Deze Nederlandse minister groeide op in Beerse: “Op doorreis naar Brussel stop ik nog altijd bij de bakker”

Noem een huidige minister die in de Kempen opgroeide. U zou het niet weten? Geen erg, dat Ingrid van Engelshoven (51) het van schoolmeisje in Beerse schopte tot Nederlandse minister van ­Onderwijs bleef een goed bewaard geheim. Tot nu.

Dominique Piedfort

Het nieuws kwam uit toen een Nederlands tijdschrift de minister vroeg naar een leerkracht die haar altijd is bijgebleven. Ingrid van Engelshoven noemde juf Nin Aerts van de Gemeentelijke Basisschool in Beerse een voorbeeld voor haar. Het ging niet om een korte passage daar. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de partij D66 woonde tot haar 18de in de gemeente. Ze maakt daarom graag tijd vrij voor een gesprek over haar jeugdjaren.

“Ik ben geboren in Delfzijl in de provincie Groningen in het noorden van Nederland. Die geboorteplaats had te maken met het beroep van mijn vader. Hij was bouwkundig ingenieur en bouwde raffinaderijen. Ik was nog een baby toen hij een opdracht kreeg in Geel voor de bouw van Amoco, nu BP, langs de Boudewijn­snelweg. We kozen ervoor om in Beerse te gaan wonen, daar ben ik aan de Gierlebaan opgegroeid. Mijn moeder woont nog altijd in het dorp, aan de Turnhoutseweg.”

Katholiek onderwijs

Toen het gezin in Beerse neerstreek, was er nog sprake van een jongens- en een meisjesschool. De meisjesschool bevond zich richting Merksplas in de Albertstraat. Vooral het jaar bij Nin Aerts, overleden in 2015, is de minister niet vergeten. “Het was in die tijd een nonnenschool. Streng en katholiek, je moest keurig de regeltjes volgen. Maar bij juf Aerts was de sfeer ontspannen, je kon en mocht er lachen. Ze was ook heel modern. Eén moment herinner ik me nog goed. De vader van mijn buurmeisje overleed. Ze zat bij ons ook in de klas. We waren nog maar een jaar of 8, maar wat er toen gebeurde, wist ze perfect voor ons op te vangen.”

Boterham met mes en vork

Ilse Michielsen, een klasgenote uit die jaren 70, omschrijft Ingrid van Engelshoven als weinig opvallend in de school. Het was wel iemand die boterhammen at met mes en vork. “Ja, zo aten we thuis ook (lacht). En de rest klopt wel. Ik was braaf en probeerde gewoon zo goed mogelijk mijn best te doen.” Enkele jaren geleden was Ingrid van Engelshoven nog aanwezig op een reünie. “Een fijne avond, zeker dankzij het enthousiasme van Ingrid”, vernemen we van Martine Matthé.

“Ja, dat was een ontzettend fijne avond”, zegt de minister. “Heel leuk om te vernemen wat er van iedereen was geworden. Het was een mooie tijd daar, hoor. Ik speelde aan de Gierlebaan met de kinderen uit de buurt in de bossen. En de Lilse Bergen waren niet veraf. Dat was toen nog gewoon een grote plas, niet het recreatiedomein van nu. Uitgaan deed ik later in de Burcht in Gierle. En tijdens de middelbare studies in Turnhout zat ik vaak in dat kleine cafeetje naast Sint-Victor. Het Krakkedulleke? Ik denk het wel, dan dronk ik meestal Batida de Coco in het uniform van het Heilig Graf.”

Terug naar Nederland

De directie van dat instituut heeft geen weet van een huidige ­Nederlandse minister die er van 1978 tot 1984 op de schoolbanken zat. Dat had anders geweest, mocht Ingrid van ­Engelshoven in ons land de politiek zijn ingestapt. “Ik wilde politieke en sociale wetenschappen gaan studeren in Leuven. Maar als Nederlandse gaf dat een paar nadelen. Moest ik dan Belg worden of toch maar in Nederland gaan studeren? Uiteindelijk koos ik ervoor om mijn studies in Nijmegen verder te zetten, waarna ik dus in Nederland ben gebleven.”

Konijn op de kermis

Maar naar Beerse terugkeren, doet ze nog regelmatig, toch? “Zeker, ik bezoek mijn moeder meestal op doorreis naar Brussel. Dan ga ik in het dorp graag naar de bakker. Soms ga ik langs bij de bloemenwinkel van Hilde De Houwer (Primavera, red.) aan de Bisschopslaan, met haar zat ik nog in de klas. Of ik koop wat ­préparé bij de slager. En pralines mag ik dan zeker niet vergeten. Van vroeger herinner me zeker nog de kermis in het dorp. Ik stond er graag aan de schietkraam. Ik heb er ooit nog een konijn gewonnen, dat zou nu niet meer kunnen natuurlijk.” (lacht)

Pralines, een konijn, allemaal fijn. Maar is er iets dat ze ook figuurlijk heeft meegenomen uit de Kempen? “Bij Belgen valt het niet op, maar Nederlanders ontdekken bij mij een duidelijke zuiderse tongval. De liefde voor lekker eten is natuurlijk gebleven. En uit de schooltijd van toen heb ik vooral die discipline onthouden. Het belang daarvan pas ik nog altijd in mijn leven toe.”

En zo moeten we het toch nog even over politiek hebben. Want als je opgroeit in zo’n streng ­katholiek schoolmilieu, waarom kies je dan als politica voor het links-liberale D66? “Oh, ik heb in Beerse wel mijn eerste communie en mijn vormsel beleefd. Maar dat was meer omdat het een traditie of gewoonte was. Mijn ­ouders waren vrijzinnig en heel ­liberaal, we kwamen bijna nooit in de kerk.” Ingrid van Engelshoven vindt het helemaal niet erg dat haar Kempense roots zijn ontdekt, integendeel. “Het is leuk voor mijn moeder dat dit verschijnt.” Met dank aan ex-klasgenote Martine ­Matthé die de klasfoto’s leende. Helaas waren de foto’s van de ­reünie wat te onscherp. “Ja, dat zou best kunnen. Ik geloof dat we toen om 4u ‘s ochtends de kroeg zijn uitgerold.” (lacht)