Mediabeleid
John de Mol heeft gesproken. ‘s Lands enige mediatycoon is vaker onderwerp van gesprek en speculatie, dan dat hij zelf zijn visie en strategie onthult. Maar deze week, bij de presentatie van Talpa Network, deed de miljardair van zich horen. De Mol is eigenaar van onder meer vier radiostations en vier tv-zenders, en daarnaast grootaandeelhouder van TMG (Telegraaf Media Groep). Zijn concurrentie is bijna volledig in buitenlandse handen: RTL is Duits bezit en Sanoma Fins, terwijl bijna alle Nederlandse kranten (inclusief het andere deel van TMG) Belgisch eigendom zijn. Maar de echte concurrentie, maakte De Mol duidelijk, komt uit de VS. Talpa leeft van reclame-inkomsten, en de advertentiemarkt wordt allengs leeggezogen door Google en Facebook. Alleen met ‘big data’ en superieure digitale techniek kan Talpa het opnemen tegen wat wel ‘de vier ruiters uit de Apocalyps’ worden genoemd: Google en Facebook, Apple en Amazon.
De Mol uitte scherpe kritiek op de politiek. Ook daar was een actuele aanleiding voor: maandag spreekt de Tweede Kamer over het mediadeel van de begroting van OCW. Politieke partijen hebben nauwelijks visie op de media, of op het beschermen en versterken van die sector, constateert De Mol. Daar heeft hij gelijk in. Zo vaak als het gaat over bedreigingen voor bijvoorbeeld de onafhankelijke, pluriforme pers, roept een deel van Den Haag dat we gelukkig nog een publieke omroep hebben (een ander deel ziet de pers als volksvijand). De Mol deelt zijn ergernis hierover met dagbladuitgevers, die net als hij zonder subsidie op zakelijke basis hun product verkopen en hun redacties financieren.
De regeringspartijen hadden in hun verkiezingsprogramma’s al geen idee over het versterken van de pers. De paar regeltjes daarover in het regeerakkoord zijn nog schameler. Er wordt 5 miljoen euro per jaar beloofd voor ‘onderzoeksjournalistiek’. Dat is net zoveel als voor de aanpak van laaggeletterdheid; en een zesde van de 30 miljoen per jaar voor een post als ‘achterstandenbeleid en aandacht voor hoogbegaafde kinderen’. Die 5 miljoen (voor álle media) is een druppel op de gloeiende plaat van 92 miljoen euro die de kranten alleen al kwijt zijn aan de btw-verhoging.
Een vrije en levensvatbare pers is onmisbaar: voor het controleren van de macht, voor het faciliteren van het maatschapplijk debat. Ook discussies op sociale media, weblogs én de (publieke) omroep gaan nog altijd voor een belangrijk deel over wat kranten berichten. Tal van EU-lidstaten kennen een economisch beleid dat de vrije pers ondersteunt. Zeker nu Nederlandse media onder buitenlandse druk staan, is het hoog tijd om hen economisch op z’n minst uit de wind te zetten.
de mening van het Nederlands Dagblad