© Jeroen Hanselaer

Acteur Manou Kersting verwerkt ‘criminele’ tv-rollen in eerste kunstexpo: “Schilderen brengt rust”

De jongste jaren speelt hij vooral ongure types of flikken in tv-series als Undercoverof Crimi Clowns, maar acteur Manou Kersting heeft artistiek nog meer in zijn mars. In de Antwerpse Galerie National 55 stelt hij met de expo Hands & Heads/Speakvoor het eerst schilderijen tentoon. “Dit is iets van mij, hier amuseer ik me mee.”

Ilse Dewever

Tussen twee opdrachten door valt er al eens een gat in de agenda van acteurs, en wat doen ze dan? “Geen broodjes smeren in een snackbar, iedereen zou maar met me op de foto willen”, lacht Manou Kersting. En dus maakte de 57-jarige Antwerpenaar in 2018 een collectie van twintig schilderijen. Van handen en hoofden.

Sommige acteurs ontwerpen meubels, jij schildert. Waarom beeldende kunst?

In de kern ben ik altijd een artistiek baasje geweest. Ik was zo slecht op school dat ik al heel jong theater begon te maken, veel tekende en ook al snel muziek speelde. Op mijn 13de nam mijn vader Gregor-Jef me op in zijn zigeunerjazzorkest. Tot mijn 26ste ben ik zijn bassist geweest, en tekende ik ook, net als hij en veel mensen van ‘de kant’ (het gebied rond het Hendrik Conscienceplein, red.).

Ferre Grignard, in wiens groep mijn vader viool speelde, maakte ook beeldende kunst. Net als mijn vader zelf, die mee aan de wieg stond van de Antwerpse kunstbeweging G58. Toch was ik midden mijn puberteit kennelijk klaar met tekenen. Na een gedwongen opleiding schrijnwerken ben ik op mijn 19de theater gaan volgen aan Studio Herman Teirlinck.

Waarom heb je de draad van het schilderen nu weer opgenomen?

Na de eerste reeks van Crimi Clowns in 2013 besloot ik als cadeau aan Luk Wyns een doek te maken van diens clownstronie. Dat is mij toen zo bevallen dat ik ben blijven schilderen. Een tweetal schilderijen per jaar, puur voor mezelf. Omdat ik in mijn vak al zo vaak met critici word geconfronteerd, had ik totaal niet de behoefte mijn werk te tonen. Er kwam ook weinig respons op.

Tot ik voor mijn broer, die een restaurant uitbaat in Frankrijk, een schilderij maakte van een ajuin in een handpalm. Omdat daar enthousiast op gereageerd werd, dacht ik een reeks rond handen te schilderen.

Handen hebben me altijd gefascineerd. Het is interessant om zien hoe iemand zijn handen beweegt als hij praat. Vaak zegt dat meer dan wat de persoon denkt te zeggen. Handen spreken vaak de waarheid, maar een gezicht natuurlijk ook. Daarop ben ik dan doorgegaan, en zo is de reeks Hands & Heads/Speak ontstaan.

Handen gelden nochtans als een van de moeilijkste objecten om te schilderen.

Daar ben ik al doende ook achtergekomen. Hun vorm is heel minimaal. Pas door het licht en de schaduw ga je de handen zien. Maar het is vooral moeilijk een hand te schilderen in verhouding tot het lichaam. (grinnikt) Daarom hangen er op de expo ook relatief weinig doeken van lichamen. Mijn schilderijen ogen ook overwegend zwart-wit. Ik vind het moeilijk om overal kleur tegenaan te gooien, omdat ik als mens zelf al niet zo kleurrijk ben.

Thematisch lijken je doeken te verwijzen naar de onderwereld. Klopt dat?

Ja, door mij te verdiepen in de rollen waar ik vaak voor gevraagd word, ken ik dat milieu qua scenografie intussen wel. Dat soort ongure types is als een masker voor mij. Het publiek zal mijn tv-rollen zeker menen te herkennen in de doeken. Ik vind het fantastisch om ‘bad guys’ te spelen. Zij doen dingen die wij als gewone burger niet mogen. Alleen word je na verloop van tijd alleen nog voor dat soort rollen gevraagd. Maar dankzij Undercover zit ik nu aan de goeie kant van de onderwereld. Ik zie er dan nog wel altijd even crimineel uit, nu ben ik een agent.

En dat voor iemand die ooit als dealer in de cel zat, zoals een blad deze week kopte.

Een jeugdzonde. Toen ik op mijn achttiende met een vriend naar het vakantiehuis van mijn vader in Frankrijk ging, had ik wiet bij. En hoe populair ben je dan wel niet bij de jongeren in het dorp? Nadat ik verklikt werd, heb ik daar een week vastgezeten. Fier ben ik daar niet op. Inmiddels ben ik ook al tien jaar afgekickt van alcohol en drugs.

En heb je nu de smaak van het schilderen te pakken?

Schilderen brengt rust, je blijft maar aan zo’n doek bezig. En als je dan plots denkt ‘dit gaat fout’, neemt het penseel het soms van je over en wordt het weer interessant. Ik blijf alleszins schilderen voor mezelf. Of ik nog een collectie maak om tentoon te stellen, zal moeten blijken na deze expo. Als ik niks verkoop, weet ik niet of ik dit om den brode moet blijven doen. (laconiek) Het lijkt me wel sterk dat iemand een schilderij gaat kopen met mijn gezicht op.

INFO

HANDS & HEADS/SPEAK za 23/03 - zo 14/04 | National 55 | Prekersstraat 55, 2000 Antwerpen | national55.com