Kempense ingenieur maakt indruk met onderzoek: “Nanovezels verstevigen vliegtuigen en windmolens”

‘Interlaminaire vertaaiing van composietlaminaten door middel van nanovezelmembranen’: het klinkt niet bepaald als een onderwerp om aan de toog van je stamcafé een discussie over te beginnen. Toch klinkt het Lode ­Daelemans uit Vosselaar, doctor in de ingenieurswetenschappen, als muziek in de oren.

“Ik bestudeerde hoe we composietmaterialen kunnen verstevigen om zo hun levensduur te verhogen”, legt Lode Daelemans uit. “Composietmaterialen zijn opgebouwd uit verschillende lagen plastic. Deze lagen zijn erg sterk, omdat er glas- of koolstofvezels aan werden toegevoegd. De gelaagde structuur is echter ook broos en vatbaar voor scheurtjes, waardoor de lagen van elkaar loskomen en er vaak controles en reparaties moeten worden uitgevoerd. Om dit te vermijden voegden we tussen deze lagen minuscule textielvezels toe. Deze nanovezels doen dienst als een soort velcro en houden de lagen in het materiaal stevig bij elkaar. Hierdoor worden de sterkte en de levensduur van de composietmaterialen fors verhoogd zonder dat hun gewicht toeneemt.”

Sterkere fietsen en auto’s

Zijn onderzoek spitst zich toe op het gedrag van textiel in textielverstevigde kunststoffen die onder meer worden gebruikt in vliegtuigen en windturbines.

“Lichtgewicht composietmaterialen vind je nu al terug in windturbines en vliegtuigen. Door ze verder te verbeteren zouden we ze nog veel breder kunnen inzetten”, vertelt Lode Daelemans. “Zo kunnen we ervoor zorgen dat meer en meer toepassingen, waaronder auto’s, fietsen en andere voertuigen, lichter, sterker en duurzamer worden.”

Hoewel zijn studiegebied niet voor de hand ligt, voelde Lode Daelemans zich niet te beroerd om het onderwerp via de Vlaamse PhD Cup in enkele minuten uit te leggen aan een breed publiek.

“Ik vind het belangrijk om niet alleen aan vakgenoten, maar ook aan mensen die niet vertrouwd zijn met de materie, te kunnen uitleggen waar mijn onderzoek precies over gaat. Mensen denken bij textielmaterialen nog te weinig aan de hoogtechnologische toepassingen waarin ze vandaag worden gebruikt”, aldus de Vosselaarse onderzoeker. “Daarnaast hoop ik zo veel mogelijk mensen warm te maken voor wetenschappelijk onderzoek en het belang ervan aan te tonen.”