De Japanse duizendknoop is een echte plaagplant die overal ter wereld woekert. De laatste jaren neemt de omvang ook in onze regio toe. De plant kan schade aan funderingen, verhardingen en infrastructuur veroorzaken.

De voorbije jaren werden al tal van remedies uitgetest, zelfs elektrocuties tot 4.000 volt op de plant. Maar dat maakt weinig indruk. Meer en meer bedrijven zoals lokale besturen en ook Elia, beheerder van het hoogspanningsnet waar de Japanse duizendknoop schade veroorzaakt, schakelen over op stootbegrazing met schapen.

“Bij ons woekert de plant op het talud naast de Meirenstraat en Heidemolenbaan”, vertelt Carl Mintjens van Mintjens Belgische Meubelmakerij. “Het was ofwel alle grond afvoeren, ofwel de hulp van schapen inroepen. Bovendien is dat talud functioneel voor ons bedrijf. Het beschermt de planken en het hout die er onder de afdaken liggen tegen uitdroging door strakke oostenwind.”

Carl Mintjens contacteerde vzw Kemp, gespecialiseerd in begrazingsopdrachten. Die vzw bracht hem in contact met herder Dennis Routh (36) van schapenhouderij het Hallehof in Westmalle, een medewerker van vzw Kemp. Hij bracht een kudde van zo’n tweehonderd wollige heldinnen, inclusief lammetjes, ter plaatse. Zijn Kempische heideschapen zijn uitermate geschikt als bestrijders van de Japanse duizendknoop omdat ze dit eiwitarm voedsel goed verteren en zeer behendig zijn om op een hellend talud te grazen.

“Ze blijven hier nu twee weken en gaan dit jaar nog drie keer terugkeren. Het is de bedoeling om de Japanse duizendknoop helemaal uit te putten, zodat andere planten weer de bovenhand krijgen”, vertelt Carl Mintjens. “Zo’n ecologische oplossing past perfect bij de visie van ons bedrijf. Ik denk dat het voor de passanten ook fijn is om te zien. Dat het Westmalse Kempische heideschapen zijn, maakt het helemaal mooi.”

Voor Mintjens Belgische Meubelmakerij maakt het de cirkel rond. “Mijn vader is hier dertig jaar geleden nog met schapen begonnen, voor hij runderen begon te houden op Blommerschot. Ik ben zelf dierenarts van opleiding en kan ze dus ook wel wat mee in de gaten houden als de herder weg is.”