Direct naar artikelinhoud
Colombia

De Colombiaanse vrede: prachtig op papier, maar een bloederige realiteit voor Colombiaanse boeren

Stemhokjes worden klaargemaakt voor zondag.Beeld AFP

Dolblij waren ze toen de regering in 2016 een vredesakkoord tekende met de Farc. Maar cocaboeren die het akkoord in praktijk proberen te brengen door de overstap te maken naar legale gewassen, moeten dat met de dood bekopen. Dat is de schaduw die over de presidentsverkiezingen hangt die vandaag in Colombia worden gehouden.

Als in huize Valencia-Lemos een mobieltje rinkelt, verstijft het hele gezin. Want sinds Briseida Lemos en haar man Leyder Valencia een serie dreigtelefoontjes ontvingen, zit de schrik er goed in. "Hou je bek over die klotevrede", klonk het meerdere keren per dag aan de andere kant van de lijn. "We maken je kapot als je doorgaat met het weghalen van cocaplanten."

Lemos (40) en Valencia (36) zijn cocaboeren. Ze wonen met drie kinderen en vier honden in een gehucht in de gemeente Miranda, aan een afgelegen weg hoog in de bergen van departement Cauca. Dolblij waren ze toen de Colombiaanse regering eind 2016 een vredesakkoord tekende met de Farc, de guerrillabeweging die de dienst uitmaakte in de regio. Nu worden ze met de dood bedreigd omdat ze proberen het vredesakkoord in praktijk te brengen: door cocaboeren zoals zijzelf over te halen de omslag te maken naar legale gewassen.

De vrede is mislukt, het is hier nu erger dan vroeger
Valencia

Valencia pakt zijn telefoon en toont een foto van een zwarte man. "Dit is Orlando", zegt hij. "Die werd ook bedreigd." Orlando Grueso en zijn collega Jonathan Cundumi werden in februari met kogels doorzeefd. "Ze deden hetzelfde werk als wij", aldus Valencia. Zijn vrouw schudt weemoedig haar hoofd. "De vrede is mislukt, het is hier nu erger dan vroeger."

Een halve eeuw burgeroorlog

Op papier ziet de Colombiaanse vrede er prachtig uit. Driehonderd pagina’s mooie woorden over de ontwikkeling van de buitengebieden, betere toegang tot land voor kleine boeren, financiële en technische steun bij het vervangen van verboden gewassen, amnestie voor voetsoldaten en een vergevingsgezind vredestribunaal voor de commandanten. Het verdrag maakte een einde aan ruim een halve eeuw bloedige burgeroorlog tussen de marxistisch-leninistische Farc en de regering.

De praktijk is weerbarstiger. Op de eerste plaats omdat het parlement eindeloos steggelt over de wetswijzigingen die nodig zijn voor de uitvoering van het akkoord. Met de implementatie is bovendien veel geld gemoeid, geld dat onderweg naar zijn bestemming in zakken van corrupte politici belandt. Komende zondag zijn de presidentsverkiezingen in Colombia. Afhankelijk van de winnaar komt de implementatie van het akkoord verder op de tocht te staan (zie kader onderaan het artikel).

Na het tekenen van het vredesverdrag trokken de guerrillero’s naar speciale kampen om hun wapens in te leveren. Er ontstond een machtsvacuüm in de gebieden waar ze decennialang de scepter hadden gezwaaid. Andere gewapende groeperingen waren er als de kippen bij en bevechten nu het territorium.

Het is de oude oorlog in een nieuw jasje. Want zoals altijd in Colombia gaat de strijd om land

Het is de oude oorlog in een nieuw jasje. Want zoals altijd in Colombia gaat de strijd om land. Om het goud en andere delfstoffen die in de grond zitten, en om de wiet en coca die erop staan. De gewapende groepen vechten om de controle over illegale mijnen, cocaïnelaboratoria en drugsroutes. Wie hun daarbij voor de voeten loopt, wordt uit de weg geruimd.

Sinds de vrede is getekend, zijn bijna driehonderd vredesopbouwers en activisten vermoord, zo blijkt uit een onlangs verschenen rapport van het Instituut voor de Studie van Ontwikkeling en Vrede (Indepaz). Zij lopen nu aanzienlijk meer risico hun leven te verliezen dan voordat de Farc de wapens neerlegden. Cauca is met stip de gevaarlijkste regio om de vrede te promoten.

"De regering laat het afweten"

Het is drukkend heet in het noorden van Cauca. "Het heeft zin om te regenen", zeggen de lokale boeren terwijl ze hoopvol naar de grijze lucht kijken. Felgekleurde vogeltjes vliegen kwetterend tussen de bloemen langs de kant van de weg. Een zwaarlijvige man tuft op een brommer met een enorme lading bakbananen de berg op.

Leyder Valencia rijdt op een gammele motor over de hobbelige zandweg van het centrum van Miranda naar huis. Grote klodders modder spatten op zijn blauwe regenlaarzen. De weg kronkelt door de bergen, langs steile akkers vol felgroene cocaplanten. Verscholen in de bossen liggen de laboratoria waar de blaadjes worden verwerkt tot cocapasta en cocaïne.

Valencia en zijn vrouw Lemos werken voor Coccam, een belangenorganisatie voor producenten van wiet, coca en papaver. "De organisatie is een uitvloeisel van het vredesakkoord", zegt Valencia als hij zijn motor heeft geparkeerd. "Daarin staat dat de regering boeren gaat helpen bij het overstappen naar legale gewassen. Wij vertellen de boeren over de mogelijkheden en proberen hen over te halen zich in te schrijven voor de programma’s."

Binnen, in de kleine keuken, staat Lemos de lunch te bereiden. "De meeste boeren willen graag overstappen", zegt ze. "Maar de regering laat het afweten, de beloofde steun is uitgebleven." Voorzichtig laat ze bakbananen in kokende olie glijden; haar kinderen drentelen begerig om haar heen. "Zolang er alternatieven zijn, blijven de boeren coca verbouwen. En zolang het hier vol staat met coca, vechten gewapende groepen om de controle."

Sinds afgelopen maandag doet het echtpaar geen oog dicht. Elke avond komen in het zwart geklede mannen op motoren de berg opgereden. Ze houden halt voor het huis waar het gezin ligt te slapen en laten hun motoren oorverdovend hard ronken. "Ze blijven een minuut of vijf’, vertelt de doodsbange Valencia. ‘En ze komen meerdere keren per nacht terug."

Er zijn in Cauca acht gewapende groeperingen actief. Hun namen staan met hanepoten op muren en verkeersborden gespoten. De linkse guerrillabeweging ELN onderhandelt momenteel met de regering over vrede, maar wint ondertussen snel terrein in voormalige Farc-gebieden. Ook de EPL is met een opmars bezig, al is onduidelijk of de groep die zich in Cauca EPL noemt banden heeft met de guerrillabeweging die elders onder diezelfde naam opereert.

Dan zijn er groepen van Farc-dissidenten, guerrillero’s die uit frustratie over de falende vrede de wapens weer hebben opgepakt. Paramilitairen en ‘gewone’ criminele bendes maken het wespennest compleet. Cauca is een gewilde regio. De cocaïne gaat over een onherbergzame bergkam naar de Stille Oceaan, vanwaar het spul in speedboten noordwaarts gaat. Het Mexicaanse Sinaloa-kartel heeft hier ook een vinger in de pap.

Lemos en Valencia weten niet wie de mannen zijn die ’s nachts hun huis omsingelen. "Ze hebben hun handen en gezichten bedekt", legt Valencia uit. Sinds vorige week staat een verse EPL-slogan op een muur in de straat; dat zou een aanwijzing kunnen zijn. "Vroeger had je hier alleen de Farc", zegt Lemos. "Er waren veel confrontaties met het leger, maar het was tenminste overzichtelijk."

Afgelopen woensdagnacht sloegen de honden aan. "De mannen stonden al bij de voordeur", aldus Valencia. "Ze hebben een van de honden geslagen en zijn toen weer vertrokken." Zijn vrouw en hij hebben een melding gedaan bij de politie. "Maar die doen niks", zegt Valencia, ten einde raad. "We staan er helemaal alleen voor."

Mooie beloften

Met de vrede zouden investeringen komen, zo was de plattelandsbevolking beloofd. Betere scholen, een ziekenhuis, geasfalteerde wegen. Er is nog niets van te zien. Begin mei stuurde de regering wel een speciale eenheid van 700 manschappen naar Cauca om de drugshandel te bestrijden. Ze werpen roadblocks op, doorzoeken auto’s en fouilleren voorbijgangers. "Meer soldaten", zegt Lemos. "Alsof dat ooit iets heeft opgelost."

Wij hebben de oorlog met de Farc overleefd. En nu zijn we slachtoffer van de vrede
Lemos

"Het is een lang en ingewikkeld proces", zei Vredesminister Rodrigo Rivera begin deze maand in een toespraak over de voortgang. Hij benadrukte dat de implementatie vijftien jaar in beslag zal nemen en dat er zo’n 111 miljard euro nodig is om alle plannen uit te voeren. "We gaan in een goed ritme", zei hij. "Het grijs is minder donker dan voorheen. Maar het is nog niet wit."

President Santos kreeg in 2016 de Nobelprijs voor de Vrede. Lemos lacht schamper als ze daaraan terug denkt. Ze maakt er verder geen woorden aan vuil, en schept haar 5-jarige dochter nog een portie rijst met bananen op. "Wij hebben de oorlog met de Farc overleefd", zegt ze. "En nu zijn we slachtoffer van de vrede."

Loopt de Colombiaanse presidentsrace uit op een referendum over de prille vrede?

De Colombianen kiezen vandaag een nieuwe president. Uit peilingen blijkt dat de bevolking zich vooral zorgen maakt over de deplorabele staat van onderwijs en gezondheidszorg, en over de corruptie binnen de politieke klasse. Maar in de debatten tussen de vijf kandidaten voerde de vrede met guerrillabeweging Farc de boventoon.

De rechtse Ivan Duque, koploper in de peilingen, wil het vredesverdrag op de schop nemen. Hij is tegen de overeengekomen amnestie voor ex-guerrillero’s en ziet niets in sociale programma’s voor cocaboeren. Keihard vervolgen, is zijn credo. Duque vindt het ook prima om oud-guerrillero’s uit te leveren aan de Verenigde Staten.

Gustavo Petro, de nummer twee in de peilingen, bevindt zich aan het andere kant van het politieke spectrum. De oud-burgemeester van Bogotá wil haast maken met plattelandsontwikkeling en landhervormingen en belooft zich hard te maken voor de bescherming van activisten en vredesopbouwers.

Duque is de vertrouweling van oud-president Álvaro Uribe. Sinds de vredesonderhandelingen met de Farc begonnen, voeren Uribe en zijn partij Centro Democrático (CD) een felle campagne tegen ‘het uitleveren van Colombia aan guerrillero’s’. Toen in 2016 een akkoord werd bereikt, mocht de bevolking zich er in een referendum over uitspreken. Dankzij Uribes nee-campagne werd het akkoord verworpen.

Het verdrag onderging een paar veranderingen en werd vervolgens alsnog van kracht. Tot woede van de uribistas, die vinden dat de ex-guerrillero’s er veel te makkelijk van af komen. Duques campagne drijft op deze emoties. Petro heeft juist begrip voor de oud-rebellen. Hij was zelf in zijn jonge jaren guerrillastrijder, bij de inmiddels ontmantelde M19.

Naar verwachting haalt geen van de deelnemers een absolute meerderheid; dan volgt op 17 juni een tweede ronde. Mocht het een eindstrijd tussen Petro en Duque worden, dan kan dat als een nieuw referendum over het vredesverdrag worden beschouwd.