Politieke analyse: Een stok om de coalitie mee te slaan
‘Mocht de minister van plan zijn te zeggen “dat is wel heel erg duur”, dan weet ik nog wel 1,4 miljard euro die nu gereserveerd staat voor buitenlandse aandeelhouders. Ik denk dus graag met hem mee.’ SP-Kamerlid Peter Kwint kon minister Arie Slob dinsdag eenvoudig duidelijk maken waaruit extra investeringen die de SP in het speciaal basisonderwijs wil doen, betaald zouden kunnen worden.
Het is een bekend debattrucje: een plan dat je graag uitgevoerd ziet, afzetten tegen een plan dat je afkeurt. Een andere optie: bij het debat over de afschaffing van de dividendbelasting – want daar gaat het natuurlijk over – zeggen dat gewone Nederlanders er niets van merken dat de crisis voorbij is. Of ze er nu de hogere energiebelasting, méér btw of stijgende zorgpremies bijslepen; in de afschaffing van de dividendbelasting heeft links én populistisch-rechts een goeie stok gevonden om de liberaal-christelijke coalitie mee te slaan.
Het punt is ook dat de nieuwe coalitie bij die maatregel niet zo’n bijster goed verhaal heeft. Wat overigens niet wil zeggen dat het per se een slecht verhaal is. CDA-leider Sybrand Buma sneerde richting de SP dat het mooi staat om bij een fabriekspoort te protesteren als banen uit Nederland dreigen te verdwijnen. Maar dan is het leed al geleden, aldus Buma. ‘Ik sta liever aan de kant van de werknemers op het moment dat het ertoe doet, ondanks uw kritiek.’
ChristenUnie-fractievoorzitter Gert-Jan Segers was nog het meest reëel. Hij gaf woensdag in het Kamerdebat toe dat het om een inschatting gaat. ‘Iedereen heeft het recht een andere taxatie te maken, maar het zou mooi zijn wanneer er iets meer begrip is voor het feit dat je ook tot een andere afweging kunt komen. Dat de één totaal mesjogge en de ander alleen maar wijs en verstandig is, doet geen recht aan de barre werkelijkheid waarin we zitten met de Brexit. Er zijn grote, waardevolle bedrijven in Nederland, die we graag willen houden.’
hoeder van Nederlandse banen
Hoe is het gegaan? Uit reconstructies die diverse media van de kabinetsformatie maakten, komt naar voren dat het de VVD is geweest – met premier Mark Rutte voorop – die iets wilde doen aan de aantrekkelijkheid van Nederland voor grote bedrijven. Het is Ruttes mantra bij uitstek: hij presenteert zich graag als hoeder van Nederlandse banen. Met inmiddels ruim zeven jaar ervaring als regeringsleider vraagt hij daarin ook vertrouwen. Een week geleden zei hij tegen journalisten die stelden dat het effect van het schrappen van de dividendbelasting niet te controleren valt: ‘Uiteindelijk kunt u mij altijd controleren, maar niet meteen.’
ChristenUnie-voorman Segers zei iets opvallends in het debat van woensdag, in de richting van SP’er Emile Roemer: ‘We hebben een debat gehad over onze bonuswetgeving. Dat weet u heel goed en dat moet u aanspreken. Dat heeft er ook mee te maken.’ Hiermee zegt Segers dus dat de afweging om de dividendbelasting te schrappen, samenhing met het besluit om – in zijn woorden – ‘het strengste bonusbeleid voor financiële instellingen’ te handhaven.
Daarmee blijkt het schrappen van de dividendbelasting à 1,4 miljard euro dus niet alleen het gevolg van een inschatting, maar ook van een uitruil te zijn. Een onderhandelingsresultaat dus; zo gaat dat in een kabinetsformatie. Wellicht verbetert het Nederlandse ‘vestigingsklimaat’ erdoor, wellicht ook niet. De maatregel wordt pas in 2019 van kracht, dus de oppositie zal het debat hierover met liefde uitsmeren over de komende jaren. Alleen van de SGP hoeft dat niet. ‘Wij zouden het niet erg vinden als we nu weer eens een weekje overslaan met dit debat’, zei Kees van der Staaij woensdagavond. Hij heeft zich de afgelopen weken al vaker een vriend van de nieuwe coalitie getoond.