Sporen van het koninkrijk: Wij zijn hier als jij terugkomt
Over mijn werk als pionier stellen mensen vaak vragen als: ‘Amsterdam is wel harde grond, hè?’, of: ‘Het is vast lastig om mensen te bereiken?’ of: ‘Die mensen zijn zeker allemaal écht los van God?’ Hoe goedbedoeld ook, dit soort opmerkingen raken voor mijn gevoel kant noch wal. Laatst werd me weer duidelijk waarom.
Op een zondag voor de zomer kwam er in Hebron (de buurtkerk waar ik pionier ben) een stel binnen dat ik nog niet eerder gezien had. Hij een Hollandse man van middelbare leeftijd, zij iets jonger en uit een Aziatisch land. We begonnen net met een toesprakenserie over de liefde en ze konden bij het begin aansluiten.
Ik sprak hen na de viering en hoorde hun bijzondere verhaal. Hij was atheïstisch opgegroeid en had altijd in kringen gezeten van ‘kille rationaliteit’ als het ging om religie en God. Zij kwam uit het verre oosten, en was daar christelijke opgegroeid en actief. Via internet waren ze nu drie jaar bij elkaar, en voor het eerst kwam zij over naar Nederland. Haar enige voorwaarde was geweest dat hij een kerk zou zoeken om op zondag samen naartoe te gaan. Tijdens een wandeling door de wijk kwam hij Hebron tegen, en die zondag zaten ze samen in de zaal.
Hij was ondersteboven. Zij voelde zich meteen thuis: in de kerk bleken verschillende mensen te zitten die ooit als emigrant vanuit haar thuisland naar Nederland waren gekomen. Voor hem klopte alles: dat de serie over de liefde ging (na drie jaar daten via het internet), dat hij al enige tijd klaar was met de kille benadering van de wereld (de liefde als een spel van neutronen in je hoofd). In gesprekken was ik mij bewust van mogelijke gevoeligheden over God. Hij zei: ‘Je hoeft niet zo voorzichtig te zijn hoor, vertel me maar gewoon over God. Ik wil het weten, want dit is de kant die ik op moet.’
Verhalen als deze maak ik vaker mee. Vaker dan de verhalen waarin mensen naar Hebron komen door onze ‘acties’ in de buurt. Iets soortelijks zie ik in de leefgemeenschap waar ik woon (Oudezijds 100). Daar wordt soms tegen mensen die vertrekken, gezegd: ‘Wij zijn hier voor als jij terugkomt.’ De eenvoudige presentie van gastvrije christelijke gemeenschappen is vaak veel ‘effectiever’ dan allerlei actieve vormen van missionair werk.
Misschien is de belangrijkste reden wel dat het de bal teruglegt bij God zelf. ‘Mensen bereiken’ of spreken over ‘harde grond’ kan iets forcerends in zich hebben: het hangt af van onze inzet om de grond om te ploegen of mensen te bereiken. Mijn ervaring is dat Gods manier van werken eindeloos veel groter is dan ik me vaak voorstel. Maar om dat te zien, moeten we anders leren klokkijken: er kan veel tijd overheen gaan voordat mensen voor het eerst of opnieuw iets van God durven te zien in hun leven. Gelukkig heeft God die tijd.
De man en vrouw moesten na de toesprakenserie afscheid nemen van elkaar. Zij vertrok naar haar thuisland. Hij beloofde voortaan naar de buurtkerk te komen. Ze zouden geduldig wachten tot ze elkaar weer konden zien. Dat is het geheim van de liefde, zoals Paulus zegt: zij is geduldig. Dat geduld bevrijdt onze missionaire bezigheden van druk of dwangmatigheid.