Van een ideale voorbereiding op de match waarin punten kunnen (lees: moeten) gepakt worden in de Europa League, kan Zulte Waregem niet spreken. De troepen van Francky Dury verloren hun laatste drie matchen tegen Lazio Roma, Lokeren en Antwerp. Van paniek is er evenwel geen sprake. “Of we onze identiteit een beetje kwijt zijn? Het is zo dat we een heel jong elftal hebben en er veel nieuwe spelers zijn bijgekomen”, zegt Timothy Derijck. “In het begin paste alles precies in elkaar, maar je weet vooraf dat het een lang seizoen zal worden met de Europa League, de beker en hopelijk Play-off 1. Het is normaal dat er een tijd komt dat het even minder loopt. Sommige mensen gaan graag snel dramatiseren. We weten nochtans perfect waar we mee bezig zijn.”

Zulte Waregem kroonde zich vorig seizoen tot herfstkampioen. Behoudens vreemde omwentelingen zal dat nu niet het geval zijn. “Vorig jaar naar het einde toe van Play-off 1 behaalden we steeds minder punten. Nu proberen we een zo constant mogelijk niveau te halen om diep in het seizoen nog fris te zijn. We hebben een iets bredere kern waardoor er meer keuzemogelijkheden zijn.”

In de slotfase op Gent pakte het recept met drie centrale verdedigers nog goed uit. Maar tegen Lazio werd – ergens logisch – verloren. Tegen Antwerp stond Essevee al snel 2-0 op achterstand. Maar wat is er anders aan om met drie centraal achterin te spelen? “Het is niet dat ik het moeilijker vind”, zegt Derijck. “Het gaat om een andere samenstelling. Met drie centrale verdedigers heb je twee mensen nodig op de flanken en heb je maar één middenvelder voor je. Met een viermansdefensie heb je twee middenvelders voor je. Ik vind niet dat we moeten zeggen dat het niet werkt omdat we in twintig minuten twee tegengoals slikten. Ik denk dat we dat ook kunnen. Tegen Lazio deden we het de tweede helft goed in die opstelling.”

Komt de vraag in ons op of er genoeg getraind wordt op spelen in dat systeem. Derijck antwoordt niet rechtstreeks op de vraag, maar weerlegt onze stelling. “De spelers die daar spelen weten wat er gevraagd wordt. Natuurlijk liep er iets fout tegen Antwerp. Het is aan ons om dat op te lossen. Met drie centraal achterin speel je daarom niet de facto meer defensief.”

Sterkhouder, leider en ervaringsdeskundige. Timothy Derijck was dat alles vorig seizoen zeker en vast. Dit jaar is het bij de 30-jarige verdediger precies allemaal iets minder. Waar hij vorig seizoen makkelijk een zeven als beoordeling haalde, zijn het nu eerder zesjes. “Dat kan wel. Rondom mij zijn er heel veel nieuwe spelers. Ik wil altijd streven naar een zeven, maar ook een acht en een negen als beoordeling. Soms is dat niet mogelijk, je moet ook realistisch zijn. Als het niet goed is, mag het gezegd worden.” Derijck eist veel van zichzelf. Dat is geweten. “Ik ben eigenlijk nooit tevreden. Dat ligt in mijn aard. Als ik een goede wedstrijd speel, vind ik altijd nog zaken die beter kunnen.”

Na tien seizoenen in de Eredivisie keerde Derijck in de zomer van vorig jaar terug naar de vaderlandse competitie. “In België wordt er compacter gevoetbald. Veel teams spelen heel afwachtend. Samen met het fysieke aspect verschilt dat met de Nederlandse competitie. Veel elftallen gaan hier voor het resultaat. De Nederlandse competitie is gemaakt voor jonge, frivole en snelle spelers met de nadruk op goals maken.”

Derijck kent het Nederlandse voetbal door en door. “Vitesse is een vergelijkbare ploeg met ons. Zij willen voetballen en zetten druk naar voor. Het spel zal voor de fans iets leuker zijn dan in de Belgische competitie. Ik ken ook heel wat jongens van Vitesse. Met doelman Remko Pasveer speelde ik nog samen. Hun coach, Henk Fraser, ken ik nog van bij ADO Den Haag. Met hulptrainers Aleksandar Rankovic en Nicky Hofs stond ik nog op het veld. Het wordt een leuk weerzien. Vooraf zullen we elkaar de hand schudden en leuke praatjes maken, maar ik hoop dat we ze teleurgesteld terug naar Nederland kunnen sturen. Dat zou het mooiste zijn.”