Vlaams Parlementslid Thijs Verbeurgt (Vooruit): "Parlement wordt gegijzeld door politici die geen verschil willen maken" 

Vandaag is het de beurt aan Thijs Verbeurgt van Vooruit. Sinds december 2022 zit hij in de oppositie van het Vlaams Parlement, daar volgt hij Caroline Gennez op die federaal minister werd. "Een fantastische eer", noemt Verbeurgt het om volksvertegenwoordiger te zijn.

"Er is vandaag een heel negatief sfeertje over politici, maar het is een enorme eer om de stem te mogen zijn van mensen die zelf geen stem hebben. We krijgen elke dag opnieuw de kans om het verschil te maken voor mensen die de politiek echt nodig hebben."

"Anderzijds moet ik wel toegeven dat het ook een frustrerend jaar is geweest. Ik heb vastgesteld dat het parlement nog vaak gegijzeld wordt door politici die niet het talent, de ambitie, de kunst of zelfs maar de interesse hebben om echt een verschil te maken."

Verbeurgt kijkt dan naar "de extremen op de flanken" en naar "de mensen in het centrum die er al te lang zitten". "Een parlementslid uit de meerderheid zei mij eens: 'Je kan als parlementslid ook te veel willen doen'. Dat vind ik onbegrijpelijk."

Of er zo ook geen parlementsleden van Vooruit zijn? "Dat vind ik niet. Wij hebben echt op veel domeinen gewogen. Denk aan kinderopvang, PFOS, mobiliteit of onderwijs. Ik vind dat wij als fractie in ons geheel, ieder met zijn eigen sterktes, boven ons gewicht hebben gebokst."

Verbeurgt zit zelf nog maar een goed jaar in het Vlaams Parlement. Toch wist hij al naam te maken als 'stormram', onder meer in het dossier rond de bedragen die de overheid uitgeeft aan consultancy.

Maar hoe komt het dat sommige parlementsleden weten op te vallen en anderen jaren onopgemerkt blijven? "Enerzijds moet je een beetje geluk hebben. Ik heb bijvoorbeeld het geluk gehad dat ministers elkaar begonnen tegen te spreken over de consultancybedragen."

"Daarnaast moet je de werking van het parlement goed kennen. Dat voordeel had ik natuurlijk door mijn verleden als fractiesecretaris. Je moet weten welke instrumenten je wanneer inzet: wanneer je vragen stelt, wanneer je interpellaties indient ..."

"En ten derde, je moet gewoon bereid zijn om elke dag keihard te werken. Je moet elke dag opstaan met het idee 'hoe kan ik een verschil maken?'. Als je die 3 dingen combineert, kan je als parlementslid, ook vanuit de oppositie, wel degelijk een enorm verschil maken."

Door die zaken te combineren, kon Verbeurgt een resolutie laten goedkeuren rond consultancy. "Veel mensen herinneren zich wellicht de discussie nog die ontstond toen minister Crevits plots zei dat er 1,5 miljard euro werd uitgegeven door de Vlaamse overheid aan consultancy."

Dat bedrag bleek achteraf niet te kloppen, maar het was ook niet duidelijk hoeveel er dan wel aan wordt besteed. "Weten hoeveel je uitgeeft, is de basis om te kunnen discussiëren over de vraag of het wel goed wordt besteed", vindt Verbeurgt. "Zeker voor een overheid die op veel vragen moet antwoorden dat er geen geld is."

"Dus was ons voorstel: laat ons daarover in de toekomst transparant rapporteren in een consultancyregister. Daarin kunnen politici, maar ook burgers, nagaan hoeveel er wordt uitgegeven voor een bepaald project en aan welk bedrijf."

De resolutie werd unaniem aangenomen. Samenwerken met de meerderheid is dan ook enorm belangrijk, vindt Verbeurgt. "In de oppositie heb je absoluut de taak om problemen heel scherp te stellen. Het feit dat je geen rechtstreekse impact hebt, leidt er soms toe dat je heviger reageert. Maar ik denk dat de volgende stap cruciaal is: aan tafel gaan."

"Het probleem dat je bij veel partijen ziet, zeker bij de extreme, is dat ze niet bereid zijn om aan tafel te gaan en compromissen te maken. Compromissen worden vaak afgedaan als politieke koehandel, maar het zijn wel compromissen die ons land vooruit doen gaan."

Volgens Verbeurgt sluiten de extreme partijen zichzelf zo uit. "Zowel Vlaams Belang als PVDA zijn op cruciale momenten niet in staat om compromissen te maken. We kunnen niet anders dan samenwerken met de partijen die wél willen samenwerken."

De komende legislatuur hoopt Verbeurgt met Vooruit nog veel meer stappen te kunnen zetten, hopelijk in de Vlaamse regering. Onder meer op het vlak van onderwijs zijn er volgens hem "kansen gemist". "Onderwijs is de motor van de samenleving, maar N-VA (met minister Ben Weyts, red.) blonk toch vooral uit in 'ideeënloosheid'. Er zijn ballonnetjes opgelaten, maar er was geen groot plan."

Verbeurgt pleit voor een betaald stagejaar in de lerarenopleiding, meer werkzekerheid voor beginnende leerkrachten, een flexibelere invulling en minder administratieve lasten.

Hij stipt aan dat er grote verschillen zijn met N-VA, maar dat ze op andere vlakken ook kunnen samenwerken. "Bijvoorbeeld in het hervormen van bepaalde structuren. In het onderwijs hebben de koepels veel eigen structuren en wegen ze heel zwaar. Ik denk dat we dat moeten durven veranderen."

Ook het departement Welzijn (met minister Hilde Crevits) krijgt een slecht rapport. "Dat zit al 20 jaar bij CD&V en je kan toch niet zeggen dat die balans positief is. De wachtlijsten in de zorg zijn gigantisch, er is bespaard op kindergeld. Dat zijn zaken die wij zouden willen omkeren."