Direct naar artikelinhoud
pensioenen

Regering zet het mes in ambtenarenpensioenen

Minister Bacquelaine (MR) wil tegelijk de pensioenen van contractuelen optrekken.Beeld Photo News

Ambtenaren in steden, gemeenten en provincies die binnenkort vastbenoemd worden, krijgen binnenkort enkel nog een ambtenarenpensioen voor hun jaren als vastbenoemde. Contractuelen hebben wel zicht op een hoger pensioen.

Wie na 1 december 2017 benoemd wordt als statutaire ambtenaar, zal niet meer van hetzelfde gunstige pensioenregime genieten als zijn voorgangers. Zij krijgen enkel nog een ambtenarenpensioen voor de jaren dat ze effectief vastbenoemd waren, en niet voor de jaren dat ze werkten als contractueel. Dat staat in het wetsontwerp dat minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) vandaag in de Kamercommissie Sociale Zaken voorstelt. De bedoeling: zorgen dat de gemeenten niet bezwijken onder het aantal ambtenarenpensioenen dat ze moeten uitbetalen.

"Deze hervorming vragen de gemeenten al heel lang", zegt Bacquelaine. In 2012 moest het Pensioenfonds - gefinancierd door bijdragen van de gemeenten - zo'n 1,8 miljard euro ophoesten om de pensioenen van de lokale en provinciale (statutaire) administratie te betalen. Dat zou in 2021 oplopen tot 3,1 miljard, voorspelde men drie jaar geleden. "Dankzij onder meer de afschaffing van de diplomabonificatie (waarbij studiejaren niet meer meetellen voor het recht op vervroegd pensioen, red.)en de striktere leeftijdsvoorwaarden voor vervroegd pensioen duikt die voorspelling nu onder de 3 miljard", zegt Bacquelaine. "Maar we zijn er zeker nog niet."

'Deze hervorming vragen de gemeenten al lang'
Minister Bacquelaine (MR)

Ambtenarenpensioenen bij de lokale overheden worden gefinancierd door bijdragen van de nog werkende statutairen, maar dat zijn er steeds minder. Waarom zou een gemeente nog statutairen aanwerven? Het is minder flexibel werken, je kunt hen moeilijker ontslaan als ze in de fout gaan, en ze zijn duurder. Maar vastbenoemd of contractueel zijn scheelt al snel een paar honderden euro's pensioen per maand. Geregeld benoemen gemeenten mensen een paar jaar voor hun pensioen. Sympathiek, maar het zet de gemeentefinanciën onder druk, want men betaalt ambtenarenpensioenen aan mensen die er niet toe hebben bijgedragen. Voor elke gepensioneerde statutair, voor wie er een actieve statutair 'te kort' is, moet de gemeente extra geld neertellen voor het Pensioenfonds.

Voor wie nu al benoemd is, verandert er niets: die krijgt later een volledig ambtenarenpensioen, net als (nog) niet-benoemde leerkrachten. Ook wie nog snel wordt benoemd, kan nog genieten van het oude systeem. Maar het is zeer de vraag of er op iets meer dan een maand tijd nog een examen zal worden georganiseerd. De stad Gent benoemde onlangs 508 ambtenaren zonder zo'n verplicht examen. Daarop vernietigde Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) de benoemingen. Gent stapte naar de Raad van State, maar die sprak zich voorlopig nog niet uit.

Beter pensioen voor contractuelen

De hervorming heeft de steun van vakbonden ACV en ACLVB, omdat Bacquelaine met deze hervorming de pensioenen van de contractuelen wil optrekken. Via een financiële aanmoediging wil hij de gemeenten stimuleren om voor hen een aanvullend pensioen uit te bouwen. Om gemeenten daartoe aan te moedigen, mogen ze van Bacquelaine tot 50 procent van hun investeringen in dat aanvullend pensioen aftrekken van de extra bijdrage die ze betalen aan het Pensioenfonds. Om die 'korting' te krijgen moet de gemeente haar contractuelen in 2020 een aanvullend pensioen aanbieden van 2 procent van hun loon, en 3 procent in 2021.