Een panel bestaande uit Alan Shearer, Chris Sutton, Ruud Gullit en New York Times-journalist Rory Smith had de 13-koppige shortlist met drie doelmannen, drie verdedigers, drie middenvelders en vier spitsen samengesteld. Fans mochten nadien stemmen op de speler die volgens hen de titel van “beste buitenlander aller tijden” verdiende. Thierry Henry won overtuigend met 45 procent van de stemmen, voor Cristiano Ronaldo (14 procent) en Eric Cantona (12 procent).

Vincent Kompany, die sinds 2008 bij Manchester City speelt in de Premier League, stond op de shortlist als één van de drie gekozen verdedigers en kreeg twee procent van het totaalaantal stemmen. Niet genoeg om beste buitenlander tout court te worden, maar wel meer dan de andere genomineerde verdedigers Nemanja Vidic en Jaap Stam. Kompany won met de Citizens driemaal het kampioenschap en pakte daarnaast ook één FA Cup, vier League Cups en twee Community Shields. In 2012 werd hij zelfs verkozen tot beste speler van het seizoen in de Premier League.

“Hij was er al voordat het grote geld kwam”

“Hij is een fantastische leider. Ik speelde tegen hem toen hij op 17-jarige leeftijd bij Anderlecht zat en hij hield me volledig uit de wedstrijd. Hij was zeer volwassen op die leeftijd en kon het spel zeer goed lezen”, aldus Sutton. Journalist Rory Smith voegde daaraan toe dat “Kompany al bij City kwam nog voor het grote geld er was en hij er steeds is geweest tijdens hun groei naar de top van de Premier League. Dat hij dat allemaal overleefde, al die verschillende managers en speelstijlen, bewijst zijn vaardigheden.”