Direct naar artikelinhoud
Column

De verontwaardiging over drie Giro-ritten in Israël is klinkklare nonsens

Hans Vandeweghe, journalist De Morgen.Beeld Bob Van Mol

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

Ik ben als sportliefhebber opgegroeid met het grote trauma van München 1972. De Arabieren van de Zwarte September – Palestijnen en Palestina, die vinding van de jaren 60 was toen nog niet ingeburgerd – vielen op de Olympische Spelen het toen nog onbeveiligde atletendorp binnen en vermoordden Israëlische atleten, onder wie de man van Ankie Reches, de plaatselijke correspondent voor de Nederlandse publieke omroep en dus ook voor de VRT. Wonderbaarlijk hoe afgemeten en neutraal zij dat nog steeds aan de gang zijnde conflict duidt, dat even terzijde.

Toen ik nóg kleiner was en de Palestijnse kwestie kwam thuis aan bod, ging dat zo: "Die Arabieren moeten niet zo zeuren. Het zijn de Joden die de woestijn vruchtbaar hebben gemaakt en nu de Arabieren zien dat je daar ook iets kan laten groeien, willen ze dat land terug." Dat zal eind de jaren 60, begin de jaren 70 zijn geweest en geloof mij vrij, ik ben niet opgegroeid in rechtse milieus, wel integendeel. Het was toen in mijn kringen bon ton om als vrijwilliger in een Israëlische kibboets te gaan werken, stel je voor.

Peloton in actie in de Negev woestijn tijdens de derde etappe van de Ronde van Italie tussen Be'er Sheva en Eilat over een afstand van 229 kilometer.Beeld ANP

Later, groter geworden, werd het mij duidelijk dat we met een complex probleem zaten. Ik was ooit bij Vincent Kompany thuis in Hamburg en die las over les guerres israélo-arabes. Dat was niet om het slimmeke uit te hangen, maar uit oprechte bekommernis. Hij zei: "Pff, ingewikkeld, ze hebben daar allemaal een beetje gelijk."

Politiek en sport

Daarom vond ik het klinkklare nonsens, die verontwaardiging dat de Giro naar Israël ging om daar drie etappes af te haspelen. Er zijn wereldwijd wellicht evenveel voorstanders als tegenstanders van de Israëlische politiek ten aanzien van Gaza en de Westelijke Jordaanoever te vinden. Dat maakt het lot van de getroffen Arabieren er niet minder problematisch op, maar het blijft een complex conflict en de sport aanspreken om politiek druk uit te oefenen, is ridicuul.

Natuurlijk zijn sport en politiek verweven, leven ze soms in symbiose en heel af en toe parasiteert de ene op de andere. Maar om nu te stellen dat Israël wereldwijd goodwill koopt omdat ze drie dagen Giro organiseren, is ook bij de haren getrokken. Wielrennen is maar een kleine regionale sport, die marginaal meer impact heeft dan het voorbije EK judo, ook in Israël overigens.

Overigens was die promostunt niet zo geslaagd. Wat ik vooral heb onthouden van Israël, zijn niet de mooie stranden en de interessante gayscene van Tel Aviv, waar Karsten Kroon het op Eurosport over had, maar de brede autowegen. En om daar nu voor naar Israël te reizen, nee laat maar.

Lees verder onder foto.

Wielerfans tijdens de derde etappe van de Ronde van Italie tussen Be'er Sheva en Eilat over een afstand van 229 kilometer.Beeld ANP

De enige reden dat Israël de Giro wilde, is omdat Israël bij Europa wil horen en zodoende ook wielrennen wil omarmen. Met leden ogen hebben ze de laatste decennia de Ronde van Oman, Qatar, Abu Dhabi en Dubai zien ontstaan. Die nieuwe Israëlische ploeg is daar overigens niet welkom. Misschien moet de internationale wielerunie UCI toch maar eens overwegen om ook in Israël te gaan koersen; er stond alvast meer volk onderweg dan die twee kamelen op dat recente WK in Qatar.

Logistieke problemen

Afgezien van het politieke aspect, is er wel een andere excellente reden om geen Giro-start in Israël toe te laten: de logistieke problemen. In tijden waarin de oplossingen voor veel problemen van het wielrennen bestaan in steeds compactere wedstrijden, al of niet op plaatselijke circuits, is het compleet van de pot gerukt dat je een heel circus vraagt om een dag of drie ergens in het Midden-Oosten te kamperen, omdat ze daar 10 miljoen euro te veel hebben.

Nationale rondes horen bij wijze van uitzondering buiten hun land te starten. De Tour de France volgend jaar in Brussel, ter ere van Eddy Merckx, is een goede reden. De Tour in Düsseldorf zoals vorig jaar is belachelijk, net als de Giro in Groningen, Utrecht en nu weer in Jeruzalem.

Ze hebben de voorbije drie dagen tien kilometer tegen de klok gereden, vervolgens een kleine vierhonderd kilometer over twee etappes langs hoogst onaantrekkelijke, goed bollende wegen, waarna twee keer werd gespurt en twee keer Elia Viviani van QuickStep won. Net nu ze een beetje gerodeerd zijn, krijgen ze vandaag al een rustdag voor de kiezen want de hele zwik moet nu terug naar Italië. De Giro begint morgen echt.