog toe kan ik dat redelijk goed naast me neerleggen.”

Vansummeren: “Welke kneepjes heb je geleerd van Carlo gedurende die paar maanden dat je enkel nog maar development coach was bij Belgian Cycling?”

De Weert: “Vooral op logistiek vlak heb ik veel van hem opgestoken. Ik was nog nooit op een Olympische Spelen geweest. In aanloop naar Rio heeft Carlo me enorm geholpen. Voor het overige wilde ik bewust niet te veel kopiëren. Elke coach moet zijn stijl hebben, vind ik. Ik heb mijn eigen stijl op het vlak van communicatie met mijn renners. Bovendien had ik een goede band met een leeftijdsgenoot als Gilbert, Van Avermaet met wie ik in een peloton heb gereden en Boonen, een persoonlijke vriend. Dat heeft me zeker geholpen. Zij hebben mijn rol onmiddellijk aanvaard waardoor de andere geselecteerden automatisch volgden. Intussen zitten we aan zes medailles na diverse kampioenschappen. Wat het is, ik weet het niet? Maar de magic werkt. Voorlopig.”

“Geen De Cauwer”

Vansummeren: “Ik blijf het vreemd vinden dat op een WK geen communicatie vanuit de wagen toegelaten is. Zie je het al gebeuren dat op een WK voetbal tegen de trainer wordt gezegd: hier blijf je zitten, mondje dicht en handen in de zakken?”

De Weert: “(Lacht) In Innsbruck gaat het beter meevallen dan de voorbije jaren omdat het pak snel uit elkaar zal liggen. Bovendien mag ik de volgerskaravaan met de eerste wagen rijden. Ik zal dus geregeld tot bij mijn renners kunnen rijden. Maar inderdaad, als de vlag naar beneden gaat, zit mijn job voor het grootste gedeelte erop. Vandaar dat ik Serge Pauwels er absoluut bij wilde. Hij kan erover waken dat de lijnen die ik vooraf heb uitgezet grotendeels opgevolgd zullen worden.”

Vansummeren: “Uiteindelijk zijn het toch altijd de renners die het moeten waarmaken.”

De Weert: “Vandaar dat ik ook nooit zal claimen dat ik iemand olympisch of wereldkampioen heb gemaakt. Zoals José De Cauwer dat beweerde na de wereldtitel van Boonen in Madrid. Ik kan alleen maar acht jongens kiezen. Een hiërarchie aanbrengen in dat achttal en een plan bedenken hoe onze kopmannen het best in de finale afgezet worden. Denk je nu echt dat ik in die laatste ronde nog invloed kan uitoefenen? Op de beelden die ik in de wagen te zien krijg, zit alleen al een vertraging van twintig seconden. Nee, je kunt als ploegleider de finale niet schrijven. Denk je nu echt dat Fitte (Wilfried Peeters, nvdr) richting de wielerpiste van Roubaix tegen Boonen kon zeggen: Tom doe iets! Nee, op zo’n momenten val je als renner terug op je buikgevoel. In Rio was het Greg die in no time reageerde op de uitval van Fuglsang. Die eer wil ik zelf niet opstrijken. In geen geval.”

Greg = zekerheid

Vansummeren: “Mogen we Gregs naam voortaan bij iedere selectie als eerste noteren?”

De Weert: “Ja. Als Greg mee wil, is zijn naam de eerste die op mijn papier zal staan. Omdat hij het waard is, op tal van omlopen uit de voeten kan en… Olympisch kampioen is. Dat verdient respect. Oké, dat stopt op een bepaald moment. Maar op dat punt zijn we nog lang niet aanbeland.”

Vansummeren: “Hetgeen je daarnet zei over Sagan geldt ook voor Greg.”

De Weert: “(Knikt) Met dat verschil dat Sagan de Vuelta in de benen heeft en Greg niet. Dat speelt niet in zijn voordeel. Als niet-klimmer klim je na een grote ronde beter, dat weet jij ook, hè Johan? In Rio had Greg net de Tour achter de rug. Nu blijft het een beetje afwachten. Als je ziet hoe Dylan Teuns gedurende de Vuelta is gegroeid…”

Vansummeren: “Na zijn tweede plaats heb je contact met hem gehad en vervolgens heb ik hem niet meer in een ontsnapping gezien. Heb je hem gevraagd om in spaarmodus te gaan?”

De Weert: “Ik weet of dat door mij komt (lacht). Maar ik heb hem wel gezegd: Jongen, volgens mij ben je nu top. Elfde in een tijdrit, (steekt een vinger op) in de derde week van een grote ronde, hè. Dat betekent: vorm! Daags nadien tweede na een moordende slotklim. Het houdt natuurlijk een keer op. Ik heb hem mijn advies gegeven, meer niet. Maar het viel me wel op dat hij sindsdien rustig is gebleven.”

Vansummeren: “Tim zegt van zichzelf dat hij als laatste van de Belgen mag wachten met zijn aanval.”

De Weert: “Tim en Dylan starten voor mij op gelijke voet.”

Vansummeren: “Dat lijkt me de logica zelve.”

De Weert: “(Voegt eraan toe) Na Teuns’ Vuelta welteverstaan. Op Tim kan je altijd rekenen. Ik werk echt graag met die jongen. Met hem heb ik al heel wat doorgesproken. Maar Dylan heeft zich daar nu naast gefietst. Dat hoeft helemaal geen nadeel te zijn.”

Vansummeren: “Vond je het verrassend dat Ben Hermans als een verrassing werd bestempeld?”

De Weert: “Ja. Hij wint op de Kitzbuheler Horn. Vervolgens het klassement in Oostenrijk. Wordt in Utah tweede, blijft daar op hoogte, komt thuis en slaapt dan nog tien dagen in zijn hoogtetent. Hij was in Duitsland en Slowakije goed, maar moet nu pas echt goed worden. Ben heeft al bewezen dat hij een klassieker aankan. Voor mij is Hermans een logische keuze.”

Niet afwachten

Vansummeren: “Is Ben een pion voor de voorfinale?”

De Weert: “(Geheimzinnig) Het finetunen doen we pas in Innsbruck. Wat vaststaat is dat ik één pion bij Dylan en één pion bij Tim zet, als persoonlijke helper. De overige vier zijn allemaal jongens die hun ding kunnen doen. Waar je mee kunt spelen. Wanneer ze aan zet zijn, zal je volgende week wel ontdekken. Het is alleszins niet aan ons om de koers te dragen. Het enige waarvoor we moeten uitkijken, is: te lang wachten. Want elke ronde waarin je niet aanvalt, neem je Sagan mee in de wielen. Er zijn nog landen die het zich niet kunnen permitteren om passief te zijn. Je kunt geen vijf renners opsommen die mogen afwachten tot die slotklim, toch?”

Vansummeren: “(Knikt) Die namen hebben we zonet al vernoemd. Klopt het dat je bij de verkenning van Gramartboden niet bent boven geraakt met de wagen?”

De Weert: “(Grinnikt) Dat klopt inderdaad. Mijn hybride wagen kon het niet aan. Ik ben moeten terugdraaien. Als het regent wil ik het nog wel eens zien. De renners hebben dan trouwens al 250 kilometers in de benen… Trouwens, wij gaan er met de auto’s niet over in koers maar moeten aan de voet doorsteken.”

Vansummeren: “Wanneer is Kevin De Weert zondag 30 september om 18 uur een tevreden bondscoach?

De Weert: “Ik bekijk het als volgt: jouw tactiek, selectie en de manier van communicatie heb je zelf in handen. Het koersverloop heb je daarentegen niet in handen. Dus, als iedereen zijn taak doet zoals vooraf is doorgesproken, is het WK voor mij al geslaagd. De uitslag is bijzaak.”

Vansummeren: “Hmmm, dat zeg je nu wel…”

De Weert: “Ik weet wat je bedoelt: ik ben diegene die wordt afgerekend op de uitslag. Maar puur persoonlijk… Als ik al mijn renners meekrijg in mijn verhaal en er komt achteraf geen kritiek vanuit de groep, dan verlaat ik Innsbruck met een voldaan gevoel. Maar… ik heb er alle vertrouwen in dat we goed voor de dag zullen komen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer