Rob zorgt al 30 jaar voor topfitte spelers bij Merksplas SK

Een gezonde geest in een gezond lichaam. Bij voetbalclub Merksplas SK staat Rob Cornelissen (67) vier keer per week paraat als sport­verzorger. Zijn carrière begon dertig jaar geleden toen hij als toeschouwer een bewusteloze speler reanimeerde. Rob wil volgend seizoen graag zijn opvolger opleiden.

Ronny Van Den Ackerveken

Na een loopbaan op de reclamedienst van een aantal huis-aan-huisbladen geniet Rob ­Cornelissen van zijn welverdiende pensioen. Sportverzorging beschouwt hij na al die jaren nog steeds als een hobby. “Ik heb een diploma van ambulancier en heb me later bijgeschoold tot sportverzorger”, legt Rob Cornelissen uit. “In de jaren tachtig woonde ik met mijn schoonbroer een voetbalwedstrijd van Gierle bij. Tijdens een duel raakte een speler van de thuisclub bewusteloos. Omdat er vanaf de zijlijn geen reactie kwam en de situatie toch ernstig was, sprong ik over de omheining om hem te reanimeren. Het bestuur vroeg me om sportverzorger te worden. Daar ben ik vijf jaar gebleven, tot ik de overstap maakte naar Merksplas SK. Intussen is dat al dertig jaar. Het is een uit de hand gelopen hobby. Ik heb heel wat feesten moeten missen omdat die samenvielen met een wedstrijd van het eerste elftal.”

Rob beschikt sinds kort over een moderne en zelf ingerichte ruimte bij de voetbalvelden in Merksplas-Kolonie, waar de trainingen plaatsvinden. “Elke dinsdag- en donderdagavond ben ik hier. Vaak komt ook de vraag van spelers voor verzorging op zaterdagvoormiddag. Bij de wedstrijden van het eerste elftal kan ik uiteraard niet ontbreken. Mijn assistent heeft me de voorbije jaren wel enkele keren vervangen om familiale reden. Ik heb veel vreugde en verdriet meegemaakt de afgelopen dertig jaar. Er zijn twee incidenten die me altijd bijblijven: ooit liep een speler een open beenbreuk op en een andere keer slikte iemand zijn tong in. Hij kon geen adem meer halen, maar ik bleef kalm en heb hem kunnen redden”, vertelt Rob.

Maniakaal

T2 Raf Govers kent Rob ­Cornelissen al lang. “Hij was al sportverzorger toen ik als 16-jarige in het eerste elftal kwam. Ik denk dat er weinig voetbalclubs zijn waar iemand dat al zo lang doet. Rob is tot een echt club­monument uitgegroeid en graag gezien bij de spelers. Ze kunnen altijd op hem rekenen. Als ze op de massagetafel liggen, is Rob voor hen een luisterend oor. Het gaat om vrijwilligerswerk, maar Rob is er wel maniakaal mee bezig. Van elke speler houdt hij nauwlettend een medisch dossier bij. Rob houdt altijd het hoofd koel. Dat heeft hij aangetoond toen een speler zijn tong inslikte en dreigde te stikken.”

Anatomie

In de voorbije drie decennia is sportverzorging volgens Rob ­Cornelissen fel veranderd. “Vroeger was het bijna uitsluitend masseren. Tijdens de wedstrijd zag je vaak verzorgers met een emmer en spons het veld oplopen als iemand geblesseerd was. Tegenwoordig behoren ook tapen en bandages leggen tot onze taken. Kennis van de anatomie van het menselijk lichaam blijft belangrijk. Volgend seizoen wordt mijn laatste. De club heeft nog geen opvolger. Ik zou graag hebben dat een jonge gast volgend jaar al meegaat zodat ik hem nog een beetje kan opleiden”, aldus Rob Cornelissen. Na de laatste training trakteerde de sportverzorger het bestuur en de spelers op een etentje.