© Luc Daelemans

Limburgse Kim Strauven is operationeel directeur van ambitieus Tongers isolatiebedrijf: “Niks verspillen: dat heb ik in India geleerd”

Sinds enkele weken is Kim Strauven (38) operationeel directeur van het ambitieuze isolatiebedrijf Isola in Tongeren. Daarvoor had ze topfuncties bij achtereenvolgens C&A en Carrefour. Kim Strauven is enthousiast over haar nieuwe werkplek: grote ramen, veel licht en lucht. “En super vriendelijke medewerkers,“ zegt ze. Na het late interview haast ze zich nog naar een receptie bij basketclub Hubo Limburg United waar haar nieuwe baas Maarten Bostyn voorzitter van is.

Ivo Vandekerckhove

Kim Strauven vertelt dat ze het streven naar win-winsituaties op internaat geleerd heeft. “Vanaf mijn tweede middelbaar was ik intern, bij de Zusters Annuntiaten in Heverlee. Vanaf toen is de band met Sint-Truiden waar ik ben opgegroeid wel een beetje doorgeknipt. Mijn zus wilde sowieso op internaat gaan, mijn broer zat al op internaat op de schippersschool in Oostende en ik was de derde in rij. In een huishouden van zelfstandigen is dat niet ongewoon. Ik volgde economie-talen en dat ging vlot. Ik had nog tijd voor andere dingen, zoals de voedselcommissie bijvoorbeeld. Het eten op het internaat was niet lekker. Grote bakken au bain marie. Op vraag van de mede-internen heb ik op zeker ogenblik de voedselcommissie opgericht. Om de veertien dagen ging ik met de kok onderhandelen over het menu. Ik zei: ‘we hebben zo vaak dit gegeten, maar wij eten veel liever dat.’ En dan gaf de kok mij inzage in zijn budget en in wat de producten kostten. Zo kon ik suggesties doen die binnen het budget bleven maar tegelijk voor lekkerder eten zorgden. Wij tevreden en de kok ook. Ik denk dat die ervaringen in de voedselcommissie een rode lijn zijn gaan vormen in het vervolg van mijn leven en in mijn beroepsloopbaan.”

Na Heverlee ben je verder gaan studeren aan de KU Brussel?

“Ik zat er op kot en was meteen smoorverliefd op Brussel. Komende van Sint-Truiden waar mijn moeder als ik in het weekend uitging nog voor ik terug thuis was wist waar ik was geweest en met wie, kom je in de grootstad terecht waar alles kan, alles mag. Vrijheid blijheid. Het multiculturele leven dat zich daar afspeelde fascineerde mij. Na mijn studies ben ik er met mijn man Jeroen gaan samenwonen op een appartementje. Op zondagnamiddag gaan ronddolen in de Marollen bijvoorbeeld en iets gaan eten in het inmiddels ter ziele gegane Stekerlapatte. Heerlijk.”

© Luc Daelemans

Toen werkte je al bij C&A?

Ja, kort na mijn studies mocht ik er beginnen bij de youngsters. Ik heb bij C&A de hele flow doorlopen, van trainee, over junior naar executive. Elke 18 tot 24 maanden kreeg je een andere commodity, met een andere doelgroep waardoor je ook weer andere mensen, nieuwe technieken en nieuwe productgroepen leerde kennen. Zo ben ik systematisch opgeklommen tot de positie van unit leader.”

Wat hield de job van unit leader bij C&A precies in?

“Ik zat op aankoop. Het mooie aan die job was dat we de hele flow beheersten. Briefen van de nieuwe collecties. Wat doet de concurrentie? Wat doen de modehuizen? Wat zijn de tendensen? En vervolgens gingen we samenwerken met de designers in de opbouw van de collectie. Daarna stuurden de designers hun tekeningen uit naar de ateliers en kregen we samples terug. En op basis van die samples trokken we naar het Verre Oosten om samen met de leveranciers grondstoffen te bespreken, productieplanning, kosten, prijsnegotiatie, en dergelijke. En dus zat ik wel erg vaak aan de andere kant van de wereld. India, Bangladesh, Pakistan, China. Ik heb er heel graag gewerkt. Dankzij C&A heb ik het Verre Oosten leren kennen”

Niet altijd even comfortabel?

“Je ziet daar veel confronterende dingen. Ik ben langs sloppenwijken gereden waar geen drinkbaar water was. Waar je kinderen zag die wekenlang geen bad hadden genomen. Waar ze kilometers met een emmer moesten lopen om water te gaan halen. Dat besef, dat water kostbaar is, dat we hier in luxe leven, dat probeer ik mijn kinderen mee te geven. Ik kan het niet hebben dat ze de kraan laten openstaan. Van de andere kant is het ook mooi dat op bepaalde plekken de vooruitgang wel tastbaar is. Zo zag ik in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh bijvoorbeeld dat tussen mijn eerste en mijn vijfde reis de welvaart duidelijk gegroeid was. Dat is dan weer knap. En daaraan denk je ook als medewerker van een multinational. Ik weet wel dat je gaat onderhandelen op centimes en op verbetering van productieprocessen, maar anderzijds heb je toch ook het gevoel dat je iets goeds doet voor de plaatselijke economie en dat je die mensen daarmee echt verder helpt in het leven.”

Bestaat kinderarbeid in het Verre Oosten nog steeds?

“Niemand steekt daar zijn hand voor in het vuur. Maar ik durf wel zeggen in naam van alle grote spelers op de markt dat daar heel erg strikte controles op zijn. C&A heeft zelfs een onafhankelijk controlebedrijf SOCAM (Service Organisation for Compliance Audit Management) dat betaald wordt door C&A om mistoestanden op te sporen. Die krijgen lijsten van de productieplaatsen en doen onaangekondigd controles. Dikwijls houden ze eerst de ateliers een tijdlang in de gaten om te zien of er kinderarbeid is, of er ongeoorloofde nachtshiften zijn, enzovoort. Dan vallen ze plots binnen, controleren de boeken en de arbeidsomstandigheden en confronteren de bedrijfsleider met hun bevindingen. Ze doen complete audits en stellen daarvan rapporten op. Voor opmerkingen zoals bijvoorbeeld slechte verlichting boven de naaimachines geven ze dan veertien dagen de tijd om de zaak in orde te brengen. Maar bij zware inbreuken zoals kinderarbeid gaat het atelier onmiddellijk dicht. Zelf heb ik kinderarbeid nooit meegemaakt, maar “bonded labour” (uitbuiting) wel een keer. We hadden in die fabriek 2,5 miljoen stuks in productie maar daar trok SOCAM zich niks van aan. De fabriek ging onmiddellijk en onverbiddelijk dicht. Dat was voor mij en mijn collectie een ramp. ‘Zoek maar snel iemand anders,’ was het enige dat SOCAM ons te zeggen had. “

Ben je een goede onderhandelaar?

“Ik heb geleerd dat je altijd moeten zoeken naar een win-win. Als we in India of Bangladesh gingen onderhandelen met plaatselijke producenten ging het er dikwijls hard maar steeds correct aan toe. Die dossiers kon ik dan ook verdedigen op het thuisfront. Zo bouwden we vaak een langetermijnrelatie op. Als je dan een prijsverhoging die gegrond was, moest toestaan, was daar binnen C&A dan ook begrip voor. Uiteraard zaten we daar om winst te maken, maar als het kon zochten we naar een win-win. Ik ben al een paar jaar weg bij C&A, maar ik heb nog dikwijls contact met collega’s. Het bindt wel erg, die omstandigheden in het Verre Oosten. Net zoals vrienden van het internaat vrienden voor het leven zijn, merk ik dat de mensen waar je zolang mee hebt samengewerkt ook vrienden blijven.”

En toen kwam Carrefour?

“Een headhuntersbureau heeft me naar Carrefour gehaald om directeur ‘textiel België’ te worden. Na een jaar heb ik er hard goods bijgekregen. Dat betekende dat ik toen instond voor het aankopen van alle goederen die je in een hypermarkt ziet, uitgezonderd voeding, elektro, wasproducten en make-up. Dat was een waanzinnig groot aantal producten.”

Wat was daar de essentie van jouw job?

“Ik ben aangetrokken omwille van mijn expertise in de textiel, de kennis van de markt en de kennis van productspecificaties. Er was een aantal schakels in het aankoopproces waaraan Carrefour te weinig aandacht schonk. Mijn taak was precies dat tegen het licht houden en de teams daarop laten werken.”

© Luc Daelemans

En heb je resultaat geboekt?

“De textielaankoop heb ik in dat eerste jaar kunnen stroomlijnen. Begin van 2018 heb ik de andere producten er bijgekregen. Daarvan hebben we de lijnen klaargemaakt maar de resultaten heb ik niet meer zelf kunnen meten. Toen was ik al weg.”

Want toen kwam Isola op de proppen?

“Juist. Maarten Bostyn had me twee jaar geleden al gecontacteerd. Net op het moment dat ik bij Carrefour getekend had. Ik vond zijn aanbod verleidelijk maar een contract tekenen en daarna niet opdagen, dat is mijn aard niet. Vandaag ben ik er ook van overtuigd dat ik die extra twee jaar bij Carrefour nodig had om mijn expertise en mijn ervaring nog rijker te maken. Via een gemeenschappelijke kennis zijn we weer aan de praat geraakt. Maarten en ik kennen elkaar via het Voka-netwerk ‘Future Leaders’. Het was de gewoonte dat we elke maand bij een ander bedrijf een rondleiding kregen. Op een avond waarop ik een voordracht gaf over C&A zat Maarten in het publiek. Na afloop zei hij dat hij iemand met zo’n passie en gedrevenheid kon gebruiken in zijn bedrijf .”

Hoe combineer je zo’n drukke job met een gezin en twee kinderen?

“Toen ik in het Verre Oosten werkte, was ik telkens drie weken weg. Vooral de weekends waren zwaar voor mijn kinderen. In de week waren ze het gewoon dat mama weg was. Het is een kwestie van organiseren. Ik heb thuis een Exceltabel die heel strikt wordt nageleefd door verschillende partijen. Er is één variabele die altijd error geeft, en dat is als ’s morgens iemand wakker wordt met de boodschap ‘mama ik heb buikpijn’. Dan gaan de alarmlichten aan. Maar ik heb naast die Exceltabel ook ontzettend veel hulp. We wonen in Stevoort. Ik heb een heel lieve buurvrouw die ons helpt. De oma’s doen ook heel veel. Zelfs toen mijn moeder nog werkte, gebeurde het dat ik ’s morgens belde om hulp en dat zij haar agenda ogenblikkelijk leeg maakte en naar Stevoort reed. En daarnaast heb ik twee dagen per week iemand die mij komt helpen. “

Is er nog tijd voor iets anders dan werken?

“Ja, zelfs dat nog. (lacht) Ik ben een heel fervente waterskiër. Ik ben daar op mijn 13de mee begonnen en al snel in het show ski team van Genk gestapt. Ik ben dikwijls mee op kamp geweest en tijdens de vakanties reed ik mee naar het Comomeer om waterskiles te geven. Ik heb ook Limburg vertegenwoordigd in de federatie van waterski. De Amerikanen die een tijdje de leiding hadden bij C&A zeiden tegen mij: ‘100 procent ken jij niet. Wat 80 procent is voor jou, is 100 procent voor iemand anders.’ Sinds drie jaar ben ik lid van Lady’s Circle in Zolder. Ook daar ben ik al snel gebombardeerd tot penningmeester. Allemaal dames ondereen, gezellig én je steunt ook het goede doel. Waterski staat nu even op een laag pitje. Maar als er een brevet moet worden afgenomen, en er is geen B-trainer beschikbaar, stap ik wel mee in de boot.”

Met dat alles heb je het zeker druk genoeg?

“Stiekem hoop ik toch nog een gaatje te vinden want ik doe heel graag hot yoga en hoop dat weer structureel in mijn agenda te kunnen krijgen. Maar de focus nu is op Isola en de kinderen thuis. Eens september voorbij zijn alle hobby’s weer gepland en draait alles weer. En dan zullen we kijken of er nog me-time te vinden is.”

Hebben de kinderen ook zoveel hobby’s?

“Arthur speelt voetbal, tennis, piano en wil nog graag starten met atletiek. Céline heeft hockey ontdekt en speelt ook piano en verder doet ze nog klassiek ballet en dansen op zondagochtend. Je kan met twee carrière maken, en veel doen, maar de graadmeter thuis is echt wel de kinderen. Zo lang als die even gelukkig en even zot opstaan, dan zeggen we: oké het draait, we kunnen verder. “

Is er nog tijd voor vakantie?

“We gaan twee keer per jaar op vakantie en dan is het ook echt vakantie met ons vier. We zijn deze zomer naar Italië geweest en we hebben voor het eerst zwemmen en zon gecombineerd met cultuur. Op kindermaat uiteraard: de toren van Pisa, de dom van Milaan. Heel fijn. Maar die twee weken vakantie plan ik niet. Ik plan 49 weken per jaar maar die andere drie - een week skivakantie en twee weken zomervakantie - is Jeroen zijn werk. We bepalen samen het land van bestemming maar voor de rest zeg ik: ‘doe maar.’”

Heb je bepaalde dromen die je nog wil realiseren?

“Dromen? Ik zou het liever over ‘wensen’ hebben. Het ondernemerschap hoort daar bij. Wat ik probeer mee te geven in het leven is ‘Durf gelukkig zijn’. Dat is wellicht door wat ik dankzij C&A allemaal gezien heb. Ik kan in mijn auto zitten en beseffen hoe goed we het wel hebben en dat geef ik aan de kinderen ook wel mee. Ik geloof ook dat wat je thuis ziet en meekrijgt heel bepalend is voor wie je bent en wat je doet. Mijn grootvader langs vaders kant was een Brusselaar die naar het kleine Hamont trok om er de plaatselijke dokter te worden. In zijn tuin legde hij het eerste tennisplein van Hamont aan. Daar is later een complete tennisclub uitgegroeid. Mijn grootmoeder is onlangs nog tot ere-schepen benoemd in Hamont-Achel. Ik denk dikwijls dat het willen lopen van die extra mile heel belangrijk is. Mijn moeder was kinesiste. Maar één praktijk vond ze niet voldoende. Dus runde ze maar meteen meerdere praktijken tegelijk. Papa was gebeten door de bouwmicrobe. Hij kocht oude panden om ze te renoveren en weer te verkopen. Ik hielp hem graag in het weekend en tijdens de schoolvakanties. Dat ik ooit in de bouw zou terechtkomen, stond in de sterren geschreven. Ondernemen zit in de familie. Volgens Jeroen ben ik erfelijk belast.”

© Luc Daelemans

Hoe is het vandaag met jouw familie?

“Mama is net op pensioen. Papa is 72 en al een poosje thuis. Mijn broer Don is veiligheidsadviseur ADN bij Plouvier Transport in Antwerpen, een rederij van tankschepen in de binnenvaart. Mijn zus Gaby is productieplanner bij Nikita in Herk-de-Stad.”

Heb jij als vrouw in je loopbaan al last gehad van het zogenaamde glazen plafond?

“Nooit ervaren, op geen enkele punt. Ik ben altijd in omstandigheden geweest waar je door kennis van zaken en hard werken carrière kon maken. Ik ben van het principe dat als je een harde werker bent en competent, dat het dan niet uitmaakt of het een man of een vrouw is die de job krijgt. Ik zou het andersom zeer erg vinden dat je een post krijgt omdat je vrouw bent.”

Wat was de trigger om van een multinational naar een relatief jong en klein bedrijf over te stappen?

“Ik heb mezelf uiteraard ook de vraag gesteld waarom ik van de gouden kooi naar een risicovollere omgeving zou stappen. Maar het was het bedrijf Isola op zich dat me eigenlijk over de streep heeft getrokken. Maarten is heel ondernemend, neemt veel initiatieven. Ik heb ook gelijkenissen gevonden tussen wat ik vroeger deed. In de textiel mocht ik naar grondstoffen zoeken, naar vernieuwingen, naar innovaties. Daar had je ook het ecologische aspect zoals minder water gebruiken. Als je dan kijkt naar waar Isola in de bouwsector mee bezig is: ecologisch, energiezuinig, herwerken van het snijafval, zoeken naar innovatie, enzovoort. Op de hoogte blijven van snel veranderende normen en de nieuwste regels, die dingen uitspitten is iets dat mij wel ligt. Daarnaast kan ik ook de rugzak aan ervaringen die ik opgedaan heb bij die internationals gebruiken om de structuur te brengen waar Maarten naar op zoek was. Isola is een prachtig bedrijf dat op heel korte tijd enorm gegroeid is. Nu is het aan ons om te consolideren en de onderneming klaar te maken voor volgende grote stappen. Het grote verschil is dat als je hier een beslissing neemt ze onmiddellijk wordt uitgevoerd, terwijl als je in zo’n multinational ergens aan een sleutel draait, je nog heel veel posten moet passeren vooraleer de boot van koers begint te wijzigen.”

Wie is Kim Strauven?

  • 38 jaar
  • Woont in Stevoort
  • Geboren in Neerpelt
  • Opgegroeid in Sint-Truiden
  • Studies: Master Economische Wetenschappen aan KU Leuven
  • Gehuwd met Jeroen Bloemen (lid managementcomité LRM)
  • Twee kinderen: Céline (6) en Arthur (8)
  • Loopbaan: 11 jaar C&A (aankoop Verre Oosten) 2 jaar Carrefour (aankoop non-food) Sinds augustus 2018: COO bij Isola in Tongeren
  • Hobby: waterski, Ladies Circle Zolder, yoga
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer