Bijna helft van alle vluchten vertrekt met vertraging

© ddl

Neemt u het vliegtuig, dan hebt u tegenwoordig maar een kans op twee dat uw vlucht op tijd vertrekt. Samengeteld lopen alle Europese vluchten dagelijks ruim 783 uur vertraging op, een record. En het wordt alleen maar erger.

Kristof Simoens

In de eerste helft van dit jaar is het aantal minuten vertraging van vluchten binnen Europa met 133 procent toegenomen. Het daggemiddelde komt daarmee uit op 47.000 minuten, of ruim 783 uur. Elke dag opnieuw. Daarmee dreigt 2018 de luchtvaartgeschiedenis in te gaan als een absoluut recordjaar.

De kans dat uw vlucht met vertraging vertrekt, is intussen bijna fiftyfifty. In het eerste kwartaal vertrok 39,4 procent van alle vliegtuigen mooi volgens het boekje en nog eens 17 procent vijf minuten tot een kwartier te vroeg. Maar alle overige vluchten vertrokken te laat. En als we er de statistieken van de voorbije maanden bij nemen, lijkt de toestand alleen maar te verslechteren. In juli meldde de internationale luchtvaart­organisatie IATA voor één vlucht zelfs een recordvertraging van 337 minuten, dus meer dan 5,5 uur.

Meer mensen vliegen vaker

‘Als je weet dat het lucht­verkeer nog gaat verdubbelen tegen 2036, dan staat nu al vast dat de sector niet in staat zal zijn om deze groei op te vangen en de verwachtingen van de consument in te lossen met de bestaande processen, infrastructuur en organisatie’, zegt Nick Careen, adjunct­directeur van IATA.

Luchtvaartspecialist Luk De Wilde ziet twee structurele problemen. ‘Het vliegverkeer is enorm toegenomen en blijft maar stijgen: meer passagiers betekent meer vliegtuigen. Het zakenverkeer neemt toe en ook het toerisme is aan het boomen.’

Dat is ook te merken in onze eigen nationale luchthaven. Die kreeg in juli meer dan 2,6 miljoen passagiers over de vloer, een record. 20 juli was zelfs een absolute recorddag met 94.928 passagiers.

Het gevolg van de boom in de sector is dat grote vliegtuigbouwers als het Amerikaanse Boeing en het Europese Airbus de ene miljardenbestelling na de andere binnenrijven. ‘Er is echter een flessenhals, en die zit bij de luchtverkeersleiders’, zegt De Wilde. ‘Zij zijn met te weinig mensen om die toegenomen drukte in goede en vooral veilige banen te leiden. Bij Belgocontrol valt het nog mee, maar vooral Zuid-Frankrijk – een zeer belangrijke route richting Spanje en verder – en de Balkan, met Griekenland op kop, kampen met een nijpend tekort. Dat leidt al eens tot stakingen die het luchtverkeer danig in de war sturen. En omvliegen kost tijd.’

Het weer speelt ons parten

Niet alleen de luchtverkeersleiders legden het werk neer, ook de piloten van Ryanair en Air France-KLM deden dat. Om nog te zwijgen van de ­bagageafhandelaars. ‘Dat is altijd groot nieuws omdat veel reizigers getroffen worden. Maar die momentopnamen beïnvloeden de statistieken veel minder dan de problemen bij de lucht­verkeersleiders’, zegt Luk De Wilde.

Ook de weersomstandig­heden zijn stilaan een structureel probleem aan het worden, zegt Joe Sultana, directeur bij Eurocontrol. ‘Met de klimaatverandering worden de weerfenomenen almaar intenser en almaar minder voorspelbaar. We krijgen vaker met heviger stormen en winden te maken en intensere regenval. Het weer was deze zomer zelfs slechter dan vorig jaar. Zo werden we de voorbije maanden vaak geplaagd door stapelwolken, waardoor vliegtuigen moesten uitwijken. De Amerikanen lijken beter georganiseerd om met extremere weerfenomenen om te gaan dan wij hier in Europa.’

Een van de maatregelen die Eurocontrol daarom opstart, is één gezamenlijk weerbericht voor het hele ­Europese luchtruim. ‘Dat zal meteen de discussie beëindigen over welke van de meer dan dertig nationale weer­instituten nu eigenlijk bevoegd is’, voegt hij eraan toe.

Meer Europa graag

Ook luchtvaartspecialist Luk De Wilde pleit voor meer ­Europa in de luchtvaart. ‘Van file in de lucht is nog lang geen sprake, wel van toenemende drukte. Het luchtruim is groot genoeg, alleen moeten we het vliegverkeer dynamischer kunnen spreiden. Eurocontrol is bevoegd voor alle vluchten boven 24.000 voet, maar daaronder hebben de diverse nationale verkeersleiders het voor het zeggen. Europa is nog altijd een lappendeken, in ­tegenstelling tot de VS. Als we het almaar groeiende luchtverkeer veilig willen houden en betrouwbaarder willen maken, zal meer samenwerking absoluut nodig zijn.’