Broeder Guerric Aerden en zuster Christiane De Wit leven als kluizenaar: “Je moet soms de berg opgaan om de toestand in het dal beter te begrijpen.”© Fotomontage GvA

Kluizenaars getuigen na de eenzame dood van Markus: “Een kluizenaar is iets helemaal anders dan een eenzaat”

“Een kluizenaar”, schreven de kranten over Markus Verschaeren (60), de man die zich zes jaar geleden van de buitenwereld had afgesloten en pas een jaar na zijn overlijden werd gevonden in zijn herenhuis in Antwerpen. Maar volgens de weinige échte kluizenaars die ons land kent, is dat woord verkeerd gekozen. “Een kluizenaar leeft meer dan eender wie in verbinding met alles en iedereen.”

Kristin Matthyssen

De buren hadden Markus al maanden niet meer gezien, maar in al die tijd sloeg niemand in de omgeving alarm. Markus was vroeger een wereldreiziger en een levensgenieter. Hij was geïnteresseerd in spiritualiteit, maar had zich na de dood van zijn ouders en verhuis naar Antwerpen meer en meer afgesloten. Hij deed de deur voor niemand meer open, beantwoordde geen telefoons. Hij gleed weg in afzondering.

LEES OOK. Hij was een levensgenieter en wereldreiziger, maar toch stierf Markus in extreem isolement op zijn appartement

Dat is zeker geen definitie van kluizenaarschap, reageren de echte kluizenaars die we contacteren. Vanzelfsprekend is dat overigens niet. Greet Heyman (49), nu zuster Elisabeth, van de Kluis van Moria op Sassenhout in Vorselaar, kan je bijvoorbeeld op geen enkele manier contacteren. Ze legde elf jaar geleden in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen haar plechtige geloften voor het eremietenleven af in de handen van bisschop Johan Bonny. De zuster leefde toen al jaren teruggetrokken in een huisje op het domein van de Broeders van Liefde in Vorselaar. Ze hoedde er een kleine kudde melkschapen en voorzag in haar levensonderhoud door de verkoop van onder meer zelfgemaakte kaarsen.

LEES OOK. Nadat Markus V. pas jaar na zijn overlijden werd gevonden: hoe gevaarlijk is eenzaamheid? “Sociaal contact is even belangrijk als zuurstof”

Zuster Elisabeth, kluizenares in Vorselaar. Haar kregen we niet te pakken.© Joren De Weerdt

Zuster Elisabeth was tot vorig jaar actief op Twitter, nu X. Intussen zijn haar mailadres en telefoonnummer afgesloten. De kaarsenwinkel is dicht. De luiken van haar kluis op Sassenhout zijn dicht en de tuin is volledig afgespannen met zwarte doeken. De bel naast de deur is verwijderd, zelfs een briefje onder de deur schuiven lukt niet. “De zuster heeft een brievenbus tegen de straat”, zeggen de opvoeders van de voorzieningen van de Broeders van Liefde op het domein. “We zien haar bijna nooit meer, we weten ook niet wat er aan de hand is.”

De brievenbus tegen de straat puilt uit, en op ons briefje komt geen reactie. Net als mensen die haar kennen van vroeger zich zorgen beginnen te maken, weet het bisdom Antwerpen te melden dat ze recent aanwezig was in enkele vieringen van de Goede Week.

De kluis van Moria in Vorselaar.© kma

Door de bomen

De meeste kluizenaars staan wel nog in contact met de buitenwereld. Maar ze zijn niet met velen. Binnen het aartsbisdom Mechelen-Brussel is er geen kluizenaar meer, voor zover bekend. Het bisdom Brugge telt nog één kluizenares: Christiane De Wit, afkomstig uit Boom, die in Stalhille (Jabbeke) woont. Broeder Guerric Aerden uit Hove, voorheen monnik in de Abdij der Trappisten in Westmalle, woont sinds 4,5 jaar als kluizenaar in Zuid-Frankrijk.

Hun getuigenissen doen denken aan de ervaringen van Dieter Coppens en Lynn Van Royen in het VRT 1-programma Door de bomen. Daarin worden de bekende gasten drie dagen en drie nachten in afzondering gebracht op een plek in het bos. Meestal vertrekken ze er niet graag. Ze komen er in vrij korte tijd dichter bij zichzelf en alles rondom hen.

Het boshuis, ook een soort kluis, in het tv-programma Door de bomen, dat veel lof krijgt.© © VRT

Broeder Guerric Aerden (69) studeerde filosofie en theologie. Hij trad als jongeman in bij de Norbertijnen in Averbode, maar zocht nog meer onthechting. Na een verblijf bij de Trappisten van Zundert vertrok hij naar de Abdij der Trappisten in Westmalle, waar hij tot priester werd gewijd.

Broeder Guerric Aerden met zijn Drentse patrijshond in de tuin.© GA

“Na meer dan veertig jaar leven als monnik in gemeenschap, heb ik mijn abt gevraagd om een kluizenaarsexperiment te mogen aangaan. Dat werd me toegestaan. Intussen ben ik 4,5 jaar kluizenaar, eerste in de Drôme, daarna in de Creuse, in Frankrijk.” Broeder Guerric wil wel wat toelichting geven. “Maar ik heb schrik dat de echte inhoud van het kluizenaarschap onvoldoende en verkeerd zal worden overgebracht. Dan wordt het al gauw een karikatuur, waar de mensen bij glimlachen: weer zo’n sociaal onaangepaste zonderling. Daar pas ik voor.”

Broeder Guerric leeft al 4,5 jaar als kluizenaar in Frankrijk.© GA

We laten het hem dus in zijn eigen woorden uitleggen, wat ook het beste is. In Door de bomen krijgen de deelnemers drie dagen het gezelschap van een naamloze kat, en je ziet dat iedereen die aanwezigheid waardeert. Broeder Guerric leeft samen met zijn Drentse patrijshond Nivard, een kater die naar de naam Tybert luistert en enkele kippen.

“Er moet een fundamenteel onderscheid gemaakt worden tussen een eenzaat en een kluizenaar-monnik. De eerstgenoemde wordt in de volksmond ook ‘kluizenaar’ genoemd, maar hij is geen monnik en staat niet in een monastieke traditie.”

De kluis van broeder Guerric. Hij leeft er in afzondering verbonden met iedereen en de hele wereld.© GA

“De eerste christelijke monniken in de derde eeuw waren allemaal kluizenaars, ook eremieten of anachoreten genoemd. Ze waren allesbehalve eenzaten! Evagrius van Pontus zei in de 4de eeuw over deze mannen: ‘van allen gescheiden, met allen verbonden’. Ze zochten de woestijn op, in het Latijn ‘eremus’, vandaar de naam eremieten. Ook het woord monnik komt van ‘monos’, wat alleen betekent. Gemeenschappen van monniken zijn in een tweede fase, hoewel vrij vlug, ontstaan. Maar ook daar leven de monniken toch ‘alleen met de Ene’: dat is het doel van hun leven.”

Om een echte kluizenaar te zijn, moet je volgens broeder Guerric juist zeer verbonden leven. “Met God, met jezelf, met de natuur om je heen, de vlieg op je vensterbank, de mier op je eettafel, en met alle mensen. Anders vervreemd je van jezelf. Dan word je een geïsoleerd individu, een eenzaat, zoals er vandaag de dag – ook bij jongeren – helaas veel zijn.”

“Paradoxaal genoeg heb je als kluizenaar meer contact met de bevolking dan wanneer je binnen een abdij leeft. Als ik geen eten ga kopen op de markt, heb ik geen voedsel. Ik moet zelf mijn huur betalen, mijn auto laten nakijken, naar de dokter of apotheker gaan als het nodig is. Als priester vier ik elke dag de mis in de kapel van mijn kluis. Deze eucharistie wordt op zondag bijgewoond door gemiddeld een tiental mensen, soms meer, soms minder. Ik maak er geen publiciteit voor, maar de mensen komen vanzelf, via mond-tot-mondreclame. Via hen heb ik dus ook contact met de buitenwereld.”

Broeder Guerric in actie in de tuin.© GA

Broeder Guerric heeft geen radio of tv, maar wel een laptop en smartphone. “Ik ben verbonden met het internet. Ik kan dus makkelijk de actualiteit volgen, hoewel ik daar sober in ben. Een kluizenaar is meer verticaal geconnecteerd dan horizontaal. Toch bid ik elke dag voor de grote noden van Kerk en wereld, voor heel concrete mensen die ziek zijn of in de problemen zitten.”

“Paradoxaal genoeg heb je als kluizenaar meer contact met de bevolking dan wanneer je binnen een abdij leeft. Als ik geen eten ga kopen op de markt, heb ik geen voedsel. Ik moet zelf mijn huur betalen, mijn auto laten nakijken, naar de dokter of apotheker gaan”

Guerric Aerden

Kluizenaar

“Sint-Bernardus noemde de kluizenaars ‘de maag van de Kerk’, waarin alles in stilte wordt verteerd”, zegt broeder Guerric. “Kluizenaars zijn als bomen die ter plekke blijven en de lucht zuiveren. Ze staan daar. Ze zijn kwetsbaar. Maar ze zijn onontbeerlijk voor een gezonde samenleving. Je moet soms de berg opgaan om de toestand in het dal beter te begrijpen.”

Geen twee dezelfden

In Jabbeke leeft de 79-jarige Christiane De Wit ook als geprofeste kluizenares. “Wat een trieste geschiedenis van die overleden man”, reageert ze. “Toch is het zo dat er niet kan geoordeeld worden over hoe iemand kluizenaar is. Er zijn geen twee dezelfden. Totale afzondering kan toch een grote verbondenheid met de wereld en het wereldgebeuren inhouden. Maar daarvoor is wel geloof nodig in de kracht en de zin van gebed.”

Zuster Christiane De Wit in haar gebedsruimte.© Bart Vandenbroucke

Christiane groeide op in Boom. Ze maakte twee periodes van kloosterleven door en twee periodes van kluizenaarsleven, waarvan de tweede nog voortduurt. Ze legde destijds haar kluizenaarsgelofte af tegenover monseigneur Paul Van Den Berghe in Antwerpen. “Na op enkele andere plaatsen te hebben ‘gekluisd’, woonde ik toen in een blokhut op het terrein van de zusters franciscanessen-missionarissen van Gooreind. Het was daar heel sober, er was bijvoorbeeld geen stromend water. Daar ontstond bij mij het verlangen om naar een leven als recluse over te stappen. Eeen verlangen waarvoor ik een tweede keer ben ingetreden, omdat die roeping niet alleen kan beleefd worden, maar alleen in een context. Er kwam jammer genoeg geen openheid voor. Na 15 jaar ben ik toen terug naar het zelfstandig kluizenaarsleven overgestapt, eerst in Brugge en sinds zes jaar in Stalhille bij Jabbeke.”

“De grootste beproeving van het kluizenaarsleven is geconfronteerd worden met de schijnbare zinloosheid ervan. Dat kan uit het niets gebeuren, alsof er een leegte over je heen valt”

Christiane De Wit

Kluizenares

“Het recluseleven kwam veel voor in de middeleeuwen, toen kluizenaressen in een kleine stulp verbleven die bij een kerk werd aangebouwd. Ze kwamen daar nooit uit. Maar wie als recluse leeft, kan dat niet alleen. Daarvoor is een context nodig: mensen die het nodige naar haar toebrengen. Ik ben zelfs tot in Israël geweest met een klein groepje, maar ik heb daar geen plek gevonden.”

Sociale roeping

Intussen woont ze al jarenlang alleen in een huisje in de polder. “Af en toe ontmoet ik mensen, maar grotendeels leef ik volgens een vaste dagorde van bidden en werken. De grootste beproeving van het kluizenaarsleven is geconfronteerd worden met de schijnbare zinloosheid ervan. Dat kan uit het niets gebeuren, alsof er een leegte over je heen valt.”

Het lijkt tegenstrijdig, maar voor Christiane is het kluizenaarschap een sociale roeping. “Je doet het niet voor jezelf; het is een gebedsleven in dienst van God en de wereld. Ik voel me verbonden met die wereld. Mensen vragen soms: hoe kun je je terugtrekken terwijl er zoveel nood is? Maar als je gelooft in de kracht van het gebed, dan begrijp je de zin van het kluizenaarsbestaan.”

Markus woonde in de herenwoning in Antwerpen waar vroeger de Hare Krishna-beweging zat. “Wij kennen hem niet”, zegt monnik Manu vanuit Radhadesh in Durbuy. “Het kluizenaarschap past niet echt binnen ons spiritueel leven. Wij moedigen iedereen aan om in groep te groeien, spiritueel, emotioneel en mentaal. Laat ons bidden dat de ziel van Markus nu op een betere plaats is.”

‘Door de bomen’, maandag om 20.45u op VRT 1, met Stef Bos als gast
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER