Direct naar artikelinhoud
Google-taks

Europa blaft, maar zal weer niet bijten

Europa blaft, maar zal weer niet bijten
Beeld ANP

Fiscaal noch juridisch lijkt Europa in staat om de Amerikaanse techreuzen aan te pakken. De zogenaamde Google-taks legt die pijnlijke vaststelling ongenadig bloot.

Kent u Quaero? Neen, niet de Latijnse term voor 'ik zoek', maar de zoekmachine. Als u er nog nooit van gehoord hebt, hoeft u zich zeker niet te schamen. Het Frans-Duitse project moest het Europese antwoord worden op Amerikaanse concurrenten zoals Google of Yahoo. Het project kwam nooit van de grond. Beide landen stopten er zowat 400 miljoen euro aan onderzoeksgeld in. Veel geld? Het onderzoek- en ontwikkelingsbudget van Google bedraagt zowat 3,25 miljard euro. Per jaar.

Het voorbeeld is exemplarisch voor de ongelijke strijd. En die strijd heeft verregaande gevolgen. De hedendaagse interneteconomie wordt gedomineerd door de zogenaamde GAFA-giganten: Google, Amazon, Facebook en Apple. GAFA is symbolisch voor hoe de internetgolf vanuit de VS als een digitale tsunami de wereld overspoelt.

'Zwart gat'

Dat zorgt voor een aantal pijnpunten. De oplaaiende discussie omtrent privacy, en het onverkwikkelijke Cambridge Analytica-verhaal, is er slechts een van. Miljoenen Facebook-profielen werden misbruikt. Facebook had weet van het misbruik, maar liet na om de gebruikers in te lichten. Dat die miljoenen gebruikers de 'gratis' diensten van Facebook betalen met hun privacy is geen nieuws. Belangrijker is de vraag: hoe ga je Facebook, en bij uitbreiding die andere giganten, reguleren? Hun wereldwijde dominantie en greep op de economie is een sta-in-de-weg. Ze zijn too big to fail.

Vandaag en morgen buigen de Europese regeringsleiders zich over de zaak. Ook de zogeheten Google-taks staat op de planning. Deze week presenteerde Europees Commissaris Pierre Moscovici zijn plan om die internetreuzen hun billijk deel van de belastingen te laten betalen. Die spelers zijn economische reuzen, maar de belastingregels zijn nog niet aangepast aan deze nieuwe digitale economie. "Dit is een zwart gat dat alleen maar groter dreigt te worden en de overheidsfinanciën van de lidstaten van de Europese Unie kan ondermijnen", zegt Moscovici.

Europees Commissaris Pierre Moscovici. De 'Google-taks' oogt sympathiek, maar is een doodgeboren kind.Beeld AFP

De Commissie legt twee voorstellen op tafel. Op korte termijn bepleit ze een voorlopige belasting van 3 procent op inkomsten uit de verkoop van online advertentieruimte en de verkoop van gegevens die worden gegenereerd uit informatie van de gebruikers. Op langere termijn verkiest de Commissie een oplossing die ervoor zorgt dat winsten worden geregistreerd en belast op de plaats waar er sprake is van aanzienlijke interactie tussen bedrijf en gebruiker via digitale kanalen.

Die Google-taks is evenwel een doodgeboren kind. Europa blaft wel, maar bijten doet het niet. De lidstaten zijn immers hopeloos verdeeld. Elk land heeft wel de mond vol van een rechtvaardiger belasting van de digitale economie, maar als het aankomt op omzetten naar wetgeving komen de eigen belangen naar boven. Ja, de verschillende fracties in het Europees Parlement zijn positief en hebben sympathie voor het voorstel. Maar dat de Google-taks door Europa zelf als een 'interimbelasting' wordt omschreven zegt veel. 

Elk land heeft wel de mond vol van een rechtvaardiger belasting van de digitale economie, maar als het aankomt op omzetten naar wetgeving komen de eigen belangen naar boven

Landen als Ierland, waar Apple een grote vestiging heeft, maar ook Nederland en Luxemburg, met veel internetactiviteiten, willen niet dat Europa op eigen houtje een taks invoert. Die lidstaten zijn er als de dood voor dat een taks de plaatselijke internetbanen zal doen sneuvelen. Daarmee staan ze diametraal tegenover Duitsland en Frankrijk, die de grote trekkers zijn van de taks. Andere lidstaten huiveren dan weer voor de toorn van Washington, dat in de taks een verdoken pesterij ziet voor de Amerikaanse handelsbelangen. En die relatie is al vertroebeld.

Aangezien het hier om fiscale regelgeving gaat, kan één lidstaat met een veto de hele boel vertragen of opblazen. Gisteravond konden de verschillende regeringsleiders zich een eerste keer informeel uitspreken over de taks. In juni, bij een volgende top, wordt opnieuw gedebatteerd. Daarmee koopt Europa zichzelf tijd. In april komt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) immers met haar rapport over een belastingheffing in de digitale economie.

'Tobin-taks'

De Europese Google-taks is daarom een schaamlapje van Moscovici, op aansturen van de Frans-Duitse tandem, om op zijn minst het debat te openen. Daarmee dreigt de taks de weg op te gaan van de Tobin-taks, de heffing op financiële transacties – ook zo'n symbolische taks van enkele procentjes. Maar tegelijk een gigantische drempel om te nemen.