Direct naar artikelinhoud
Vier vragen

‘Een minister van Meertaligheid in Brussel is zeer nuttig’

‘Een minister van Meertaligheid in Brussel is zeer nuttig’
Beeld rv

Zes partijen vormen in Brussel een nieuwe regering. Sven Gatz wordt daarin niet alleen bevoegd voor Financiën maar ook voor de Promotie van Meertaligheid. Er wordt onder meer nagedacht over boventiteling bij theatervoorstellingen, en loketbedienden die een badge dragen met daarop de talen die ze spreken. Onderzoekster Mieke Vandenbroucke (UGent), gespecialiseerd in meertaligheid, juicht de beslissing toe.

Wat is er uniek aan de Brusselse taalsituatie?

“Brussel is altijd meertalig geweest. De stad is officieel tweetalig, maar het is ook een internationale hoofdstad en een wereldstad. Dat zorgt voor een diversiteit aan nationaliteiten, culturen en talen. Het gaat over veel meer dan louter Frans, Nederlands of Engels. Er worden dagelijks meer dan 100 verschillende talen gesproken onder de bevolking. Die realiteit vormt een heel grote uitdaging, maar is ook een enorme troef voor de maatschappij en de economie.”

Wat kan een minister voor Meertaligheid doen?

“Dit is een heel nuttige beslissing, omdat meertaligheid talloze domeinen doorkruist: onder andere onderwijs, economie, gemeentelijk bestuur, gezondheidszorg. Nu wordt er een gecentraliseerde verantwoordelijkheid gecreëerd, waardoor initiatieven beter gecoördineerd en opgevolgd kunnen worden. Die minister kan ook een aanspreekpunt worden voor overleg met taalkundigen, sociologen en politicologen. Vanuit academische hoek kan dit alleen maar worden toegejuicht.”

Hoe staat het met de kennis van de landstalen in Brussel? Slaagt het Nederlands erin te overleven?

“De meest recente cijfers komen uit de taalbarometer van Rudi Janssens van de VUB. Die tonen aan dat Nederlands, Frans en Engels de meest gekende talen blijven. De kennis van het Nederlands blijft wel verder dalen, ondanks het feit dat de taal een groot economisch belang heeft. Frans daalt een klein beetje, het Engels stijgt verder. Opvallend: er zijn in Brussel dubbel zoveel mensen die goed Engels spreken als mensen die zich vlot uitdrukken in het Nederlands. Het Engels komt dus na het Frans op de tweede plaats.”

De nieuwe Brusselse regering wil werk maken van meertalig onderwijs in Brussel. Is daar nood aan?

“Onder meer Caroline Pauwels en Yvon Englert, de rectoren van de VUB en ULB, betoogden recent nog dat meertalig secundair onderwijs in een stad als Brussel eigenlijk een evidentie is. Daarnaast is er een duidelijke tendens dat de talenkennis en geletterdheid achteruitgaan bij scholieren in Brussel, maar ook in België. Dat geldt voor vreemde talen en moedertalen. Het is dan ook belangrijk om op talenonderwijs in te zetten, maar ook om leerkrachten aan te trekken die in hun moedertaal kunnen onderwijzen.

“Meertalige scholen bestaan trouwens al in Brussel, maar dan in de vorm van immersieonderwijs. Daarbij krijgen leerlingen bepaalde vakken in een andere taal. In essentie is dat dus nog steeds een eentalige school. In een meertalige school staan alle talen op gelijke voet, binnen en buiten het klaslokaal. Dat zou ook in zekere zin meer overeenstemmen met de talige realiteit in Brussel. In een echt meertalige school zou ook ruimte moeten zijn voor de thuistaal van leerlingen, maar dat ligt politiek gevoelig.”