Direct naar artikelinhoud
Hooliganisme

Brugse hooligans bundelen gewelddaden in boek: "Iemand gaf hem nog een trap en toen bleef hij roerloos liggen"

Uit het boek: hooligans van Antwerp en Club Brugge gaan in 2001 op de vuist tijdens een treffen in Massenhoven.Beeld Thierry Dodici

De hooligans van Club Brugge laten zich volledig gaan in hun verhalenboek East-Side Never Dies. Dat verschijnt volgende week. En uitgerekend volgende zondag kunnen ze al uitkijken naar de komst van Royal Antwerp FC, vijand nummer 1 in het boek

Zondag voetbalt Antwerp voor het eerst, na dertien jaar afwezigheid in de hoogste voetbalreeks, tegen Club Brugge. Politie en clubbestuur staan op scherp en doen er alles aan om rellen te voorkomen.

Hoe het er de voorbije decennia aan toeging, is tot in de kleinste details opgetekend in East-Side Never Dies. De hooligans van Brugge halen zonder enige schroom hun beste en slechtste herinneringen op aan de voorbije 35 jaar, want zo lang bestaat de harde kern al. Waar de East-Side opduikt, van Molenbeek tot Monte Carlo "slaat de tegenstander op de vlucht of wordt meedogenloos in mekaar getrapt". Soms krijgen ze zelf een pak slaag. Sommige vliegen voor lange tijd achter de tralies.

Samensteller Thierry Dodici, die al jarenlang de verhalen verzamelt, schrijft dat de faam van de East-Side wisselde met de jaren. ”Er waren periodes van bijna grenzeloos geweld, van uitzinnige gekte, maar ook van toenemende, bijna professionele organisatie.”

Aan vijanden heeft de East-Side geen gebrek. All Cops Are Bastards. Vechtpartijen met migranten. Angstwekkend zijn de beschrijvingen van wat er in 1984 gebeurt als hun grote rivaal, de toenmalige Antwerp X-Side, het aandurft om met slechts enkelen het Brugse kamp aan te vallen. Hooligan Yvo: "Een X-Sider met jeansjas bleef dapper staan terwijl zijn vrienden aan het wegrennen waren. Hij zette zich in gevechtshouding, maar week wel achteruit. Ik kon hem een slag op zijn slaap geven. Hij wankelde de struiken in en zakte op zijn knieën. Iemand naast mij verkocht hem nog een trap en toen bleef hij roerloos liggen, met zijn handen beschermend over zijn hoofd gevouwen."

De Slag om de Koude Keuken

Maar die pijnlijke aftocht heeft de Antwerpenaars nooit weerhouden om telkens opnieuw de confrontatie op te zoeken. Zo was er in 1998 de Slag om de Koude Keuken in Brugge. ”Het grootste treffen ooit, een onvergetelijke rel tussen twee hooligangroepen in België.” Daar gaat heel wat grondig voorbereidingswerk aan vooraf om onder de radar van de politie te blijven. De kopstukken van East-Side en Antwerp Casual Crew (ACC) vergaderen eerst stiekem in een café op de Antwerpse Grote Markt. Ze buigen zich over een stadsplan van Brugge en vinden een geschikte plek. Het wordt domein de Koude Keuken, een sportcomplex met een bos waar ze hopen ongestoord te keer te kunnen gaan. De week daarop gaan ze samen het domein bekijken en vinden ze voor de ACC’ers een veilige parkeerplaats, vlak bij de gevangenis.

'Overwinning? Geen overwinning? Who cares! Het was een geweldige dag'
Ludo, een tophooligan van de East-Side:

Zowat vierhonderd hooligans verschijnen die zondagmiddag op het strijdtoneel. Tegen de afspraken in worden wapens bovengehaald: broeksriemen, stokken, een mes. De zogenaamde erecode die wapens verbiedt, is een lachertje. Er vallen geen doden en dat is het enige pluspunt. Achteraf is veel gediscussieerd over de vraag of de veldslag een winnaar kende. Ludo, een tophooligan van de East-Side: "Overwinning? Geen overwinning? Who cares! Het was een geweldige dag."

1998: de kampioenenviering loopt uit de hand.Beeld Thierry Dodici

Free fights

Drugs horen er ook bij. Een trip naar Anderlecht in 1989 begint als volgt. De Brugse hooligans, die uit alle delen van België komen, verzamelen aan het tankstation van Groot-Bijgaarden op de E40. Hooligan Luk: "Wat een fantastisch moment: tweehonderd man met eigen vervoer, vrij als vogels en zo lijp als een draaideur. Tijdens die korte pitstop rukten we snel nog wat toiletdeuren los en dropten die op de lavabo’s om als tafel dienst te doen voor speed en coke. Na nog wat dwaze vernielingen, in de fik gestoken vuilnisbakken en de gangbare plunderingen lieten we het wegrestaurant al snel voor wat het was."

Zulke taferelen zijn vandaag haast ondenkbaar. Overal staan bewakingscamera’s. De politie heeft speciale teams met spotters. De hooligans riskeren stadionverboden, zware geldboetes en celstraffen.

Daarom hebben de harde kernen gekozen voor een nieuwe slimme strategie: ze organiseren free fights met tot dertig getrainde vechters aan elke kant. Die hebben plaats in het weekend op afgelegen industrieterreinen of in een bosrijke omgeving. Pottenkijkers dulden ze niet. Enkel een scheidsrechter om tussen te komen als het gevecht mis dreigt te lopen.

Drang naar kicks

De strijd tegen Antwerp is intussen al meer dan een eeuw bezig. Reeds in 1907 meldt een krant dat een wedstrijd van Antwerp tegen toen nog FC Brugeois "ontaardt in vergaande rellen". ”Bij de terugmatch staan de Bruggelingen massaal paraat om spelers en supporters van Antwerp mores te leren. Ze worden zozeer opgejaagd en achternagezeten dat ze zelfs het station van Brugge niet haalden. Een bestuurslid van FC Brugeois besloot hen noodgedwongen onderdak te geven. Pas veel later konden ze in het beschermende pantser van auto’s naar het station van Aalter worden gebracht.”

'Hooligan zijn is een totaalpakket dat het loutere vechten ver overstijgt, met onvoorwaardelijke Clubliefde en misschien vooral de drang naar kicks'
Samensteller Thierry Dodici

Samensteller Thierry Dodici hoopt dat de verhalen inzicht geven in de leefwereld van hooligans. "Zeker voor wie die wereld helemaal niet kent. Hooligan zijn is een totaalpakket dat het loutere vechten ver overstijgt, met onvoorwaardelijke Clubliefde en misschien vooral de drang naar kicks.”

Wachtend op de tegenstanders van Beerschot in 1999.Beeld Thierry Dodici

Thierry Dodici, East-Side Never Dies, Uitgeverij Manteau, 350 p. 22,50 euro.