Ruzie in de familie? “Laat niet te veel op je kop zitten”, zegt de psycholoog

Het wordt al eens afgedaan als een probleem dat alleen tijdens de feestdagen speelt, maar vervelende, irritante en onuitstaanbare familieleden zijn er het jaar rond. Alle contact verbrekenis een nogal drastische optie. Je grenzen bepalen, is (meestal) beter. Compleet negerenof niet opendoen als ze aanbellen, kan altijd nog.

door Manon Kluten

Voor het geval je mocht denken dat je de enige bent met vittende broers, zeurende zussen, moeilijke moeders en vervelende vaders in je (schoon)familie, hebben we goed nieuws: je bent verre van alleen. Cijfers in Vlaanderen ontbreken, maar als we een aardje naar onze noorderburen hebben, heeft 47 procent (!) geen contact meer met één of meerdere familieleden. Onderwerpen van familiale vetes zijn vooral geld en erfenissen. Broers en zussen maken de meeste heibel met elkaar (van de ruziezoekende siblings ziet 67 procent elkaar niet meer.) Daarnaast heeft 16 procent van de kinderen geen contact meer met ouders, waardoor 13 procent van de ouders met de gedachte speelt om hun nageslacht te onterven.

Ook psycholoog Annelies Smolders van Huis Midori in Hasselt weet dat de helft van de problematieken die ze in haar praktijk te horen krijgt, te maken heeft met rotte appels in systemen. “Dat gaat ook over bazen en collega’s, maar een heel groot deel van de ergernissen en ruzies komen vooral voort uit je (schoon)familie.”

Tekortgedaan

Behalve geld en erfenissen zijn opmerkingen over de opvoeding van je kinderen en kritiek op je partner zeker ingrediënten voor ergernissen. Vaak voelen moeilijke familieleden zich tekortgedaan. Ze vinden dat een ander meer is gegund en gegeven. Of dat nu terecht is of niet. Annelies Smolders: “Er wordt heel wat afgewogen in families. Bijvoorbeeld papa die meer heeft geholpen bij de bouw van het huis van een broer of zus. Of een broer of zus die meer financiële ondersteuning zou hebben gekregen. Of je loopt een kwetsuur op in je jeugd en dat is je bijgebleven. Zoals die keer dat je ouders een weekend naar zee gingen met je pasgeboren broertje, omdat hij nog borstvoeding kreeg. Terwijl jij naar oma en opa moest. En al namen je grootouders je mee naar een pretpark, toch had jij het gevoel achtergelaten te zijn. Dat kun je later onbewust nog voelen. Als ouder kan je het nog zo goed doen, je kan die kwetsuren bij je kinderen nooit helemaal voorkomen. Maar dat hoeft zeker niet altijd problematisch te zijn of te leiden tot familievetes.”

Oorlogsgebied

Natuurlijk heb je zin om terug te steken als je weer eens onterecht een schuldgevoel wordt aangepraat door je schoonmoeder. Of als je broer weer eens in zijn slachtofferrol kruipt en zijn miserie altijd erger is dan bij wie dan ook. Toch is het in zo’n situaties beter om te zoeken naar een evenwicht. Enerzijds in het accepteren van gedrag en anderzijds je niet te laten doen. Plus, je moet je grenzen bewaken. Niet gemakkelijk. Annelies Smolders: “Ik vergelijk het wel eens met een oorlogsgebied. Het beste is om dat oorlogsgebied niet in te gaan en je wapens niet op te pakken. Bekijk in plaats daarvan het wapenarsenaal van je vijand. Probeer hem of haar van een afstand te analyseren en te doorgronden. Daardoor kun je je gevoel van onmacht verminderen en ga je je er minder in verliezen. Besef ook dat je niet de enige bent die er last van heeft. En wees niet elke keer opnieuw verbaasd over hun gedrag, dat ze al jarenlang vertonen. Kijk niet naar de tikjes die worden uitgedeeld, maar naar wie ze uitdeelt. Moeilijke familieleden zijn klein en voelen zich door hun gedrag één minuutje wat groter. Hoe groter hun wapens, hoe kleiner ze zijn. Dus: doe een stap achteruit, aanschouw het tafereel en tik niet terug. Zo blijf jij rustig. Wat daarbij al eens helpt, is dat je een karikatuur maakt van een vervelend familielid. Zoals het slachtoffer, de aanvaller, het prinsesje… Ik zelf maak karikaturen op basis van Game of Thrones. Dan blijven ze meer op afstand.”

Stopzinnetje

Sommige onrustzaaiers in de familie zullen op het moment dat ze geen grip op jou krijgen, nog grotere tikken proberen uit te delen. Houd dan niet alleen afstand, maar reageer vooral altijd op dezelfde manier.Zeg bijvoorbeeld iets als “we hebben een andere mening en dat is oké”. Gebruik telkens hetzelfde stopzinnetje, waarmee je aangeeft dat je het gevecht niet aangaat. Zelfs als er heel kwetsende dingen worden gezegd. Annelies Smolders: “Je kan ook opstaan en weggaan. Ik merk dat mensen die al heel wat opmerkingen naar hun hoofd hebben gekregen, toch in het hol van de leeuw blijven zitten. Meestal onder invloed van ingelepelde opvoedingssystemen, die ons hebben geleerd netjes te blijven. Maar weet dat je kunt opstaan en weg mag lopen. Zonder dat je hem of haar beschuldigt. Begin ook als je iets zegt, altijd metik.Ik voel me hier niet goed bij, ik ga naar huis. Of: Ik vind het een moeilijke situatie. Herhaal dezelfde zin als je toch commentaar krijgt. En ga je zelf vooral niet verdedigen, want dan ga je toch de arena in.”

Afstand

Een andere tip van de psychologe is vooral om gedoseerde afstand te houden. Spreek dus niet te vaak af. Zeker niet met familieleden die zich graag wentelen in hun slachtofferrol. Bij deze dramaqueens (en -kings) zijn we al eens geneigd om mee te gaan in hun verhaal. Doe het niet, of gedoseerd. Annelies Smolders: “Wat zij willen is een overdosis, ten koste van jou. Meegaan in hun verhaal betekent pleasen en het conflict voor even toedekken. Maar pleasen betekent ook verliezen en jezelf verkleinen. Vaak laten we het te ver komen en laten we te veel op onze kop zitten. Je hoeft geen vijf tikken zonder weerwoord te incasseren. Bij de eerste tik mag je ook al reageren. Voel waar je grens ligt: stel je voor dat ze jouw meest dierbaren net zo benaderen als jij nu benaderd wordt. Accepteer jij dat niet voor je dierbaren, accepteer het dan ook niet voor jezelf. Als therapeut zou ik het mijn cliënten nooit aanraden om te breken met hun familie, dat is hun eigen beslissing. Maar soms hoor ik vreselijke verhalen, waarbij het echt niet meer mogelijk is gewoon contact te hebben. Bijvoorbeeld als de dader jou blijft aanvallen en uitdagen. Jij beslist: ontvang je de aanval of geef je hem terug?”