Franstalige politieke partij DéFi zo goed als failliet
Eén politieke partij is nagenoeg failliet. Dat heeft het Rekenhof aan het federale parlement laten weten. Uit verschillende bronnen heeft VRT NWS vernomen dat het om DéFi gaat. De partij zit in zwaar weer nadat ze in juni als grote verliezer uit de stembus is gekomen.
Partijen die zware verkiezingsnederlagen hebben geleden, moet vaak flink besparen en personeel aan de deur zetten. Als je als partij minder zetels hebt in het parlement, krijg je immers minder partijdotaties.
Maar na de verkiezingen van 9 juni dreigt nu - heel uitzonderlijk - een partij zelfs failliet te gaan: de Franstalige partij DéFi. Dat heeft een bedrijfsrevisor vastgesteld toen hij na de verkiezingen de financiële situatie van de verschillende partijen onder de loep nam.
Bij één partij zag hij dat er een probleem was, zo zei expert Raymond Molle in de Controlecommissie betreffende de Verkiezingsuitgaven en de Boekhouding van de politieke partijen van de Kamer.
Van 2 zetels naar 1
In de commissie werd de bewuste partij niet bij naam en toenaam genoemd, maar VRT NWS heeft uit verschillende bronnen vernomen dat het dus om DéFi gaat. De partij ging na de federale verkiezingen van 9 juni van 2 naar slechts 1 zetel in de Kamer. Daardoor krijgt ze nu dus gevoelig minder partijdotaties.
Ook in Brussel is de partij lang niet meer zo groot als vroeger, toen de partij nog als FDF door het leven ging. Vroeger scheerde de partij hoge toppen in Brussel, met Olivier Maingain als kopstuk.
Maingain kwam ook in Vlaanderen regelmatig in beeld, als onverzettelijke voorvechter van de belangen van Franstaligen in Brussel. Maar Maingain is vorige maand uit de partij gestapt, na vele inhoudelijke ruzies met de huidige partijtop.
Kamer mee verantwoordelijk?
Volgens de bedrijfsrevisor “is er mogelijk een probleem”, zo werd gezegd in de commissie. “Hij heeft vastgesteld dat een politieke partij niet langer solvabel was, rekening houdend met de dotatie die sinds 9 juni gegeven wordt, en de lasten die de partij heeft”, zo schetste expert Molle de penibele situatie van de partij. De schuldenlast zou 70 procent van het patrimonium bedragen.
De bedrijfsrevisor heeft het probleem doorverwezen naar de ondernemingsrechtbank. Die heeft op zijn beurt een herstelplan geëist. Maar de vraag is nu, zo merkte Molle op: “Wie zal dat opvolgen?” Want als de partij zijn sociale en fiscale lasten niet op tijd betaalt, kan de Kamer hier mee verantwoordelijk zijn.
De Kamer gaat immers over de partijdotaties. “Men moet zich afvragen of de dotatie die maandelijks aan de partij wordt toegewezen door de Kamer wel degelijk gebruikt zal worden voor het herstel- of saneringsplan.” Bijgevolg rijst de vraag: wie zal dit opvolgen? Wordt ongetwijfeld vervolgd in een volgende zitting van de commissie.