De Standaardportret

Steven Van Ammel wil Sylvia Beach uitroepen tot patroonheilige van de boekhandelaars: “Drie mirakels volstaan, toch?”

Sylvia Beach voor haar boekhandel Shakespeare and Company in Parijs.© Bettmann Archive

Collega-boekhandelaar Steven Van Ammel wil wijlen Sylvia Beach van Shakespeare & Company in Parijs laten erkennen als patroonheilige van de boekhandelaars. Drie literaire mirakels moeten volstaan om de commissie te overhalen.

Heilige Vader,

beste leden van de commissie,

Nu steeds meer schrijvers zich tot God wenden, kan ik als boekhandelaar niet achterblijven. We gaan waar de markt ons brengt, ik moet het U niet vertellen, dus verzinnen we in onze branche evenementen alsof het religieuze feestdagen zijn. Week van de Poëzie, Maand van de Filosofie, Zomer van het Spannende Boek. Ondanks deze bedrijvigheid krimpen oplages en imploderen uitgeverijen. Wat we nodig hebben, Heilige Vader, zijn rolmodellen.

Uw commissie voor heiligverklaringen erkent niet minder dan drie patroonheiligen voor de boekhandel. Alle drie klussen ze bij voor andere beroepsgroepen. De voormalige slavenhandelaar João de Deus ontfermt zich ook over de zieken, Thomas van Aquino beschermt tevens de theologen en Johannes de Evangelist heeft het druk met schrijvers, uitgevers en epileptici. Patroonheilige blijkt geen beschermd beroep. Ik stel U graag een nieuw rolmodel voor, een schutsheilige die echt alleen voor de boekhandel instaat: Sylvia Beach (1887-1962). Naar ik begrijp heeft de commissie meer dan genoeg aan drie mirakels om haar heilig te verklaren?

Op de ochtend van maandag 17 november 1919 opent in Parijs de beroemdste boekhandel ter wereld voor het eerst de deuren. De oorlog heeft een hele generatie weggevaagd. Wie overblijft, moet zich heruitvinden. Ook de jonge Amerikaanse die de luiken van haar boekhandel opengooit, toont zich in een nieuwe rol. Je zou kunnen spreken van een lotsbestemming, ik weet dat U daar tuk op bent.

Hoewel ze enkele jaren voordien al terloops heeft geïnformeerd naar een positie bij boekhandel Brentano in New York wordt het Sylvia Beach pas menens na een ontmoeting in 1918, in de rue de l’Odéon. Daar bevindt zich La Maison des Amis des Livres, de winkel van Adrienne Monnier. “Terwijl ik bij de deur aarzelde,” – ik citeer uit de memoires van de nominee patroonheilige – “sprong de boekhandelaarster op vanachter haar bureau, trok me de winkel in en begroette me met veel warmte. Dit was erg verrassend in Frankrijk, waar mensen doorgaans gereserveerd zijn tegenover vreemden.”

Terwijl Sylvia bij de deur staat, blaast een plotse windstoot haar hoed de straat op. Adrienne spurt erachteraan en weet het ding nipt te redden van een voorbijrijdende auto. Wanneer Adrienne de hoed aan Sylvia overhandigt, barsten beiden in lachen uit. De ontmoeting is hooguit amusant als slapstick. Ziet U het? Een fragment uit een film van Buster Keaton. De hoed, de wind, de lach. Het is belangrijk omdat dan en daar Sylvia en Adrienne verliefd worden. U herinnert zich vast vergelijkbare momenten, Heilige Vader. Bij elke eerste, steels gedeelde blik ontspringt een unieke geloofsleer. “Drie liefdes heb ik gekend”, schrijft Sylvia later. De eerste twee waren Shakespeare & Company en Adrienne Monnier.

Hemingway

Sinds de opening van Adriennes boekhandel drie jaar eerder is de plek uitgegroeid tot het hart van literair Parijs. André Gide loopt er de deur plat, Paul Valéry geeft er voordrachten, Erik Satie verzorgt er muzikale programma’s. De kleine boekhandel op de Rive Gauche is de ideale plaats om even de oorlog te vergeten. Dat is wat Sylvia ook wil. “Als de oorlog voorbij is,” schrijft ze aan haar moeder, “en ik niet oud en begraven ben tegen dan, moet ik een boekhandel hebben. Ik moet.” Het idee rijpt om een winkel in New York te openen, “om onze landgenoten kennis te laten maken met de nieuwe Franse literatuur”. De 3.000 dollar die ze van haar moeder krijgt, blijkt niet eens genoeg om een boekenstalletje te huren.

Dan maar Amerikaanse literatuur verkopen in Parijs. Het pand dat ze voor een prijsje weet te huren, was tot voor kort nog een wassalon. De gift van Sylvia’s moeder volstaat nipt om een voorraad boeken te bestellen en zes maanden huur te garanderen. Slapen doet ze in de voorraadkamer. Adriennes voorstel om de gevel grijs te schilderen “als een pantserkruiser” legt Sylvia naast zich neer. Vrolijk moet het zijn. Warm. “Gelegen aan een koude, winderige straat was dit een behaaglijke, warme en vrolijke plek met een grote kachel in de winter, tafels en planken vol boeken, nieuwe boeken in de etalage, en aan de muur foto’s van beroemde schrijvers, zowel dode als levende. De foto’s zagen er allemaal uit als ontspannen kiekjes en zelfs de dode schrijvers zagen eruit alsof ze echt leefden.” Hier is Ernest Hemingway aan het woord, de eerste van vele schrijvers die de boekhandel als woonkamer gebruiken.

Naar het voorbeeld van Adrienne besluit Sylvia niet alleen boeken te verkopen, maar ze ook uit te lenen. Een gouden formule in precaire tijden. Vrijwel de hele Parijse intelligentsia wordt lid van haar bibliotheek. Gertrude Stein beroemt zich erop de allereerste abonnee te zijn – ze blijkt nummer 90 in de fichebak. Ezra Pound ontvlucht geregeld zijn schrijftafel om bij te klussen bij Sylvia. Geen boekenkast of de grote modernist heeft er aan geschaafd, gezaagd of getimmerd. De boekhandel groeit uit tot postkantoor, bibliotheek en bank voor Amerikaanse expats.

Sylvia Beach en James Joyce, rond 1922.© bridgeman images

De auteur die er het vaakst opduikt, de man aan wiens naam en faam Sylvia altijd wel verbonden zal blijven, is James Joyce. “Drie liefdes heb ik gekend,” schrijft Sylvia, “Shakespeare & Company, Adrienne Monnier en James Joyce.” Als de beroemdste boekhandel ter wereld het eerste mirakel is in mijn verzoek tot heiligverklaring, dan is het wonder genaamd Ulysses het tweede.

Joyce

Ook de ontmoeting tussen Sylvia en James is een scène van niets. “Is dit de grote James Joyce?” vraagt Sylvia tijdens een lunch waar Adrienne haar net niet spartelend naartoe sleepte. “James Joyce” is daarop het afgemeten antwoord en – ik citeer – “hij legde zijn slappe, botloze hand in mijn kleine taaie pootje”. James geeft Sylvia de indruk van “een gevoeligheid groter dan ik ooit heb gekend”.

Als jongeling had Joyce nog maar enkele gedichten geschreven of hij vroeg z’n broer Stanislaus al of er niet een gelijkenis bestaat tussen zijn werk en het mysterie van de katholieke mis. “Ik bedoel dat ik met mijn gedichten probeer om de mensen een zeker spiritueel genot te schenken door het brood van het dagelijks bestaan om te vormen tot iets dat een eeuwig artistiek leven heeft, en dat mentaal, moreel en spiritueel vertroost.” Hovaardig, zeker, en met messiaanse trekken. Waar Joyce komt, ontstaan spontaan apostelen. In Amerika weet hij zich gesteund door een advocaat die royaal betaalt voor handgeschreven hoofdstukken van Ulysses, de financiële aanmoediging die Joyce ontvangt van zijn Britse mecenas Harriet Shaw Weaver bedraagt vandaag omgerekend ruim een miljoen euro.

De grootste weldoener is echter Sylvia Beach. Wanneer zelfs de dapperste uitgeverijen in Amerika en het Verenigd Koninkrijk het manuscript weigeren, biedt ze aan om Ulysses in Frankrijk te publiceren. Zonder enige ervaring of noemenswaardige fondsen geeft de jonge boekhandelaarster de grootste roman van de twintigste eeuw uit. “Als staven dynamiet in de kelder van revolutionairen, zo lag Ulysses opgestapeld in de winkel van Sylvia Beach”, schrijft criticus Cyril Connolly. Het auteurscontract dat Sylvia opstelt, toont haar onbevangen, gulle natuur. Joyce zal 66 procent aan royalty’s ontvangen. Menig auteur zou Sylvia voor minder heilig verklaren.

Sylvia Beach, 1941.© bettmann archive

Het laatste mirakel dat ik U verschuldigd ben is Sylvia’s verdwijning. Het is een mirakel in mineur. Hoewel Shakespeare & Company uitgroeide tot de beroemdste boekhandel ter wereld, lijken we de oprichtster vergeten te zijn. Sylvia sloot haar winkel eind 1941 uit angst voor de Duitse bezetter. De plek die nu dagelijks in honderden Instagramposts figureert, heeft niets meer met haar te maken, maar alles met de Amerikaanse avonturier en boekhandelaar George Whitman. Toen Whitman er niet in slaagde om Sylvia te overhalen samen zaken te doen, opende hij boekhandel Le Mistral. Hoewel je hier en daar kan lezen dat hij de winkel omdoopte tot Shakespeare & Company met haar zegen, gebeurde dat pas in 1964, twee jaar na Sylvia’s overlijden.

Aan u, beste commissie, om Sylvia Beach blijvend te herdenken.

Steven Van Ammel spreekt over zijn collega Sylvia Beach tijdens de Dead Ladies Show in Antwerpen (5 mei, Arenberg) en Oostende (10 mei, Kaap). Rachida Lamrabet heeft het dan over Saida Menehbi, Anneleen Van Offel over Marija Gimbutas.