Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVadergevoelens

Niet elke kersverse vader wordt overspoeld door liefde: ‘Ik heb me toen best schuldig gevoeld: is dit normaal?’

Meteen overspoeld worden door vaderlijke gevoelens, het is lang niet iedereen gegeven. En ook niets om je voor te schamen.Beeld Getty Images/Johner RF

Niet elke kersverse ouder wordt overspoeld met een golf van liefde. Zeker bij vaders moet de band met een kind soms wat langer rijpen. Heeft dat met een gebrek aan instinct te maken? ‘Pas na drie maanden kwam er voor mij een soort kentering.’

Het is intussen alweer vijftien jaar geleden, maar het verwarrende gevoel bij de geboorte van zijn eerste zoon zit bij Peter Jan Van Mieghem (44) nog vers in het geheugen. Na de bewondering voor “de oerkracht” die zijn toenmalige vrouw net door de kraamkliniek had gejaagd, volgde de grote leegte: “Ik zag dat kindje liggen, en het deed me niks. Een zorgzame instelling, die was er wel, maar geen empathie. Daar heb ik me toen best schuldig over gevoeld: is dit normaal?”

Veel tijd om stil te staan bij dat kleine wezentje vond Van Mieghem niet. In de materniteit − in prepandemietijden een ware duiventil − stond hij vooral glaasjes uit te schenken terwijl de baby in een stoelendans verzeilde, weer thuis was er een waslijst aan praktische taakjes ter ondersteuning van vrouw en kind. “Pas na drie maanden kwam er voor mij een soort kentering. Als mijn zoontje huilde of ziek was, dan raakte me dat plots heel erg. Voordien gleden zulke dingen losjes van me af.”

Dus ja: is dat normaal? Docent sociaal werk Khalid El Hatri (Karel de Grote Hogeschool) ziet die vraag ook vandaag als een rode draad binnen het project MENtors, waarin hij mannen (en dus ook vaders) uitnodigt om te praten over de dingen die hen raken. “Veel mannen denken dat zulke twijfels niet mogen bestaan: ‘Is het wel oké dat ik een afstand voel? Dat ik minder geconnecteerd ben met mijn baby?’ Daardoor gaan ze zich soms net verder isoleren.”

Rondvraag op X leert dat het prille vaderschap niet voor iedereen een tsunami van emoties is. Voor elke vader die ‘instant dolverliefd’ was bij de geboorte, blijkt er eentje die de eerste maanden (of langer) naar de fast forward-knop zat te zoeken. “Die eerste maanden is toch weinig meer dan het in leven houden van potentieel?”, zegt een vader. Iemand anders voelde zich vooral erg “nutteloos”.

'Veel mannen denken dat zulke twijfels niet mogen bestaan. Daardoor gaan ze zich soms net verder isoleren'
Khalid El HatriDocent sociaal werk

Ook moeders reageren − “hallo, wij ook hoor” − en dat is niet onlogisch, zegt klinisch psycholoog Everd Van Soom. Postpartum loopt het voor kersverse ouders zelden zoals ze het zich vooraf hadden ingebeeld. “Veel ouders zijn die eerste periode vooral aan het aanpassen, aanpassen en aanpassen. Als ze dan al eens een moment hebben om stil te staan, vragen ze zich wel eens af: waar is dat geweldige gevoel van liefde nu?”

In de papagroepen die Van Soom organiseert, merkt hij dat veel vaders zich een beetje ‘gepakt’ voelen door alle verwachtingen. De obligate roze wolk blijft, ondanks talloze andere ervaringen, springlevend: als die kleine door het baringskanaal is geglipt, hoor je overrompeld te zijn door vaderlijke gevoelen. Dan ben je een grote mens die zonder één tiende van een seconde te twijfelen zou sterven voor dat kleine mensje.

In de podcast Armchair Expert reflecteerde acteur en filmmaker Bradley Cooper onlangs over zijn prille vaderschap. Over die eerste acht maanden met zijn dochter Lea, intussen zes jaar oud, zegt hij: “Ik wist niet of ik haar echt graag zag.” Tot dat “opeens geen vraag meer was”.

Testosteronspiegel

“Mij lijkt het dat minstens de helft van de vaders met die connectie worstelen”, zegt Van Soom. Vraag die vaders zelf naar dat vagevuur, en de kans is groot dat ze de verklaring zoeken in een wijdverspreid geloof: vrouwen gaat het nu eenmaal veel beter af.

Dat riedeltje lees je overal. Uit een recent rapport van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IVGM): “De moeder-kindband is sneller en sterker aanwezig bij de geboorte”, zo stelt een getuigenis. Een vader op de site van de Gezinsbond: “Volgens mij heeft dat puur met biologie te maken: moeders voelen gewoon veel sneller een band met hun kind dan vaders.”

Botsen mannen echt op een gebrekkig instinct? Of toch vooral op het feit dat het mannenlichaam voor één keertje gediscrimineerd is in de medische wetenschap? In bijna elk medisch domein is het omgekeerd, maar wat betreft de lichamelijke veranderingen die gepaard gaan met het ouderschap is de moeder lange tijd de norm geweest. Zij baart niet alleen een kind, maar ook een heleboel nieuwe hormonale en neurale circuits die moeder-zijn tot een permanent biologisch fenomeen verheffen.

Het prille vaderschap is niet voor iedereen een tsunami van emoties.Beeld Getty Images

Nochtans: inzichten in de neurowetenschap van de laatste jaren weerleggen het idee dat vaders “biologisch minder voorbereid zijn op het ouderschap”, zo schrijft de Britse antropologe Anna Machin (Oxford University) in The New York Times.

De aanzet daarvoor is gegeven in 2011 door de Gettler-studie, die de testosteronspiegel van een grote groep Amerikaanse mannen in kaart bracht over een tijdsperiode van vijf jaar. De mannen die in die periode vader werden, vertoonden (bovenop het leeftijdsgebonden effect) een significante hormonale daling ten opzichte van de mannen zonder kind. Dat maakt hen ontvankelijker voor een duo hormonen dat als geen ander banden weet te smeden: oxytocine en dopamine, ofte knuffel- en gelukshormoon.

“Die testosterondaling zie je echter vooral bij de vaders die meer dan drie uur per dag doorbrachten met de baby”, zegt hoogleraar psychologie Marian Bakermans-Kranenburg, verbonden aan het ISPA-instituut in Lissabon. Instinct is dan ook overschat, zegt ze: “We zijn vaak geneigd om te denken dat wat we doen wordt aangestuurd door brein en hormonen, terwijl het andersom ook werkt: brein en hormonen veranderen door wat we doen.”

MRI-scans tonen dat betrokken vaders na 3 à 4 maanden meer grijze en witte materie vertonen in hersengebieden die gelinkt zijn aan hechting, zorg of empathie. “Die netwerken raken steviger met elkaar verbonden”, zeg Bakermans-Kranenburg, waardoor ook een vader “erg functioneel” wordt in het reageren op een baby die nog niets anders doet dan liggen en wenen.

Interactie

Dat zet moeders en vaders (of meeouders) nog niet op één lijn. De hersengebieden die bij moeders sterker ontwikkelen liggen dicht bij de emotionele kern van het brein, terwijl bij vaders de meer perifere, cognitieve regio’s oplichten. Moeders bereiken de hoogste oxytocineniveaus wanneer ze zorg dragen voor hun kind, toont een Israëlisch onderzoek, bij vaders is dat wanneer ze spelen met hun kind.

Dat laatste zegt wellicht ook iets over verwachtingen. In gesprekken met vaders valt vaak een soort fixatie op ‘interactie’ te ontwaren. De eerste maanden zijn niet meer dan “in- en outputmanagement”, stelt een vader op X. Eten geven en kont vegen, zeg maar. Veel heb je er nog niet aan.

Khalid El Hatri somt meteen verhalen op van vaders die pas een kentering voelden “toen de baby geluiden produceerde en begon te lachen” of “vanaf het moment dat het zoontje zijn handje uitstak”. Ook opvallend, zegt Everd Van Soom: “Als ik mannen vraag hoe ze zichzelf zien als betrokken vader, dan krijg ik vaak scenario’s uit een verre toekomst te horen.”

'We hebben opnames van kindjes die terugduwen als de vader de buikwand masseert, of die ontspannen als hij een liedje zingt. Op zo’n manier bied je vaders ondersteuning in het opbouwen van een band'
Marian Bakermans-KranenburgHoogleraar psychologie

Samen met de tent op avontuur, langs de zijlijn supporteren bij een jeugdwedstrijd, de eerste autoles, dat soort dingen. “Terwijl interactie ook in die hele kleine, prille dingen kan zitten, zoals een baby die actief op zoek gaat naar oogcontact”, zegt Van Soom.

Meer zelfs: nog voor de geboorte kun je als vader interactie opzoeken. Door de bewegingen van baby’s in de buik zichtbaar te maken via video, zien vaders hoe een kind reageert op aanrakingen of andere sensaties. “We hebben opnames van kindjes die terugduwen als de vader de buikwand masseert, of die ontspannen als hij een liedje zingt”, vertelt Bakermans-Kranenburg. Op zo’n manier bied je vaders ondersteuning in het opbouwen van een band, en halen ze wat van hun achterstand in.”

Want laat dat wel wezen: die achterstand is er. De veranderingen die bij een zwangerschap en bevalling horen, zijn met niks te vergelijken, zegt Bakermans-Kranenburg. Dat is bij mannen een pak minder uitgesproken. Toch blijft ook het ‘papabrein’ nog wel een tijdje nazinderen.

Peter Jan Van Mieghem vertelt dat hij vader worden als “een eenmalig leerproces” aanvoelde. “Bij elk van mijn vier kinderen gebeurde de verbinding sneller, en twijfelde ik minder over mijn eigen gevoelens. Je weet wat er komt, en je gaat automatisch in op de signalen die je baby afgeeft.”

Wat hielp bij de tweede: “Omdat er een keizersnede aan te pas kwam, lag ik het eerste uur helemaal alleen met dat kindje op mijn buik”, zegt Van Mieghem. Zo’n huid-op-huidcontact doet wonderen, weet Willy Musitu (56): “Al mijn kinderen zijn via keizersnede geboren. Dat kindje zo’n lange periode op je buik krijgen, het horen huilen en voelen zoeken naar contact, dat brengt meteen enorm veel emotie teweeg.”

Bij een nieuwe generatie vaders wordt dat huid-op-huidcontact in de meeste gevallen al gestimuleerd in de materniteit, ook zonder keizersnede. Toch merkt Musitu, die via het project Vaderkracht in gesprek ging met prille (en vaak anderstalige) vaders, dat er nog heel wat barrières blijven. De figurantenrol van de vader is soms cultureel bepaald, zegt Musitu, maar evengoed heerst er onzekerheid en angst langs de zijlijn. “Er zijn vaders die simpelweg bang zijn om dat fragiele wezentje vast te nemen.”

Of er zijn moeders die de symbiose met het kind volledig voor zichzelf opeisen, en als poortwachter het klassieke rollenpatroon bevestigen. “Hoe dan ook kun je met een afwachtende houding niet echt een band ontwikkelen met een kind”, zegt onderzoeker Mohammed Mansouri (Odisee Hogeschool), die met vaderen.be een website lanceerde die vaders wil tonen hoe ze vanaf dag één, of zelfs min één, betrokken kunnen zijn.

Zo is babbelen tegen een kind in de buik geen dovemansgesprek. “Doordat de stem van de vader lager is en van buitenaf komt, treedt er meer herkenning op dan bij de moeder”, zegt Mansouri. Een postpartumtip van Anna Machin voor vaders: “Vind een taak die alleen van jou is.” Waar een moeder bijvoorbeeld de regie over de borstvoeding op zich neemt, kan een vader zich de babymassage toe-eigenen. “Dat maakt hopen gelukshormoon vrij in jullie beide, die de connectie helpen cementeren.”

Geboorteverlof

Niet voor elke vader is dat allemaal even evident. Zo werd Matthias Heeren (23) op erg vroege leeftijd vader, de moeder was op dat moment nog een tiener en werd de eerste maanden opgenomen in een centrum voor tienermoeders. “Vandaag zie ik mijn zoontje bijna dagelijks, en krijg ik een gelukzalig gevoel van het moment dat ik hem vastheb. Maar in die eerste periode heb ik veel momenten moeten missen. Een band met dat kleine boeleke had ik daardoor niet echt.”

Onder meer via de begeleiding van vzw Fara kwam Heeren wat meer thuis in zijn vaderschap. Maar in het algemeen kan de ondersteuning voor kersverse vaders nog een pak beter, stelt Mansouri: “Het huidige aanbod benadert vaders nog te vaak als een tweederangsopvoeder.” Het typevoorbeeld is de schoolpoort, waar veel vaders nog steeds gevraagd wordt om ‘de boodschap door te geven aan de mama’.

De grootste bevestiging van die tweederangsstatus zit in de − uiteindelijk belandt elk stuk over vaderschap bij deze horde − ongelijke verdeling van geboorteverlof. Belgische vaders kunnen sinds 2023 op 20 dagen rekenen, een verdubbeling ten opzichte van 2021. En ze nemen die verlofdagen ook steeds vaker volledig op, zo blijkt uit het eerder genoemde IGVM-rapport.

'Eigenlijk zou je willen dat vaders ook wat verlof opnemen wanneer de moeder alweer aan het werk is, zodat ze er écht alleen voor staan en de eerste verantwoordelijke zijn'
Marian Bakermans-KranenburgHoogleraar psychologie

Dat leidt overduidelijk tot meer betrokken ouderschap. Twee derde van de kersverse vaders in België had de afgelopen week minstens vier keer een luier verschoond, twee keer een liedje gezongen, één keer een bad gegeven en tien keer tegen de baby gepraat.

Alleen zeggen die statistiekjes weinig over de manier waarop. “Eigenlijk zou je willen dat vaders ook wat verlof opnemen wanneer de moeder alweer aan het werk is, zodat ze er écht alleen voor staan en de eerste verantwoordelijke zijn”, zegt Bakermans-Kranenburg. Daar nodigt de huidige regeling niet toe uit: vaders geven aan dat ze die weken gebruiken om te ondersteunen, of om zich te ontfermen over de oudste.

Voor sommige ouders ís er zelfs geen regeling. Wie een kind krijgt via een draagmoeder, moet maar hopen op begrip van de werkgever. “Ik heb het geluk dat mijn werkgever me de toestemming gaf om drie maanden thuis te blijven”, zegt endocrinoloog Guy T’Sjoen(UZGent), wiens zoontje een jaar geleden ter wereld kwam via een draagmoeder in Californië. Zijn echtgenoot bleef doorwerken.

“Ik denk dat ik mag zeggen dat we hem beiden vanaf dag één doodgraag zagen”, zegt T’Sjoen. Toch moet hij toegeven: de leercurve is ontegensprekelijk guller voor hem. “Het vergt veel aandacht om kleine dingen te herkennen. De tevredenheid na het flesje, de signalen dat hij geknuffeld wil worden, het is een persoontje met uniek gedrag dat je stelselmatig leert kennen.”

Een genereus geboorteverlof is als “een bootcamp voor ouderlijke instincten”, leest een essay in Harvard Business Review. “Het mooie aan die training is dat je geen intense work-out, stapels boeken of lange dagen in een vergaderruimte nodig hebt. Het enige wat je nodig hebt, is betrokken tijd met je baby.” Alhoewel, zegt Everd Van Soom: “Een portie geduld komt ook altijd van pas.”