Direct naar artikelinhoud
Belgische tv

"Is Belgian drama the new Scandi-noir?": Britten ontdekken onze televisieseries

Ruth Becquart in 'Clan', een van de Belgische reeksen die door 'The Guardian' de hemel in geprezen worden.Beeld Clan

Televisiemakers wereldwijd houden al langer in de gaten wat in België gebeurt. Nu volgt ook het grote publiek. Met dank aan de Britse krant The Guardian die uitvoerig de lof zingt van de Belgische televisiereeksen. 

België is het nieuwe Scandinavië. Het is een mantra dat in televisiekringen al jaren klinkt. Na Scandinavische hitreeksen als The Killing en The Bridge is het nu de beurt aan Belgische televisiereeksen om de harten van televisiekijkers wereldwijd te veroveren. Maar waar die voorspelling tot voor kort enkel ter ore kwam van wie zijn boterham verdient in de televisiebusiness, krijgt nu ook het grote publiek die boodschap te horen. Onder de noemer 'Is Belgian drama the new Scandi-noir?' bejubelt de Britse krant The Guardian het uitgebreide aanbod aan Belgische fictiereeksen die dit jaar via Channel 4 over het Kanaal te bekijken zullen zijn. 

De krant laat Walter Iuzzolino aan het woord, de man die voor Channel 4 buitenlandse reeksen aankoopt. En die is heel erg enthousiast over wat er in België aan tv-reeksen gemaakt wordt. Clan bijvoorbeeld, dat in Groot-Brittannië als The Out-Laws aan de man wordt gebracht. Maar ook de Eén-reeks Professor T.  en 13 geboden, een reeks die op VTM te zien zal zijn, kunnen op zijn goedkeuring rekenen. "Wat ik vooral leuk vind aan die reeksen is de manier waarop ze genres en sfeer mixen", vertelt Iuzzolino. "Bij een Scandinavische, Franse of Italiaanse reeks weet je ongeveer wat je kunt verwachten. Belgische reeksen zijn onvoorspelbaar, er is bijna altijd een hoek af. Clan begint als een soort Desperate Housewives maar wordt gaandeweg steeds donkerder. En Professor T. lijkt een rechttoe rechtaan policier tot er plots à la Ally McBeal musical -en droomscènes opduiken."

'Belgische reeksen zijn onvoorspelbaar, er is bijna altijd een hoek af'
Walter Iuzzolino, man die voor Channel 4 buitenlandse reeksen aankoopt

Keurmerk

"Dat soort slimmigheden valt in de smaak in het buitenland", weet Helen Perquy, uitvoerend producent van Tabula rasa, ook al een reeks die op Channel 4 te zien zal zijn. "Ze vinden het fantastisch dat wij durven te freewheelen." Buitenlandse zenders overtuigen is één ding, je moet als televisiemaker ook nog de harten van hun kijkers zien te winnen. En daar helpen artikels zoals dat in The Guardian bij. Door het brede publiek te wijzen op de kwaliteit van de reeksen die bij ons gemaakt worden, kan 'Belgische fictie' uitgroeien tot een soort keurmerk voor liefhebbers van de betere televisiereeks.

Al moeten we nu ook niet beginnen te zweven, waarschuwt Erik Wirickx, producent van Professor T. "Vlaamse fictie zal in het buitenland altijd een nicheproduct blijven. Net als de Scandinavische reeksen dat bij ons zijn." Wirickx ontkent niet dat er iets beweegt in het buitenland. "Maar we mogen geen valse hype creëren. De echte succesverhalen – reeksen die in een paar tientallen landen te zien zijn – zijn nog steeds op één hand te tellen." 

'We mogen geen valse hype creëren. De echte succesverhalen zijn nog steeds op één hand te tellen'
Erik Wirickx, producent van 'Professor T.'

Bovendien dreigen Britse televisiefans die klakkeloos het lijstje van Iuzzolino bingewatchen daar een indigestie aan over te houden. Niet alle reeksen die hij bij Channel 4 binnenhaalde zijn immers fijnproeversmateriaal. Nieuw Texas bijvoorbeeld of Voor wat hoort wat werden in eigen land lauw ontvangen. Al zegt dat volgens Wirickx weinig over hoe ze het in het buitenland zullen doen. "Neem nu de politiereeks Rupel. Die heeft bij ons nooit veel potten gebroken, maar werd in The New York Film School wel jarenlang als voorbeeld van vernieuwende fictie gebruikt."