© Jeroen Hanselaer

Helikopterpiloot Dirk: “In de lucht voel ik me altijd veilig,zelfs als ik beschoten word”

“Het is een klotejob, maar iemand moet het doen”, steekt Dirk De Bie verrassend van wal als we hem ontmoeten aan het vliegveld van Melsbroek, waar de dienst Luchtsteun van de federale politie haar thuisbasis heeft.

ZOMERREEKS. Het zit in onze volksaard om de voetjes op de grond te houden. Maar deze zomer volgen we mensen die betaald worden om dat net níét te doen. Hun beroep speelt zich af op eenzame hoogte, waar ook politiehelikopters rondvliegen om de arm der wet te laten gelden. De dappere lieden die zich elke dag weer op grote hoogte wagen hebben één troost: ook hoog in de lucht zijn ze nooit echt helemaal alleen. Vandaag: de helikopterpiloot van de federale politie.

Iets zegt ons dat we de woorden van Dirk met een korrel zout moeten nemen. Zijn ogen blinken te hard wanneer hij daarna zijn politiehelikopter toont en eventjes de lucht ingaat voor een demonstratie. De luchtverplaatsing die daarmee gepaard gaat duwt onze fotograaf bijna tegen het tarmac. Daarna ondergaat de schrijver van dit stuk bijna hetzelfde lot, maar dan door de stortvloed aan verhalen die Dirk in petto heeft. De komende drie uur laat hij ons kennismaken met zijn job, tevens zijn passie.

Want over zijn job aan de knuppel van zijn politiehelikopter McDonnell Douglas MD-902 Explorer valt heel wat te vertellen. “Als we stand-by zijn, weten we nooit wat we die dag gaan meemaken. Voorbeelden: een voortvluchtige achternazitten, een evenement beveiligen, de omgeving bewaken als president Trump in ons land is, een organentransport verzorgen, een brand blussen op een voor de brandweer onbereikbare plaats, een vermiste persoon opsporen, enzovoort. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan.”

© Jeroen Hanselaer

“De hoofdzaak is dat wij vanuit de lucht de ogen van de politie op de grond zijn. In heel wat situaties kan je vanop de grond moeilijk inschatten hoe het er aan toe gaat, zoals bij de Ronde van Vlaanderen of de drukte op een festival als Rock Werchter. Je kan als brandweercommandant een hele dag rondrijden om alle nooduitgangen te inspecteren en de drukte op verschillende locaties te inspecteren. Als die even bij ons instapt, dan kan hij hetzelfde zien in vijftien minuten.”

Euforie

De camera’s die Dirk aan boord heeft, zijn in staat tot ongelofelijke dingen. “Daar is de laatste jaren enorm in geïnvesteerd. Vanop zeven kilometer afstand kunnen wij nog goed zien wat iemand aan het doen is. Je kan ons dan niet zien of horen, we hangen dan letterlijk boven een ander dorp. Maar met onze camera’s kunnen we zo sterk inzoomen dat we zien wat iemand zeven kilometer verder in zijn tuin aan het uitspoken is. Dat is ongelofelijk nuttig in sommige situaties. Denk maar aan een voortvluchtige die je moet opsporen zonder dat we hem alarmeren. De beelden die we maken worden ook vaak gebruikt om mensen later de identificeren, bijvoorbeeld bij voetbalrellen.”

© Jeroen Hanselaer

Ook infraroodcamera’s worden geregeld ingezet. “Iemand die uit de gevangenis ontsnapt en die zich verstopt op daken of in boomtoppen, die vinden we zo makkelijk terug. Of we sporen drugslabs onder het dak op; de warmte verraadt hen. Of we gebruiken ze om vermiste personen op te sporen.”

“Zo heb ik in 2016 een meisje van 3 jaar gevonden in een veld vol hoge braamstruiken. Er kwam onweer aan, toen we doorkregen dat er in Flémalle een meisje verdwenen was. We zijn dan toch maar vertrokken. Na een half uur hadden we haar gevonden. Onze mensen op de grond hadden de grootste moeite om tussen de struiken tot bij haar te geraken, maar wij konden hen leiden vanuit de lucht. Op zo’n moment weet je dat het meisje zonder onze hulp nooit tijdig gevonden was geworden.”

“Als je een leven redt, dan is dat totale euforie. Daar wen je niet aan. Ik ben normaal niet zo emotioneel als ik werk. Maar toen dat meisje ons twee weken later kwam bedanken, hield ik het ook niet helemaal droog.”

“Misschien nog een misverstand uit de weg ruimen: wat we níét kunnen met een infraroodcamera is door muren of ramen kijken. Zelfs een heel dik bladerdek hindert ons. Infrarood detecteert warmte, en die zien we niet als iemand zich in een huis verschanst. Tenzij het raam openstaat natuurlijk.”

Dirk heeft in zijn 24 jaar durende carrière al heel wat gezien, maar soms gebeurt toch nog het onvoorstelbare. “Hét beeld dat ik nooit zal vergeten, is dat van de gasramp van Ghislenghien in 2004. Ik was toen stand-by en was een kwartiertje na de ontploffing ter plaatse. Vanaf het moment dat ik hier in Melsbroek opsteeg, zag ik een enorme rookpluim vanop veertig kilometer afstand.”

“Toen ik dichterbij kwam, werd het nog onwezenlijker. Er was op verschillende plaatsen vuur, en in een grote cirkel rond de ramp zag ik zwaar verbrande mensen lopen. Sommigen zagen letterlijk zwart, dan weet je dat die de avond niet zullen halen. Hallucinant was dat. Een kwartier eerder zat ik nog nietsvermoedend op onze basis.”

“Mijn taak was toen onder meer om samen met een brandweercommandant een geschikte plaats te zoeken waar andere helikopters konden landen om hulp te bieden, waar de triage van de slachtoffers kon gebeuren, enzovoort. Van op de grond kan je dat nooit zo goed inschatten.”

Nooit honderd procent veilig

“Of het soms eenzaam is in de lucht? Nooit. We zitten zelden alleen in de helikopter. En we staan constant in verbinding met de grond. We stralen dan beelden rechtstreeks door en geven onze inschattingen mee, waarop ze dan beneden hun beslissingen kunnen baseren. We zijn zo druk bezig dat we ons geen moment vervelen.”

Een job op eenzame hoogte bij de politie is wel nooit honderd procent veilig. “Ik ben ooit eens door een zware jongen beschoten met een kalasjnikov. Maar ook dan ben ik niet in paniek geraakt. We hebben een beschermingsplaat onderaan onze helikopter hangen en als je recht boven de schutter vliegt, is het sowieso heel moeilijk voor hem om ons te raken. In de lucht voel ik me eigenlijk altijd heel veilig, ook op zo’n momenten. Achteraf heb ik daar geen minuut meer bij stilgestaan. Zulke situaties horen er af en toe bij.”

Maar er zijn ook momenten waarop de pure schoonheid van het beroep de piloot overweldigt. “In de lucht is alles veel rustiger, dat is genieten. Als we even een rustig moment hebben, dan nemen we soms ook een foto van de zonsopgang, of de stad in de mist. Dan besef je dat het een ongelooflijk voorrecht is om in het luchtruim te mogen werken. Alles lijkt zo klein en onbeduidend. Soms moet ik bij zware verkeersproblemen ook de files in kaart brengen. Neem het van mij aan: het is leuker om erboven te vliegen dan om er daarna zelf in te staan”, lacht Dirk.

“Of ik nog altijd graag in de helikopter stap? Zeker en vast, elke vlucht blijft leuk, al voelt het voor mij niet veel anders aan dan met de auto starten. Het vliegen zelf is voor ons trouwens eerder bijkomstig. De opdrachten die we moeten uitvoeren vragen de meeste concentratie, het vliegen is maar een middel om die uit te voeren.”

James Bond

Als jonge knaap had Dirk nooit gedacht dat hij als piloot zou eindigen. “De interesse voor vliegen heb ik zeker niet van thuis uit meegekregen. Ik ben opgegroeid in het sympathieke boerendorpje Wiekevorst, dan denk je niet aan piloot worden. Maar ik ben uiteindelijk bij de rijkswacht gegaan en heb dan testen gedaan om aan mijn opleiding te beginnen als piloot. Toen ik daarin slaagde en na mijn opleiding ook effectief kon beginnen, voelde dat als de Lotto winnen.”

© Jeroen Hanselaer

Op zijn pilotenoutfit prijkt naast zijn naam ook zijn bijnaam: James. “Tja, dat komt van James Bond”, geeft hij toe. “Ik hou van snelheid, uitdagende opdrachten, avontuur en spanning. Daarom noemen ze me hier wel eens zo. Al wil dat niet zeggen dat we ons hier als James Bond gedragen. Integendeel. Alle risico’s die we nemen, zijn berekende risico’s. Hier is geen plaats voor waaghalzerij, want dan heb je binnen de twee maanden iets voor.”

Dirks drang naar uitdagingen blijkt ook als we vragen naar zijn lievelingsopdrachten. “Ik doe heel graag alles wat te maken heeft met de speciale eenheden. Zo moeten we soms teams afzetten op een dak op exact hetzelfde moment als ze op de benedenverdieping de deur instampen om een crimineel te arresteren, om te vermijden dat hij over de daken zou vluchten. Dan moet je tot op de seconde exact proberen te werken. Dat is iets heel anders dan een overvaller achternazitten in Antwerpen-centrum. Dat lijkt voor ons in verhouding meer op tikkertje spelen.”

Soms zijn mensen wel eens geïrriteerd als er weer een politiehelikopter boven hun buurt hangt. “Maar we doen dat nooit zomaar. We zijn er altijd met een goede reden. Soms zijn dat grote, belangrijke zaken die uitgebreid in het nieuws komen. Zoals toen we mee naar Abdeslam op zoek moesten tijdens de terreurdreiging. Soms gaat het om kleinere dingen, zoals een dief achtervolgen die de handtas van een oud vrouwtje afgerukt heeft.”

© Jeroen Hanselaer

“Wat we ook doen, elke dag als we naar huis rijden hebben we het gevoel dat we een verschil gemaakt hebben. Dat is het mooiste aspect aan de job. Ik heb het deze week nog tegen mijn vrouw gezegd: als ik weer 20 jaar zou zijn en mijn leven opnieuw zou kunnen opbouwen, zou ik exact hetzelfde doen. Dat zegt genoeg.”

De James Bond van de federale politie komt dan nog even terug op zijn eerste woorden. “Na 24 jaar ben ik hier een van de fossielen onder de piloten. Maar ik ben nog lang niet uitgekeken op wat ik doe, want de job satisfaction is enorm. Dat wat ik zei over die klotejob, was dus ironisch. Ik bedoelde dat het voor mij de schoonste job van de wereld is. Maar dat had je al wel door, niet?”

© Jeroen Hanselaer

Dirk De Bie (53)

Woonplaats: Pulle (Zandhoven), afkomstig uit Wiekevorst (Heist-op-den-Berg)

Beroep: helikopterpiloot bij de Luchtsteun van de federale politie

Ervaring: 24 jaar

Werkterrein: het luchtruim in het hele land

Werkhoogte: tot ongeveer 3.300 meter hoogte

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER