Direct naar artikelinhoud
InterviewTechnisch directeur André Cats

Cats wil meer, meer, meer voor de zwemmers

Hij is anderhalf jaar werkzaam als technisch directeur van de zwembond KNZB. André Cats is ambitieus. Hij wil meer baden, meer trainers, meer wedstrijden, meer talent.

André CatsBeeld ANP

Aan de rand van het nagelnieuwe zwembad Amerena in Amersfoort telt André Cats zijn zegeningen. De technisch directeur van de zwembond ziet bij de strijd om de Open Nederlandse kampioenschappen (ONK) vorderingen in vele aspecten.

Meer wedstrijden

De Nederlandse titelstrijd (ONK) in Amersfoort is door Cats teruggebracht in het wedstrijdschema. Zoals er volgend jaar een extra Swim Cup (nummer vier) bijkomt. Hij is ook van de geloofsgroep dat er meer competitie hoort te zijn, niet alleen voor toptalent, maar ook voor het grote leger van clubzwemmers.

Cats: ‘Het seizoen liep tot dit jaar in april af. Alsof het schaatsen was. Dat beviel echt niet. Dat was een van de belangrijkste opmerkingen van de clubs.’

Meer trainers

Een topland als Australië telt 1.500 betaalde trainers. Nederland komt aan dertien professionals, allen in dienst van de KNZB. Cats: ‘Die top-13 is het beroepsperspectief in Nederland. Het is niet anders. Badhuur kost een grote club een ton per jaar. Dat staat gelijk aan twee trainerssalarissen. Er komen nu weer nieuwe coaches in Hengelo, waar we ons vijfde RTC inrichten, in Den Haag met Sven Jaeger en in Eindhoven. Ik werk aan een diplomatenklasje. Beloftevolle trainers die in 2032 aan de badrand staan.’

Meer zwembaden

Amerena in Amersfoort telt tien banen en is overdekt. Daarmee heet het een bad van olympische kwaliteit. Het complex, inclusief schoonspringbad en inzwembad, heeft 26 miljoen euro gekost. Het is een van de vijftien indoor 50-meterbaden van Nederland. Eindhoven, Amsterdam, Den Haag en Amersfoort vormen de voorhoede. In de achterhoede worden Katwijk en Kerkrade gesloten. Te oud, te kostbaar in onderhoud. Cats: ‘Wij pleiten voor meer baden in Nederland. Ondanks de 400 die er al zijn, vooral 25-meterbaden. Maar door triatlon en cityswims zijn er steeds meer mensen die willen zwemmen. Wat tegen ons werkt, zijn de kosten. De badhuur is hoog, door de energiekosten. Daarmee staan we ten opzichte van andere sporten met 1-0 achter.’

Meer talent

Zwemmen is bij de jeugd de grootste sport van Nederland. Per jaar neemt een lichting van honderdduizend kinderen zwemles, om het diploma te halen.

Cats: ‘Van die honderdduizend blijven er duizend kinderen over die gaan hardzwemmen. En misschien gaat één op de duizend waterpoloën. Dat is twee procent. 98 van de 100 kinderen gaan dus iets anders doen na dat diplomazwemmen. Dat is niet goed. We hebben in de categorie tot elf jaar vijf jaargroepen die wij de minioren noemen. Die tellen zesduizend zwemmers. Dat moet meer worden. Blijkbaar is de associatie tussen leren zwemmen en wedstrijdsport helemaal weg. Zwemmen is een moetje. Er hangt een negatief sentiment omheen. Ik herken dat niet. Ik zie kinderen met een grote glimlach onder de douche na de zwemles. Het gros vindt het mooi. Drie maanden later staan ze ’s ochtends om half 8 bij min vijf graden op het voetbalveld. En dat is wel leuk. Wij moeten naar onszelf kijken en naar dat enorme aantal dat naar de zwembaden komt.’