Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOnderwijs

Capaciteitstekort in buitengewoon basisonderwijs steeds nijpender: honderden kinderen op wachtlijst

Sofie Van Deyck en partner Ive De Saeger met zoontje Emile (4). De jongen heeft een ernstige vorm van epilepsie.Beeld Wouter Van Vooren

Voor honderden kinderen met een beperking dreigt 1 september een dag in mineur te worden. 63 procent van de leerlingen die zich aanmeldden voor een plek in het buitengewoon basisonderwijs in Antwerpen, belandde op een wachtlijst. Ook elders in Vlaanderen wordt het capaciteitstekort steeds nijpender.

De zoektocht naar een geschikte school is voor veel ouders een uitdaging, maar Sofie Van Deyck en haar partner Ive De Saeger uit Aartselaar dreigen er een flink deel van hun vertrouwen in het Vlaamse zorg- en onderwijssysteem door te verliezen. Hun vierjarige kleuter Emile heeft het syndroom van West, een ernstige vorm van epilepsie die zijn psychische en fysieke ontwikkeling beperkt. Iedere dag rijden ze zo’n drie uur per dag om hem naar multifunctioneel centrum Merlijn te brengen, maar daar moet hij op zijn zesde vertrekken.

Daarom schreven ze hem enkele weken geleden al in voor een plek in het buitengewoon kleuteronderwijs van Antwerpen. Afgelopen woensdag kregen ze feedback: Emile staat bij vijf scholen op de wachtlijst, met posities die variëren tussen 175 en 221. “Nu wordt gezegd dat we kunnen proberen om hem in te schrijven bij scholen waar plekken vrijkomen, maar er zal toch geen ruimte zijn”, zegt Van Deyck.

De kans lijkt inderdaad gering dat Emile op korte termijn bij een buitengewone school in Antwerpen terechtkan. De wachtlijsten zijn een oud zeer in de stad en de problemen nemen steeds grotere proporties aan. 693 van de 1.107 kinderen kregen dit jaar geen school toegewezen.

Bij type 2, het onderwijs voor kinderen met een verstandelijke beperking, is het plaatstekort het grootst. 278 van de 294 aangemelde kleuters (94,5 procent) belandden op een wachtlijst, voor de lagere school ging het om 191 van de 200 ingeschrevenen (95,5 procent). Type 9, dat zich op kinderen met een autismespectrumstoornis zonder verstandelijke beperking richt, doet het niet veel beter. Ruim de helft van de kinderen kreeg te horen dat er voor hen geen plaats is.

Meer aanmeldingen

Het capaciteitsprobleem beperkt zich niet tot Antwerpen; in heel Vlaanderen wachten honderden kinderen om in het buitengewoon onderwijs te kunnen beginnen. Een deel van de verklaring daarvoor ligt bij het feit dat er meer aanmeldingen zijn en dat de zorgnoden van instromers groter worden. “Er werden de voorbije jaren extra plaatsen gecreëerd, maar sommige scholen hebben hun capaciteit ook afgebouwd. Met gelijkblijvende middelen kunnen er minder kinderen geholpen worden”, zegt Tine Gheysen, verantwoordelijke voor leerlingen met specifieke noden bij Vrij CLB Netwerk.

Antwerpen is volgens haar de plek waar de problemen het grootst zijn omdat de stad minder ruimte heeft om zomaar gebouwen te huren of containers neer te poten waar lessen kunnen worden gegeven. De doelgroep is volgens haar ook wat anders in de grootstad. “Ik denk dat er meer kinderen uit sociaal zwakkere milieus zijn die een risico lopen op ontwikkelingsvertraging of bijkomende problematieken.”

Het kabinet van Antwerps schepen van Onderwijs Jinnih Beels (Vooruit) laat weten dat er de voorbije legislatuur al 300 noodplaatsen gecreëerd werden. Sinds dit schooljaar is er ook een nieuwe buitengewone school die plaats biedt aan 218 leerlingen, al lost dat de problemen niet op. De wachtlijsten worden steeds langer en daarom is er volgens woordvoerder Sarah Singh nood aan bijkomende steun van het Vlaamse niveau. “We voelen ons verantwoordelijk, maar we zijn dat niet. Als lokaal bestuur kunnen we die capaciteitsproblemen niet zomaar oplossen.”

Niet sturen

Het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) tempert de verwachtingen en laat weten dat het niet mogelijk is om snel meer plaatsen te voorzien. “We maken budgetten vrij voor het buitengewoon onderwijs zoals dat nooit eerder gebeurde, maar je kan als overheid niet zomaar sturen welk aanbod er waar moet komen. Daarvoor ben je afhankelijk van initiatiefnemers op het terrein en het zijn telkens zware projecten die veel engagement vragen.”

Verschillende belangenverenigingen voor mensen met een beperking vroegen eerder om het buitengewoon onderwijs af te bouwen en leerlingen zo veel mogelijk naar het reguliere onderwijscircuit te laten doorstromen, maar daar gelooft de minister niet in. “Scholen mogen aangeven wanneer dat gewoon niet lukt, bijvoorbeeld omdat de opvang van een leerling met zware zorgnood ten koste gaat van de rest van de klas”, zegt woordvoerder Michaël Devoldere.

Langetermijnvisie

Een snelle oplossing komt er niet en dat is een moeilijke boodschap voor ouders die afgelopen week te horen kregen dat er geen plek is voor hun kind. Van Deycks zoon kan in geval van nood op zijn zesde nog naar een school gaan waar Merlijn mee samenwerkt, al zou dat vele extra uren in de wagen betekenen. Van Deyck of haar partner zouden hun baan dan verder moeten afbouwen om de zorgtaken toch maar rond te krijgen. “Terwijl we net heel graag werken en het ook nodig hebben om even uit ons zorgverhaal te stappen. Emile zal het nest nooit verlaten, we zullen altijd voor hem moeten zorgen. Om dat vol te houden, mis ik een langetermijnvisie”, zegt ze.

Langetermijnvisie
Beeld Wouter Van Vooren

Als hoger opgeleide tweeverdieners met een goed netwerk zetten zij en De Saeger alles in het werk om hun zoon de beste zorgen te bieden, maar niet ieder kind met een beperking heeft zoveel geluk. De verantwoordelijkheid zou volgens hen niet enkel bij het individuele niveau mogen liggen en net daarom willen ze hun stem laten horen. “Eigenlijk zijn we als ouders van een kind met een beperking vaak moe, maar toch strijdvaardig door al het onrecht dat er is.”