Sorry schatje, die Lego is van papa

© Frodo De Decker

“Papa? Gaan we een ­gewoon zandkasteel ­bouwen?” Na vijf mislukte pogingen heeft mijn dochter het wel gehad met die replica van het Gravensteen. Een simpele berg is ook al goed. Maar zelf wil ik stiekem nog eens proberen. Het is zo ­plezant jong, dat spelen. Dat gevoel had ik ­eigenlijk een heel jaar lang: niet alleen mijn kinderen vonden al die avonturen de max, ikzelf ook. Geocachen, verstoppertje-loere spelen, rollen van de duinen,… Het ontspant veel meer dan een uurtje joggen. Hoe komt dat eigenlijk? Waarom keren we zo graag terug naar onze kindertijd?

Bert Heyvaert

Helicopter Landingsplek. Graag Vrijhouden. Dat staat op een bordje aan een grasplein van twee meter op vier. Er staan fietsen tegen, er loopt een gracht naast: no way dat hier ooit een helikopter landt. Maar toch… Voor de zekerheid kijken we eens naar boven. “Ha!”, zegt Davy, die het bordje hier heeft gezet. “Je bent niet de enige. ­Iedereen denkt: dit kan toch niet? Toch twijfelen mensen, fluisteren ze dat dit misschien een noodlandingsplaats is. Zo’n simpel bordje zet je fantasie in gang.”

We staan in De Vreemde Vogel, een buitenhotel in de buurt van Rotterdam. Afgelopen nacht hebben we hier met het hele gezin geslapen in een vogelhuis. Andere kameropties waren: het vliegtuig, de raket, de struisvogel-die-met-zijn-poten-in-de-schapenweide-staat. In de bomen zitten hier badeenden verstopt, tijdens het ontbijt worden kanaries op de muur geprojecteerd. “Hier in de beek wil ik nog haaienvinnen laten opdoemen, met een bordje: Pas op voor de haaien! En dáár ­pinguïnpoten afdrukken in het beton”, zegt Davy. “Waarom? Verbeelding, man. Verbeelding maakt de mensen gelukkig.”

Hij heeft gelijk. In De Vreemde Vogel loop je rond als een verwonderd kind, juichend als je de laatste badeend hebt gevonden. Naast ons logeren andere gezinnen, maar evengoed vrouwen op vriendinnenweekend en een koppel op een weekendje weg. “Dat is ook de bedoeling”, zeggen Petra en Davy, die dit hotel uit de grond stampten. “We wilden een plek creëren waar mensen ontsnappen uit de dagelijkse ratrace. Wat maak je dan? Een gewone hotelkamer, met vier muren? Nee, dan ontsnap je niet. Zo’n plek moet helemaal anders zijn, een nieuwe wereld met dingen die normaal niet bestaan. Toen we begonnen te brainstormen, kwamen we snel terecht bij dromen uit onze kindertijd. Als we nu eens in een vliegtuig slapen? Waar je Flight Simulator kan spelen in de cockpit! Wow! Cool! En we waren vertrokken.”

Barbiepoppenvoor volwassenen

Davy en Petra zijn ervan overtuigd: af en toe eens terugkeren naar je kindertijd is de sleutel tot geluk. “Ze hebben een punt”, zegt gedragsbioloog Mark Nelissen. “Je gaat terug naar een periode die – voor de meeste kinderen toch – heel eenvoudig was, zonder stress, waar je je heel beschermd voelde. Als kind besef je de waarde daar niet van, want je kent niets anders. Pas als je in een rumoerige en onzekere wereld leeft, krijg je heimwee naar dat gevoel. Daarom is het zo leuk om het kind in ons boven te halen. Als je een kamp bouwt, of een vlot maakt om op het water te drijven, komt dat gelukzalige gevoel weer boven.”

Het vreemde is: volwassenen hebben die sleutel tot geluk pas onlangs ontdekt. Pas de laatste vijf jaar beginnen we echt doelbewust te spelen. Dat blijkt uit een onderzoek van retailgroep NPD: één op de dertien speelgoedartikelen die in 2016 werden gekocht in Europa, ging naar volwassenen. “Vijf jaar geleden was dat nog de helft”, zegt Bert Aerts van Dreamland. “In de sector hebben we al een naam voor het fenomeen: de Kidults, van kids en adults. Kidults zijn booming business. Lego zet er al enorm op in, met Star Wars-figuurtjes en hun Yellow Submarine van The Beatles. Maar ook Playmobil, speelgoedgeweren en zelfs Barbiepoppen zijn populair bij volwassenen. We zien twee redenen voor dit fenomeen: ten eerste zoeken ouders vandaag connectie met hun kind door te spelen, vaak met speelgoed van vroeger. Ten tweede: spelen als middel tegen stress. Na een zware dag op het werk is een Lego-ruimteschip bouwen de ideale ontspanning.”

“Papa, ga je stoppen met springen?”

Speelgoedfabrikanten zijn niet de enige die surfen op het Kidult-fenomeen. Ook de eventsector ontdekt het infantiel plezier. Het Gentse bedrijf Hold My Shoes begon in 2006 met de creatie en verhuur van avontuurlijke springkastelen. “Toen nog puur voor kinderen”, zegt Benedikt De Vreese. “Maar toen ik aan de kant stond, hoorde ik ouders vaak zeggen: Konden wij dat nog maar eens doen.

Tien jaar later heeft Hold My Shoes het grootste springkasteel ter wereld – The Beast, 272 meter lang – dat momenteel de wereld verovert, van Londen tot de States. Ze ontwierpen ook een opblaasbaar American Football-veld, Sumovoetbal, een Gladiator Arena, enzovoort. “De laatste jaren is er iets losgekomen bij volwassenen”, zegt Benedikt. “Vroeger hadden ze dit kinderachtig gevonden, durfde niemand zich echt te smijten op zo’n springkasteel. Vandaag laten mensen zonder gêne het kind in zich los. Het zijn nu vaak de kinderen die vragen: Papa, mama, gaan we naar huis?

“Veel heeft te maken met de maatschappij van vandaag. De stress, de prestatiedruk: mensen willen daaraan ontsnappen. Dat kan je eigenlijk ook via sport. Maar vandaag staat sporten ook al gelijk aan steeds hogere doelen stellen, je prestatie delen op sociale media, kilo’s verliezen. Spelen is veel vrijblijvender. Na 272 meter The Beast ben je óók kapot, maar het was vooral dikke fun, zonder enige verplichting. De ideale ontspanning.”

Samson in het Sportpladijs

Nu, compleet onlogisch is het ook niet als je The Beast bekijkt. Wie zou zich daar nu níét op amuseren? Het is een spel op volwassenmaat, zoals paintball. Toch hoeft het niet per se zo te zijn. In Nederland boomt een ander bedrijfje: ApenkooiGym.

Het concept is simpel: twintig volwassenen komen samen in een sporthal, zetten turntoestellen kriskras door elkaar, en spelen ‘Apenkooi’ – hét turnlesspel in Nederland, vergelijkbaar met ‘Reis rond de wereld’ bij ons. Weinig spectaculair, maar de deelnemers vinden het de max. Of zoals ze zelf zeggen: “Pure nostalgie.”

Dat gevoel, nostalgie, is in 2015 onderzocht door neurowetenschappers aan de Universiteit van Oxford. Ze ontdekten dat er dopamine (het zogenoemde gelukshormoon) vrijkwam in de hersenen toen proefpersonen jeugdfoto’s bekeken. Er was activiteit tussen het geheugengedeelte en het beloningsgedeelte in ons brein. Kort gesteld: je brein geeft je een beloning voor het oprakelen van die oude foto. Dat proces heet nostalgie.

Iets gelijkaardigs gebeurt als we muziek horen uit onze jeugd. Al eens afgevraagd waarom de muziek uit uw jonge tijd sowieso de beste is? Waarom iemand uit de nineties Justin Timberlake fantastisch vindt, en Justin Bieber slecht? Daar is geen objectieve reden voor. Het komt door zogenaamde “muzikale nostalgie”. Nummers die we tijdens onze tienerjaren opslaan in ons brein, worden overladen met tienerhormonen en zijn gelinkt aan onze identiteit (de vriendengroep waartoe je behoort) en memorabele momenten (de eerste fuif). Als we een favoriet nummer horen, komt er sowieso al dopamine vrij. Als het een favoriet nummer uit onze tienerjaren is, wordt dat een heel dopaminevuurwerk. Zó gek is het dus nog niet, dat twintigers en dertigers straks vier Sportpaleizen vullen voor ‘Samson in het Sportpladijs’.

Of Lego en Playmobil en verstoppertje-loere eenzelfde vuurwerk creëren, is nog niet wetenschappelijk onderzocht. Maar recente onderzoeken tonen wel hoe nostalgie werkt: we openen even een leuk doosje, ergens in ons brein. “Toch kan je daar niet constant naar op zoek gaan”, zegt gedragsbioloog Mark Nelissen. “Het moet iets van vroeger blijven, om effect te hebben. Vergelijk het met naar een jeugdfoto kijken: één minuut is dat fantastisch. Maar als die foto aan je muur hangt, vervaagt dat gevoel. Zo is het ook met spelletjes: als we elke dag verstoppertje spelen, wordt het iets van nu.” Kortom, het is zoals met de andere geneugten des levens: geniet, maar speel met mate.

Aangeboden door onze partners

Meer lifestyle

Aangeboden door onze partners

Meer over de avonturier

Hoofdpunten

Keuze van de redactie