Direct naar artikelinhoud
Interview Activist Ed Winters

‘Als vegetariër draag je nog altijd bij tot dezelfde problemen als vleeseters’: mythes over veganisme ontkracht

De Britse activist Ed Winters.Beeld Brix&Maas, Jo-Anne McArthur / We Animals Media

Het is extreem, ongezond en duur. En alleen weggelegd voor een elitair groepje dat zich beter voelt dan anderen en graag voorschrijft wat iedereen zou moeten doen. Ja, over veganisme bestaan véél vooroordelen. Om daar eens en voor altijd komaf mee te maken, schreef de Britse activist Ed Winters How to Argue With a Meat Eater (And Win Every Time), een handig vademecum voor veganisten die op familiefeesten weleens een (al dan niet aangeschoten) vleesetende oom over zich heen krijgen. Maar er staan ook inzichten in voor iederéén die inzit met dierenwelzijn, de eigen gezondheid of het klimaat.

De bezwaren tegen veganisme die hij in zijn boek deskundig weerlegt, heeft Ed Winters ooit allemaal zélf gehoord − in discussies met studenten, boeren, jagers, tv-presentatoren en vleeseters. Winters gaf als activist lezingen aan talloze universiteiten, maar ook in bedrijven als LinkedIn, American Express en Google. Hij gaf ook een drietal TEDx Talks, die miljoenen keren zijn bekeken, en doceerde aan de prestigieuze universiteit van Harvard.

Winters aka Earthling Ed is behalve spreker en denker ook een doener: hij was medestichter van de dierenrechtenorganisatie Surge; hij is één van de initiatiefnemers van The Official Animal Rights March (met in 2019 wereldwijd meer dan 40.000 deelnemers); in 2018 opende hij Unity Diner, een veganistisch restaurant in Londen waarvan de opbrengsten volledig naar projecten rond dierenwelzijn gaan; en enkele jaren geleden richtte hij Surge Sanctuary op, een boerderij op het Engelse platteland waar mishandelde, verwaarloosde of van de bio-industrie geredde dieren een thuis krijgen. In 2022 publiceerde hij het eveneens uitstekende boek This Is Vegan Propaganda.

Al die inspanningen staan in het teken van hetzelfde doel: een voor zoveel mogelijk levende wezens aangename en leefbare wereld. En hij vertelt graag hoe ú daaraan kunt bijdragen.

De titel How to Argue With a Meat Eater (And Win Every Time) is wellicht bewust wat provocerend, maar uw boek is ook écht bedoeld als een leidraad die veganisten kunnen gebruiken in gesprekken.

Ed Winters: “Veganisten moeten zich vaak verantwoorden. Velen van hen vinden dat soort discussies frustrerend, omdat ze hun keuze niet altijd helder kunnen uitleggen. Met dit boek reik ik hun op harde wetenschap gebaseerde argumenten aan. Om critici van antwoord te dienen, maar ook om beter over te brengen wat veganisme is. Jammer genoeg bestaan daar nog altijd veel misvattingen over.”

Eén van uw belangrijkste boodschappen is dat we wel degelijk een verschil kunnen maken met onze keuzes.

Winters: “We staan er misschien niet bij stil, maar wat we eten is elke dag opnieuw één van de belangrijkste beslissingen die we nemen. Onze keuze heeft een impact op het milieu, onze gezondheid en het dierenwelzijn.”

Een vaak gehoord argument tegen veganisme: ‘Vegetariër wil ik nog wel worden, maar veganist is een stap te ver.’ Het probleem is dan meestal dat mensen zich niet kunnen voorstellen dat ze eieren en zuivelproducten zouden opgeven. Een omelet zonder spek, oké, maar helemaal géén omeletten meer?

Winters: “Vegetariër worden lijkt makkelijker, omdat je dan maar één voedselgroep opgeeft. Als veganist schrap je alles met een dierlijke oorsprong uit je dieet: eieren, yoghurt, kaas… Voor melk en yoghurt zijn er al uitstekende plantaardige vervangers, maar veganistische kaas is vaak nog een probleem. Er zijn zeker nog drempels.

Dat een plantaardig dieet duur zou zijn, is een mythe
Ed Winters

“Wat vegetariërs moeten beseffen, is dat melkkoeien en legkippen uiteindelijk óók allemaal worden geslacht. Je geeft dus nog altijd geld aan slachthuizen. Bovendien zijn sommige praktijken in de zuivelindustrie nog wreder dan in de gewone veeteelt. Melkkoeien worden brutaal geïmpregneerd en hun kalfjes worden vlak na de geboorte weggenomen en geslacht. Melkkoeien worden ook selectief gekweekt om meer dan tien keer zoveel melk te produceren. Na vier jaar worden ze – fysiek volledig uitgewoond – geslacht, terwijl een koe normaal 20 à 25 jaar oud wordt.

“Melkkoeien nemen bovendien massa’s land in om te grazen, en ze stoten methaan uit, een broeikasgas.

“In de eierindustrie worden mannelijke kuikens vergast of in de hakselaar gegooid, omdat ze niks opbrengen. Leghennen worden na een kort en miserabel leven afgemaakt. De pluimvee-industrie in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie is ook de grootste afnemer van soja uit Zuid-Amerika, waardoor ze in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de ontbossing in die regio.

“Kortom, als vegetariër draag je nog altijd bij tot dezelfde problemen als vleeseters. Veganisme is moreel gezien de beste keuze.”

Ed Winters: ‘Ons culinaire culturele erfgoed heeft gewoon een update nodig. We behouden alle goede dingen, maar ontdoen ze van alle bad stuff – het geweld, het lijden en de uitbuiting. Dat lijkt me alleen maar vooruitgang.’Beeld Vladimir Morozov / Imageselect

DOOR MERG EN BEEN

Een ander argument: ‘Wat weten die veganisten nu hoe het er in een slachthuis toegaat? Ze hebben er nog nooit één vanbinnen gezien.’ U wel.

Winters: “Veel mensen denken dat het er in slachthuizen bij ons nog redelijk ‘humaan’ aan toegaat, omdat we strenge wetten en regels hebben. Maar dat is ijdele hoop. Varkens en kippen worden gedood in gaskamers. Mij choqueerde vooral de geur: in slachthuizen hangt een penetrante stank van rottende ingewanden, uitwerpselen en bloed. Het is letterlijk de geur van de dood: hij kruipt in je haar en onder je kleren, en dringt zelfs door beschermpakken.

“Wat je ziet, is gruwelijk, maar het lawaai is zo mogelijk nog erger: het door merg en been snijdende gekrijs van varkens als ze de gaskamer worden binnengeleid, doet denken aan het geluid van autobanden als je bruusk remt. Het snijdt dwars door je heen.

“Als je honden of katten pijnigt, vlieg je in de cel. Maar blijkbaar is het geen probleem om koeien, varkens en kippen zo te behandelen, terwijl die dieren een bewustzijn hebben: ze kunnen pijn en angst voelen. Hoe kun je dat verantwoorden?

“Eigenlijk moeten we gewoon ons gedrag afstemmen op onze overtuigingen. We zijn allemaal tegen dierenleed, en toch vinden de meeste mensen het geen probleem om voor de ergste vormen daarvan te betalen – drie keer per dag.”

Bij ons was er niet zo lang geleden nog een verhitte discussie over ‘humane slacht’. U bent daar duidelijk over: zoiets bestaat niet.

Winters: “Is het meedogend om een dier te verminken, de keel over te snijden of met stroomstoten een gaskamer in te jagen? Het woord ‘humaan’ wordt gebruikt om ons een leugen te verkopen, zodat we ons niet schuldig voelen.”

Ook een klassieker: ‘De dieren die ik eet, zijn toch al dood.’

Winters: “Een dooddoener. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Als we dierlijke producten kopen, betalen we de industrie om er meer te produceren, en houden we het hele systeem mee in stand. Als we ze niet meer kopen, zullen er geen dieren meer sterven in slachthuizen. Zo simpel is het.”

Sommigen pleiten voor een middenweg: we kunnen ook gewoon minder vlees en zuivel eten. Dan wordt het probleem al minder groot.

Winters: “Als een seriemoordenaar besluit nog maar één mens per kwartaal te doden, blijven zijn daden onethisch. De dieren die nog altijd worden geslacht, hebben niks aan die middenweg.”

Sommige mensen zijn bereid geen vlees te eten, maar wel nog vis. Met als argument dat vissen geen pijn voelen.

Winters: “Er is lang over gediscussieerd, maar ondertussen is de wetenschappelijke consensus dat vissen wel degelijk pijn kunnen voelen.

“Jaarlijks halen wij tussen de 0,8 en 2,3 triljoen vissen en andere zeedieren uit de oceaan. Dat is een veelvoud van de ongeveer 85 miljard landdieren die we naar de slacht brengen. De manier waarop we vissen behandelen, is bovendien bedenkelijk. Ze worden verpletterd onder het gewicht van hun soortgenoten als ze uit de zee worden gehaald, of ze sterven omdat hun organen door het grote drukverschil scheuren. Of ze worden levend van hun ingewanden ontdaan.

Lees ook
Beeld ANP / EPA

“Kweekvissen vergaat het zo mogelijk nog slechter. Die zitten opeengepakt in kooien, waar ze ten prooi vallen aan allerlei ziekten en parasieten. Als je weet in welke omstandigheden je roze zalm wordt gekweekt en hoe weinig appetijtelijk die vissen eruitzien als ze uit het water worden gehaald, zul je ze niet meer met smaak eten.”

Veganisten krijgen weleens te horen dat ze even wreed zijn als vlees- en viseters, omdat planten óók gevoelens hebben.

Winters: “Je kunt daar op twee manieren naar kijken. Er is een verschil tussen sentience (een lagere vorm van bewustzijn die ook aan eenvoudige levensvormen wordt toegeschreven, red.) en intelligentie. Bacteriën vertonen bijvoorbeeld gedrag dat je een vorm van intelligentie zou kunnen noemen: om te overleven kunnen ze zich op indrukwekkende wijze aanpassen en muteren. Maar daarom zijn het nog geen wezens met een bewustzijn.

“Planten zijn ook tot opmerkelijke dingen in staat, maar dat betekent niet dat ze kunnen voelen. Daar is geen evolutionaire reden voor. Stel dat gras bijvoorbeeld zou kunnen voelen hoe het aldoor vertrappeld wordt: dat zou alleen maar een foltering zijn.

“En als we even aannemen dat planten wél een soort bewustzijn hebben, is veganisme nog altijd een goed idee. Het grootste deel van de gewassen die wereldwijd worden geteeld, dient namelijk als veevoer. Voor een volledig plantaardig dieet heb je nog altijd minder planten nodig dan om een slachtkoe te voederen.”

TWEEMAAL INDIA

Een vaak gehoord argument tegen veganisme is dat het onmogelijk is om iedereen plantaardig te doen eten: er zou niet genoeg land zijn om zoveel gewassen te telen.

Winters: “Dat is een enorme misvatting. In het Verenigd Koninkrijk kunnen we zelfvoorzienend zijn als we geen vee meer houden en op het vrijgekomen land gewassen telen. Momenteel wordt liefst 83 procent van alle landbouwgrond gebruikt voor de productie van dierlijke producten, terwijl die maar goed zijn voor 37 procent van alle wereldwijd geconsumeerde eiwitten en 18 procent van de calorieën.

“De vraag is ook hoe we de wereldbevolking in de toekomst zullen blijven voeden zonder het voedselsysteem drastisch te veranderen. De verwachting is dat de vraag naar dierlijke producten tegen 2050 met 70 procent zal stijgen. Om daaraan te voldoen, hebben we een extra oppervlakte aan landbouwgrond ter grootte van tweemaal India nodig. Hoeveel bomen zullen daarvoor moeten sneuvelen?

“Als we op een plantaardig systeem overschakelen, zouden we de hoeveelheid landbouwgrond met 76 procent kunnen verminderen. Dat is de gecombineerde oppervlakte van Australië, China, de Verenigde Staten en de EU. Die vrijgekomen gronden zouden we aan de natuur terug kunnen geven.”

Dat natuurherstel zullen we ook nodig hebben om de klimaatdoelstellingen te halen.

Winters: “Uit een studie van de universiteit van Oxford bleek dat we alleen al door de landbouwemissies de grens van 1,5 graad Celsius opwarming zullen overschrijden. Zelfs als we daarnaast helemaal overschakelen op hernieuwbare energie.

“Als het land dat nu wordt gebruikt voor de productie van dierlijk voedsel weer wordt bebost, zou dat jaarlijks meer dan 8 miljard ton CO2 uit de atmosfeer kunnen halen. Of ongeveer 15 procent van de huidige globale uitstoot. Dat komt dan boven op de 17 procent reductie van de uitstoot doordat we geen vee meer zouden houden.”

De veehouderij aanpakken zou ook op korte termijn grote klimaatwinst kunnen opleveren, argumenteert u.

Winters: “Koeien stoten methaan uit, en dat is op korte termijn schadelijker dan CO2. Maar methaan blijft minder lang in de atmosfeer hangen. Na 12 à 20 jaar is het afgebroken. Als we de uitstoot van methaan nu stoppen, zullen we daar dus over twee decennia al de positieve gevolgen van zien. Het zal de klimaatopwarming vertragen, wat ons tijd geeft om de CO2-uitstoot aan te pakken.

“Volgens Inger Andersen, de directeur van het klimaatprogramma van de Verenigde Naties, is de reductie van de methaanuitstoot onze belangrijkste hefboom om de klimaatopwarming de komende 25 jaar te vertragen.”

NO-BRAINER

Eten is voor veel mensen één van de geneugten des levens. Sommigen zijn te gehecht aan de smaak van vlees en zuivel om veganist te worden.

Winters: “Meestal komt het erop neer dat we steak en camembert heel lekker vinden, inderdaad. De waarheid is: voor ik veganist werd, at ik die dingen óók graag. Maar je wordt geen veganist omdat je die dingen niet lekker vindt, je wordt het omdat je vindt dat je eigen plezier al dat dierenleed of de klimaatproblemen niet waard is. De consumptie van dieren veroorzaakt ook uitbraken van ziekten zoals vogelgriep, varkensgriep en de dollekoeienziekte. Het gaat om een afweging: zijn de 15 minuten plezier die een steak je biedt belangrijker dan dat?

“Als veganist geef je het plezier van lekker eten niet op, hè. Je gaat niet ineens grijze astronautenmeuk eten. De meeste mensen halen het grootste deel van hun calorieën en voedingsstoffen sowieso uit planten. En met kruiden en specerijen kun je wonderen verrichten, zeker als je wat verder kijkt dan de Europese keuken. Je moet ook niet denken aan die steak die je niet meer kunt eten, maar aan het probleem dat je helpt oplossen. Je moet het als een positieve keuze zien.”

Hoe staat het met vleesvervangers en kweekvlees? De hype daarrond lijkt een beetje gaan liggen.

Winters: “Het is het klassieke patroon bij de introductie van nieuwe technologieën: eerst heb je een enorme boom en hype, en springt iedereen erop. De verwachtingen zijn zo hooggespannen dat onvermijdelijk een terugval volgt. Vleesvervangers zitten nu in zo’n dip. Maar de sterke merken zullen erdoor komen.

“Uit studies blijkt dat vleesvervangers gemiddeld duurzamer, gezonder en voedzamer zijn dan vlees. Ze zijn ook ethischer en worden almaar lekkerder. Er is nog veel kritiek op die producten, maar – laat je niks wijsmaken – die komt vaak van de vleesindustrie. In landen als Polen of Italië proberen ze nu bijvoorbeeld kweekvlees te verbieden, door toedoen van allerlei machtige lobbygroepen.

“Ik geloof dat kweekvlees een enorme revolutie kan veroorzaken. Stel je voor dat je in de supermarkt vlees kunt kopen dat even goed smaakt als gewoon vlees, dat vrij is van E.coli en salmonella, waarvoor geen dier is mishandeld of geslacht, en waarvoor geen Zuid-Amerikaans bos is gesneuveld. Dan is de keuze een no-brainer.”

Een vaak gehoord argument is dat de alternatieven voor zuivel en vlees even schadelijk zijn voor het milieu: dan wordt vooral verwezen naar soja en amandelmelk.

Winters: “Het probleem met soja is dat het voornamelijk in Zuid-Amerika wordt geteeld, waar massaal bos wordt geruimd om plaats te maken voor sojavelden. Maar: 95 procent van de soja die daar wordt geproduceerd, wordt gebruikt als veevoeder.

“In de EU wordt trouwens organische en duurzame soja geproduceerd, en het is die soja die hoofdzakelijk wordt gebruikt door producenten van tofu en andere plantaardige alternatieven.

“Niet alle planten zijn even duurzaam, maar ze zijn altijd duurzamer dan dierlijke producten. De amandelteelt in de VS verbruikt veel water, maar de productie van koemelk nog altijd 70 procent méér. Bovendien kunnen we ook amandelmelk uit EU-landen zoals Spanje of Italië drinken.”

Een veganistisch dieet zou volgens tegenstanders ook niet gezonder zijn: veganisten zouden zelfs kampen met tekorten aan essentiële voedingsstoffen zoals eiwitten, calcium, vitamine B12 en ijzer.

Winters: “Er zijn ook veel vleeseters met bloedarmoede of tekorten aan vitamine D, vitamine A of calcium. Voor een veganist komt het er gewoon op aan om alle nodige voedingsstoffen binnen te krijgen, en dat is perfect mogelijk. De belangrijkste voedings- en dieetinstituten in de EU zijn het erover eens dat je als veganist perfect gezond kunt zijn. En het is ook niet moeilijk: online kun je makkelijk vinden hoe je als veganist voldoende essentiële nutriënten binnenkrijgt.

“Je moet vooral voorbereid zijn. Toen ik nog vlees en zuivel at, lag ik niet wakker van welke voedingsstoffen ik al dan niet consumeerde. Nu ik veganistisch eet en iedereen me er constant op wijst dat ik voor tekorten moet opletten, kan ik – voor het eerst in mijn leven – met grote zekerheid zeggen dat ik er géén heb. Dat is de ironie (lacht).”

Voor volwassenen kan een veganistisch dieet misschien wel oké zijn, klinkt het dan, maar voor kinderen is het zeker af te raden.

Winters: “Dat hangt van de ouders af. Zowel veganisten als vleeseters kunnen hun kinderen op een ongezonde manier opvoeden. De Amerikaanse vereniging van diëtisten stelt alvast dat een veganistisch dieet geschikt is voor alle leeftijden.

“Je kind worstjes, spek of kipnuggets geven, wordt niet gezien als schadelijk of verkeerd, terwijl de Wereldgezondheidsorganisatie bewerkte voeding en rood vlees heeft geclassificeerd als kankerverwekkend. Maar als je je kind alleen maar volle granen, peulvruchten, fruit en groenten geeft, ben je een slechte ouder die zijn kroost verwaarloost. Als je je informeert, merk je al snel dat je een kind perfect gezond kunt opvoeden met een veganistisch dieet.”

LET IT BRIE

Een ander vooroordeel: ‘Veganisme is onpraktisch, lastig en kost veel te veel tijd.’

Winters: “Als je veganist wordt, kun je nog altijd naar dezelfde supermarkt als voorheen. Tijdens het koken vervang je de kippenborst alleen door tofu. Het kost je dus geen extra tijd.

“Ik adviseer altijd om het simpel te houden: als veganist ga je niet ineens helemaal anders eten, het betekent alleen dat je hier en daar een ander ingrediënt gebruikt. Je kunt nog altijd spaghetti bolognese, burgers, stoofpotjes en wokgerechten eten. Je moet alleen het vlees en de zuivel in het recept door alternatieven vervangen, en die zijn er zat.”

Een argument dat veganisten ongetwijfeld al van hun ouders of grootouders hebben gehoord: ‘Ik eet al mijn hele leven vlees. Waarom zou ik dat ineens moeten veranderen?’

Winters: “Het is niet omdat je iets lang hebt gedaan, dat het moreel verantwoord wordt. Als maatschappij zijn we er juist op vooruitgaan omdat we dingen die we lang normaal vonden ter discussie hebben gesteld. Op het vlak van mensenrechten en ongelijkheid hebben we bijvoorbeeld al een lange weg afgelegd. Ook al hebben we duizenden jaren op dieren gejaagd, in de moderne samenleving hoeft dat niet meer. De rest is irrelevant.”

Voeding is ook cultureel erfgoed en traditie. Als de Fransen het zonder hun kazen moeten stellen of de Engelsen zonder hun heilige zondagsgebraad, raak je aan de culturele identiteit en zelfs de ziel van die landen. Met mogelijk luidruchtige volksopstanden tot gevolg.

Winters: “Dat iets een traditie is, maakt het nog niet moreel verantwoord. Voor sommige islamitische feesten worden dieren op straat geslacht, in bepaalde regio’s in China worden nog altijd honden voor menselijke consumptie gedood. Of kijk naar de genitale verminking van vrouwen of de vervolging van mensen vanwege hun seksualiteit. Dat vinden wij moreel verwerpelijk, ook al behoren ze in sommige landen tot de cultuur.

Lees ook

Een vleeskip groeit in 40 dagen uit tot een slachtrijpe kip van 2,5 kilogram: alles wat u moet weten over (zogezegd) diervriendelijke labels

‘Als je écht begaan bent met duurzaamheid en efficiëntie, dan zou je de vleeskip gewoon moeten overslaan

“Het goeie nieuws is ook dat de voedseltechnologie niet stilstaat: met nieuwe technieken als precisiefermentatie zullen we ooit de perfecte plantaardige kaas kunnen maken, zodat de Fransen van hun brie en camembert zullen kunnen blijven genieten. En de Britten moeten zich geen zorgen maken over hun sausages bij het ontbijt. Er zijn nu al veel uitstekende plantaardige worstjes. We moeten gewoon het idee loslaten dat kaas, worstjes en andere lekkernijen per se van dierlijke oorsprong moeten zijn, en verandering en vooruitgang omarmen. Ons culinaire culturele erfgoed heeft gewoon een update nodig. We behouden alle goeie dingen, maar ontdoen ze van alle bad stuff – het geweld, het lijden en de uitbuiting. Dat lijkt me alleen maar vooruitgang.”

Eten is ook emotie. Niets zal ooit kunnen tippen aan het stoofvlees van grootmoeder, ook door alle herinneringen die ermee verbonden zijn. Of – extreem voorbeeld – die boulet op de kermis in Kortemark. Daaraan raken is delicaat.

Winters: “Het zegt iets over de kracht van voedsel. Eten brengt ons samen. Ik denk met veel plezier terug aan de recepten van mijn grootmoeder – haar worteltjes waren goddelijk – maar het belangrijkste was niet haar heerlijke eten, maar de momenten die we samen doorbrachten.”

Ook het biologische en evolutionaire argument komt vaak terug: ‘Het is geen toeval dat de mens al duizenden jaren vlees eet, want daar zijn we nu eenmaal voor gemaakt.’

Winters: “Zijn wij carnivoren? Als we een hert hebben geschoten, kunnen wij daar niet zomaar een hap uit nemen met onze tanden. Wij zijn geen leeuwen. Met onze tanden kunnen wij een dier niet ernstig verwonden. En om dieren te kunnen eten, moeten we ze bakken of met een mes in stukken snijden.

“Waarmee ik niet zeg dat we biologisch gezien herbivoren zijn. Wat mij interesseert, is wat we kúnnen. En het is perfect mogelijk om alleen planten te eten. We hoeven geen dieren te eten. We kunnen allemaal veganist worden, omdat we die keuze hebben.”

In een gezelschap ben je als veganist wel ‘de moeilijke’ als je mee op restaurant gaat. Dan vallen veel eettenten bij voorbaat af. Iedereen moet zich dan maar aan jou aanpassen, en dat vinden mensen lastig.

Winters: “Een begrijpelijk argument. We willen niet op een negatieve manier het middelpunt van de aandacht zijn, of anderen op de zenuwen werken. Daarom is communicatie zo belangrijk. We willen niet prekerig zijn en tegen iedereen zeggen dat ze ook veganist moeten worden, maar het moet niet de hele tijd over veganisme gaan.

“Ga je in gezelschap eten, vertel dan op voorhand dat je veganist bent, zodat ze er rekening mee kunnen houden. Als je fijne vrienden en familie hebt, zullen ze er wel begrip voor hebben.”

GESUBSIDIEERDE RAMP

Nog eentje: ‘Een veganistisch dieet is duur en alleen weggelegd voor mensen die niet op een euro hoeven te kijken.’

Winters: “Het ligt eraan hoe je zo’n dieet invult. Als vleeseter kun je voor een sterrenrestaurant kiezen of voor Burger King. Voor veganisme geldt net hetzelfde. Het goedkoopste voedsel in de supermarkt zijn aardappels, volle granen, peulvruchten en diepvriesgroenten. Uit een studie van de universiteit van Oxford bleek dat een volledig plantaardig dieet het goedkoopst is, en zelfs een derde minder kost dan een traditioneel dieet. Het duurste dieet was het pescotarische: vis kost het meest. Dat een plantaardig dieet duur zou zijn, is dus een mythe.

“De vergelijking is ook niet helemaal eerlijk, omdat de veeteelt nog altijd flink wordt gesubsidieerd, wat de prijs van dierlijke producten kunstmatig laag houdt. Ongeveer 40 procent van het volledige EU-budget wordt gespendeerd aan landbouwsubsidies. Ongeveer 80 procent van die subsidies is bestemd voor dierlijke producten. Dat is krankzinnig. We stevenen af op een klimaatramp, maar subsidiëren die met belastinggeld.

“Als belastingbetaler draaien we ook nog eens op voor de milieukosten. Als de overheid door de bio-industrie vervuilde gronden moet saneren, draait de burger daarvoor op. En als we van al dat ongezonde voedsel hartziekten of darmkanker krijgen, mogen we daar als belastingbetaler via de ziekenzorg opnieuw voor betalen. We worden dus meerdere keren bestolen.”

Ziet u een oplossing?

Winters: “Het systeem moet worden hervormd. Stel je eens een wereld voor waarin evenveel belastinggeld naar fruittelers en groentekwekers zou gaan als naar de veehouderij. Het zou de drempel naar voedzame en gezonde voeding flink verlagen. We zouden veehouders ook geld kunnen geven om hun gronden te herbebossen. Landbouwers hoeven dus – nog zo’n vooroordeel – niet te vrezen voor hun inkomen. De landbouw zal steun blijven ontvangen, het zal alleen voor een ánder soort landbouw zijn. Je zou veehouders ook kunnen subsidiëren om hun gronden te gebruiken voor de productie van hernieuwbare energie met zonneparken. Subsidies zijn een machtige hefboom.

“Dat verandering wel degelijk mogelijk is, bewijst een land als Costa Rica. Tussen 1940 en 1987 verloor het de helft van zijn bossen. Tot de regering ingreep. Terwijl de ontbossing in andere landen in de regio gewoon doorgaat, is Costa Rica erin geslaagd de trend te keren. Dat hebben ze klaargespeeld door veehouders subsidies te geven om hun land te herbebossen. Het geld daarvoor komt van een heffing op fossiele brandstoffen. De natuur en de biodiversiteit hebben zich er op spectaculaire wijze hersteld.”

Kunnen we zo’n regeling ook bij ons invoeren?

Winters: “Natuurlijk. De wetenschap is klaar en duidelijk, maar we zullen moeten optornen tegen de desinformatie waarmee boeren worden bestookt. We moeten hen ervan overtuigen dat zo’n duurzame transitie op termijn zelfs beter voor hen zal zijn.

“Maar boeren zijn een lastig volkje. Ze kunnen met hun protest serieuze chaos veroorzaken, dat hebben jullie ook in Brussel al gemerkt. Ze zijn ook makkelijk te mobiliseren: de EU kent een lange geschiedenis van boerenprotesten. En ze hebben tractoren en mest. Véél mest (lacht).

“Het rare is: milieuactivisten worden in het Verenigd Koninkrijk hard aangepakt door de politie en krijgen van het grote publiek veel tegenwind. Terwijl diezelfde mensen geen graten zien in tractoren die wegen blokkeren. Het is een cultuuroorlog van links versus rechts geworden. Terwijl iederéén baat zou hebben bij een gezonder, eerlijker en duurzamer voedselsysteem.”

Je vraagt je af waar we nog op wachten.

Winters: “De mens is een intelligente soort, maar is niet altijd rationeel. Soms reageren we zeer emotioneel en kortzichtig als we met een probleem worden geconfronteerd.”

Om het over een wat lichtere boeg te gooien: u bent al vaak in discussie getreden over veganisme. U hebt dus wellicht ook al heel vreemde of compleet van de pot gerukte argumenten tegen veganisme gehoord.

Winters: “In de VS, niet geheel verrassend in Texas, kwam een student aanzetten met een bijzondere theorie: ‘Als wij als Amerikanen geen vlees meer eten, worden we zo zwak dat we een communistische invasie van Rusland of China niet kunnen afslaan.’ Echt gebeurd (lacht).

“Er zijn ook mensen die geloven dat veganisme onderdeel is van een globale samenzwering om mensen te onderwerpen: zo zou de plantaardige Impossible Burger chemische stoffen en computerchips bevatten die ons willoze slaven van Bill Gates maken. Anderen beweren dan weer dat in diezelfde burger echt vlees zit: onder meer vermalen mensenvlees van zwervers, daklozen en vermisten.

“Over veganisme wordt veel foutieve informatie verspreid via sociale media. Soms is die hilarisch, maar vaak ook kwalijk. Zoals de verhalen over een grote samenzwering van een globale elite om een nieuwe wereldorde te vestigen en de rol die veganisme daarin speelt. Hoe absurd ze ook is, dat soort desinformatie vertroebelt de geesten van sommige boeren en vergiftigt het hele debat. Het maakt een oplossing alleen maar moeilijker.”

Supermarkten en restaurants bieden almaar meer vegetarische en veganistische opties aan, vleesvervangers worden almaar beter en smakelijker, en vooral jonge mensen lijken zich steeds bewuster van het belang van hun voedingskeuzes.

Winters: “Vijftien jaar geleden was mijn boek nooit gepubliceerd geraakt, hadden wij dit gesprek niet gehad en had de EU geen plannen voor een ingrijpende groene hervorming. Je merkt dat er wat aan het veranderen is. Voor mij is het ook geen kwestie van óf we allemaal op een plantaardig dieet zullen overschakelen, maar wanneer. Het debat leeft inderdaad bij jongeren. Ik ben dus hoopvol.

“Over een paar generaties zullen we ons afvragen hoe we dieren in godsnaam zo lang op zo’n weerzinwekkende manier hebben behandeld. Wat zullen we tegen onze kleinkinderen zeggen als ze ons daar vragen over stellen? Dat we de dieren die ze op de kinderboerderij zo leuk en schattig vonden al die gruwelijkheden hebben aangedaan, gewoon omdat we ze lekker vonden?”

Ed Winters, ‘How to Argue With a Meat Eater (And Win Every Time)’, VermilionBeeld rv

© Humo