Direct naar artikelinhoud
Ontvoering

Hoe een valkenjacht en een ontvoering Qatar bijna een miljard kostten

De valkenjacht is de grote passie van rijke arabieren. Het leidde voor Qatar tot de duurste jacht ooit.Beeld AP

Betaalde Qatar vorig jaar ‘slechts’ 360 miljoen dollar losgeld aan de ontvoerders van gegijzelde leden van de koninklijke familie? Of was het het dubbele? Of nog veel meer? In een knappe reconstructie van de bizarre zaak komt de Amerikaanse schrijver en onderzoeksjournalist Robert F. Worth dichter in de buurt van een miljard dollar. Voor The New York Times sprak hij voor het eerst met een van de naaste betrokkenen.

Niets zou naar buiten worden gebracht over de afhandeling van een van de meest bizarre ontvoeringen in het Midden-Oosten. Een terreurgroep kreeg een aantal leden van de heersende familie Al-Thani uit Qatar bijna in de schoot geworpen. Een gecompliceerd steekspel tussen onder meer Iran, Qatar en Saudi-Arabië zou volgen. Tot nu toe bleef het meeste achter de schermen maar een van de betrokken Al-Thani-hoogheden klapte uit de school en gaf de Amerikaanse journalist achtergrondinformatie in een sinister spel van regionale politiek, corruptie, etnische zuivering en het indirect financieren van terrorisme.

Het begint allemaal met de passie die gefortuneerde Arabieren nu eenmaal hebben voor de valkenjacht. Vooral het jagen op de zeldzame kraagtrap, een vliegende woestijnkalkoen, is het summum. Kraagtrappen zijn er niet meer zoveel maar uitgerekend in de afgelegen en door terrorisme gevaarlijke Iraakse woestijnprovincie Muthanna (600 kilometer noordelijk van Qatar) zouden nog vogels zitten.

Met een stoet van terreinwagens ging een grote groep jagers in november 2015 op pad, onder hen leden van de Koninklijke familie Al-Thani en hun bedienden. Ooit werden dat soort expedities met kamelen gedaan en vervoerden de prinsen een deel van hun luxueuze huisraad naar het jachtgebied. De 'jaagfeesten' werden in recenter tijden begeleid door Irakese veiligheidstroepen, maar sinds de val van Saddam Hoessein blijkt dat soms moeilijker en is de veiligheid een gok. Ondanks waarschuwingen ver te blijven van een onherbergzaam gebied waar tot de tanden bewapende terreurmilities elk moment kunnen toeslaan, gingen de jagende miljonairs op pad. 

Met een stoet van terreinwagens ging een grote groep jagers in november 2015 op pad, onder hen leden van de Koninklijke familie Al-Thani en hun bedienden. Ooit werden dat soort expedities met kamelen gedaan

De verleiding eindelijk weer op de malse kraagtrappen te kunnen jagen, was te groot, vertelt de man die in het stuk wordt opgevoerd onder de schuilnaam Abu Mohammed. De jagers hadden veel cash geld meegenomen in de veronderstelling eventuele problemen onderweg met milities of bedoeïenen wel te kunnen afkopen. De jacht begon goed, elke dag werden vijf vogels gedood, maar op een van de laatste nachten werd het kampement omsingeld door tientallen militaire voertuigen en nog veel meer bewapende en gemaskerde mannen.

Zestien maanden zou het duren eer Abu Mohammed en de andere gegijzelden weer werden vrijgelaten. Maar wie er achter hun ontvoering zat en hoeveel er uiteindelijk aan wie werd betaald, bleef in nevelen gehuld.

Leden van de Al-Thani-familie op de tribune bij een tennistoernooi in Qatar.Beeld AFP

Buren

Aan potentiële verdachten geen gebrek. Met hun voorliefde voor de valkenjacht en een riskant tochtje in vijandelijk gebied gaven de Qatari hun vele vijanden een cadeautje, analyseert Worth. Want Qatar wordt al vaak met de nek aangekeken in het Midden-Oosten. Gelegen tussen machtige en rivaliserende buren (het extreem soennitische Saudi-Arabië en het fel sjiitische Iran) ging het van olie en gas vergeven emiraat enige omstreden allianties aan, in de hoop opdringerige buren zo een beetje van zich afhouden.

Zo versterkten de Al-Thanis hun relaties met Syrië, Iran en Hezbollah (de gewapende sjiitische milities in Libanon) en financierden ze tegelijk soennitische rebellengroepen in Syrië waaronder aftakkingen van de terreurorganisatie al-Qaida. Daarnaast huisvest Qatar een basis van het Amerikaanse leger én de nieuwszender Al-Jazeera die in het Midden-Oosten veel fans heeft, juist vanwege de vaak anti-Amerikaanse posities die worden ingenomen. Wat ook slecht viel bij de koninklijke families van Saudi-Arabië en die van de Golfstaten, was de steun van Qatar aan de Moslimbroederschap die in vele landen actief is en die ook uit is op omverwerping van de corruptie oliesjeiks met hun ongekende rijkdommen.

Kortom, vele partijen namen geïnteresseerd kennis van de ontvoering van niet een maar een handvol leden van de schatrijke Qatars koninklijke Al-Thani-familie. Waar aanvankelijk Islamitische Staat in beeld leek als dader, bleken de ontvoerders te horen bij Kata'ib Hezbollah, een sjiitische paramilitaire groep in Irak die wordt getraind en gefinancierd door Iran. Dat laatste land drukte later ook heel zwaar op de onderhandelingen voor vrijlating van de Al-Thanis. Hun lot werd niet alleen gekoppeld aan betaling van honderden miljoen dollars maar ook aan een als humanitaire evacuatie verpakte etnische zuivering in Syrië, aldus Worth. 

Maar degene die echt aan de touwtjes trok, was volgens onderzoeksjournalist Worth de Iraanse generaal Qassem Soleimani

Via Hezbollah kon Iran zo de door vooral sjiieten bewoonde steden steden Al-Foua en Kefraya in het noordwesten van Syrië uitruilen tegen steden Zabadani en Madaya. Die lagen westelijker, tegen de grens met Libanon waar Hezbollah de baas is, en werden vooral door soennieten bewoond. Al-Foua en Kefraya werden belegerd, mede door milities die geld kregen van Qatar. Bedoeling van de deal was het beleg van de vier steden te beëindigen maar vooral om sterke pro-Iraanse bolwerken te vestigen van waaruit de Iraniërs ook na de oorlog altijd een vinger in de Syrische pap kon houden.

De onderhandelingen over de deal vergden maanden en tussendoor doken er veel schimmige figuren op. Een bijna komische misrekening ter waarde van een slordige 190 miljoen euro was dat de Qatari zaken dachten te kunnen doen met een Irakese minister die – zo deed hij het voorkomen – voldoende invloed had bij sjiitische kopstukken. Nadat het losgeld op grote pallets cash was afgeleverd op het vliegveld van Bagdad ging het mis. De minister bleek een bluffer en kon niet voorkomen dat het geld in beslag werd genomen door Irak en sindsdien zijn de Qatari dit losgeld kwijt.

Volgens Worth moest daarom nog eens 190 miljoen euro worden betaald. Deze keer verliep de transactie via Libanon waar Hezbollah de miljoenen probleemloos kon cashen. Tussentijds betaalden de wanhopige familie Al-Thani links en rechts nog eens tientallen miljoenen aan mensen die beweerden ook te kunnen bemiddelen. Onder hen een Griekse schoenenverkoper die naar verluidt twee miljoen in zijn zak stak.

Touwtjes

Maar degene die echt aan de touwtjes trok, was volgens onderzoeksjournalist Worth de Iraanse generaal Qassem Soleimani. Hij is de commandant van de Al-Quds-elitetroepen. Die vechten onder meer in Syrië en zijn onderdeel van de Iraanse Republikeinse Garde. Soleimani geniet een mythische status in het Midden-Oosten en ver daarbuiten als ‘de gevaarlijkste man van Iran’. Persoonlijk gaf de generaal de order tot vrijlating van de valkeniers uit Qatar, aldus Worth. Alles bij elkaar zou hun vrijlating het emiraat bijna een miljard dollar ofwel 800 miljoen euro hebben gekost. Een groot deel van dat geld is volgens Worth helaas ook terecht gekomen bij zowel sjiitische en soennitische terreurorganisaties.

Qatar heeft steeds gezwegen over de pijnlijke affaire en de identiteit van de gegijzelden nooit vrijgegeven. Het land heeft ook steeds ontkend dat de ontvoering iets te maken heeft met de oorlog in Syrië en andere politieke spanningen in de regio. Eerder meldde de Britse krant The Guardian al dat Qatar een ‘bemiddelende rol’ had gespeeld bij de onderhandelingen over de evacuatie van de vier Syrische steden.

Generaal Qassem Soleimani tijdens een religieuze ceremonie in Teheran in 2015.Beeld AP