Oorlog in Gaza

Gennez na dood medewerker Belgisch ontwikkelingsagentschap en zoontje in Gaza: “Verantwoordelijkheid Israël is verpletterend”

Palestijnse jongelui in wat rest van een woningblok, na een bombardement door Israël, woensdagnacht.© afp

Een medewerker van het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel en zijn zoon zijn omgekomen bij een bombardement in Gaza. Hij stond op de lijst om Gaza met zijn familie te ontvluchten. België noemt de verantwoordelijkheid van Israël “verpletterend”.

Simon Demeulemeester

Abdallah Nabhan (33) en zijn zevenjarige zoon zijn afgelopen nacht omgekomen bij een bombardement van het Israëlische leger op de Palestijnse stad Rafah. De echtgenote van Nabhan ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. De tol van het bombardement, waarbij minstens zeven doden vielen, is ontzettend hoog voor de familie Nabhan. De twee andere kinderen van het koppel (een van 5 jaar en een van 7 maanden oud, geboren twee weken voor de oorlog begon) liepen lichte verwondingen op. De 65-jarige vader van Nabhan, zijn broer van 35 jaar en zijn nichtje van zes verloren ook het leven.

Milieuvriendelijk

“Abdallah Nabhan was een zeer toegewijde en gewaardeerde collega”, zegt minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit). “Hij begon in april 2020 bij Enabel als Business Development Officer in een Europees project dat kleine ondernemingen in de Gazastrook begeleidt om milieuvriendelijk te produceren, en dat aansluit bij een project van de Belgische ontwikkelingssamenwerking dat erop gericht is jongeren aan een baan te helpen.”

Caroline Gennez (Vooruit).© belga

In een reactie aan De Standaard schrijft Enabel-diensthoofd in Gaza Yahia Masswadeh dat Nabhan bijzonder toegewijd was aan gemeenschapsontwikkeling en jongerenwerk. “Abdallah studeerde in 2018 af als burgerlijk ingenieur aan de Islamitische Universiteit in Gaza. In 2014 vervolmaakte hij ook een bachelor aan diezelfde universiteit.

Kwetsbare jongeren

“Van 2016 tot 2020 werkte hij bij Islamic Relief (een islamitische humanitaire organisatie, red.), waar hij opklom tot projectleider. Hij gaf er trainingen aan kwetsbare jongeren om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Daarnaast werkte hij mee aan gezondheidsprogramma’s, in projecten rond water en sanitaire voorzieningen in de Gazastrook.” Daarvoor had hij gewerkt bij de Gazaanse afdeling van Qatar Charity, ook als begeleider van jongeren die hun eerste stappen zetten op de arbeidsmarkt.

Hij keek ook altijd verder dan louter werk, aldus Masswadeh. “Zo zette hij mee zijn schouders onder evenementen die goed onderwijs en fatsoenlijk werk bevorderen. Abdallah schoolde ook zichzelf voortdurend bij, met cursussen in kinderbescherming, management en humanitaire hulp, wat zijn toewijding aan persoonlijke en professionele groei weerspiegelt.”

Willekeurig bombarderen

Gennez wijst erop dat Abdallah Nabhan, net zoals alle andere medewerkers van Enabel in Gaza, op de lijst stond van mensen die voor vertrek uit Gaza in aanmerking kwamen. “Die werd al maanden geleden aan de Israëlische autoriteiten bezorgd. Helaas is Abdallah omgekomen voordat hij en zijn gezin toelating kregen om veilig uit Gaza te vertrekken. Er zitten momenteel nog zeven medewerkers vast in Gaza.”

Gennez zegt dat het verhaal van Nabhan er slechts een van tienduizenden is. “Wanneer zal het eindelijk genoeg zijn? Na zes maanden oorlog en vernieling in Gaza lijken we het al gewoon te worden, maar feit blijft dat het willekeurig bombarderen van civiele infrastructuur en van onschuldige burgers ingaat tegen elk internationaal, humanitair en oorlogsrecht. De Israëlische regering draagt hier een verpletterende verantwoordelijkheid.”

Algemeen directeur van Enabel Jean Van Wetter zegt “diep geraakt” te zijn door het overlijden van de collega en zijn zoon. “En ik ben verbolgen en geschokt door de aanhoudende aanvallen. Dit is de zoveelste flagrante inbreuk van Israël op het internationaal humanitair recht. Als directeur van een Belgisch agentschap en als voormalig humanitair medewerker kan ik niet aanvaarden dat dat al zo lang onbestraft blijft doorgaan. Het is tragisch dat onschuldige burgers het slachtoffer zijn van dit conflict. We moeten er alles aan doen om het geweld te stoppen.”

Premier De Croo fluit minister Lahbib terug

“Wij zijn nog altijd lid van die groep.” In een antwoord op zes parlementaire vragen haalde premier Alexander De Croo (Open VLD) de lont uit het kruitvat over de erkenning van Palestina. Ons land staat achter zo’n erkenning op langere termijn. 

Het salvo aan vragen kwam er na een uitschuiver van minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) in de parlementaire commissie op dinsdag. Persagentschap Belga noteerde dat Lahbib er verklaarde dat ons land niet langer lid is van de stuurgroep die ijvert voor de erkenning van Palestina. De coalitie zou “intern veranderd zijn”, verklaarde Lahbib. Daardoor zouden alleen nog Spanje, Slovenië en Ierland overblijven. De Spanjaarden zouden er een erkenning willen “forceren”, waarop “de eerste minister beslist heeft om België uit de groep terug te trekken”, aldus Lahbib dinsdag.

Lahbib voelt zich “misbegrepen”, zei ze donderdag in de Kamer. Ze liet zich bijstaan door de premier. “Om samen klaarheid te scheppen.” Na de respons van De Croo herhaalde Lahbib grotendeels wat De Croo had gezegd. Voor de erkenning van Palestina “werkt ons land aan criteria, samen met andere landen”. (dvf)