Direct naar artikelinhoud
Vier vragen

Hoe een regionale pensioenbetoging plots een nationale actie is geworden

Archiefbeeld.Beeld Photo News

Aanvankelijk werd er 20.000 man in Brussel verwacht, maar intussen rekenen de vakbonden erop dat er morgen veel meer volk op straat zal komen tegen het pensioenbeleid van de regering-Michel. Toch zou u daar in principe weinig van mogen merken. Vier vragen over de betoging.

Waarom wordt er betoogd?

In één woord: tegen het "pensioengeknoei" van de federale regering. De christelijke, socialistische en liberale vakbonden ACV, ABVV en ACLVB eisen een pensioen dat "het mogelijk maakt om na lang werken comfortabel te leven". Het ABVV heeft daar ook cijfers op geplakt: een minimumpensioen van 1.500 euro per maand en de wettelijke pensioenleeftijd terug op 65 in plaats van 67, zoals de regering-Michel besliste. 

Aanvankelijk zou in Brussel een regionale betoging gehouden worden, zoals er eerder al acties waren in onder meer Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi. Maar volgens de bonden borrelde het ongenoegen zo sterk op dat het twee weken geleden plots een nationale actie is geworden. "Iedereen maakt zich zorgen, zowel jong als oud, en in iedere sector", luidt het. "Het gaat over onze pensioenen, dat gaat iedereen aan." De syndicaten verwachten dan ook veel meer dan hun oorspronkelijk geschatte 20.000 betogers. 

'Iedereen maakt zich zorgen, zowel jong als oud, en in iedere sector. Het gaat over onze pensioenen, dat gaat iedereen aan'
Reactie vakbonden

Vanuit het hele land zijn enkele honderden bussen ingelegd om betogers aan het Noordstation te kunnen afzetten. Daar vertrekt de pensioenbetoging om halfelf. Tegen het middaguur wordt de optocht ter hoogte van het Zuidstation ontbonden.

Wordt er ook gestaakt?

"Er staat morgen een nationale betoging gepland, geen staking. Aan de aard van de actie is niets gewijzigd", zegt Dirk Mertens van de liberale vakbond ACLVB. Maar aangezien het gemeenschappelijk vakbondsfront wel oproept om in groten getale naar Brussel af te zakken, zullen werknemers die daar gevolg aan geven morgen de facto ook staken. 

Dat is ook de reden waarom de socialistische vakbond voor de openbare diensten ACOD ook een stakingsaanzegging heeft ingediend, net zoals de Franstalige socialistische spoorbond CGSP. Niet om mensen aan te zetten tot staken, luidt het, wel om ze de mogelijkheid te geven naar Brussel te komen zonder loonverlies. De stakingsaanzegging geldt dus in feite meer als administratieve maatregel, zodat ambtenaren een stakingsvergoeding kunnen krijgen.

Zullen er gevolgen zijn voor het openbaar vervoer?

"We hebben niet opgeroepen om massaal het werk neer te leggen", benadrukken de vakbonden eensgezind. Als er hinder is bij het openbaar vervoer, dan zou die in principe redelijk beperkt moeten blijven. Bij De Lijn verwachtten de vakbonden nauwelijks tot geen problemen, maar bij de start van de actie blijkt dat de dienstregeling op sommige plaatsen zwaar verstoord is. De NMBS hoopt dat ook op het spoor de gevolgen minimaal zullen zijn, zegt woordvoerder Bart Crols. "We hebben gevraagd dat wie van plan is om niet te komen werken, dat op tijd laat weten. Op die manier kunnen we maatregelen nemen." Ook in de stations zou de overlast moeten meevallen, aangezien de betoging buiten de spitsuren valt. 

Zullen de openbare diensten en scholen last ondervinden?

Lokaal kan er hinder zijn, maar ook in deze sectoren hebben de vakbonden niet opgeroepen om massaal het werk neer te leggen. In het onderwijs is er zelfs gevraagd om de examen- en deliberatieperiode niet te verstoren. Toch is er een aantal scholen waar niemand voor de klas zal staan. Cijfers hebben ze niet, maar zowel het gemeenschapsonderwijs als het katholieke net rekent erop dat het gros van de leerkrachten gewoon aan het werk zal zijn. 

'We hebben niet opgeroepen om massaal het werk neer te leggen'
Reactie vakbonden

Sowieso hebben scholen waar effectief geen les gegeven wordt al voorbereidende maatregelen getroffen, klinkt het. Overal is opvang voorzien, ofwel op de school zelf, ofwel in een naburige school. Dat is ook het geval voor het stedelijk onderwijs. In Antwerpen zullen zeventien vestigingen geen lessen aanbieden. "Dat lijkt veel, maar er zijn meer dan driehonderd vestigingen van het stedelijk onderwijs in de stad", zegt woordvoerder Veerle Heyvaert. "Relatief gezien blijft dus ook bij ons de impact beperkt."